De ontstaansgeschiedenis van de Canarische archipel

 

De Canarische eilanden zijn alle van vulkanische oorsprong. Talloze vulkanen, waaronder de ruim 3700 meter hoge Pico de Teide, slakkenkegels, lavastromen en rotsformaties van basalt laten hierover weinig twijfel bestaan. De Canarische eilanden vormen samen met een aantal kleinere eilanden, w.o. de Ilhas Selvagens en een aantal seamounts (onderzeese vulkanen) een vulkanische gordel voor de Afrikaanse kust, die zich hoogstwaarschijnlijk ontwikkeld heeft langs een aantal breuken in de oceanische korst. De eilanden zelf vormen de toppen van grote onderzeese vulkaancomplexen die op de bodem van de Atlantische Oceaan rusten. Tussen de eilanden is de zee tot 3500 meter diep.
 

 

De ruim 1500 meter hoge vulkaankegel van de Teide op Tenerife is vrijwel van alle kanten op het eiland te zien. De vorm van de vulkaan maakt duidelijk dat het om een stratovulkaan gaat die zich door een reeks Pliniaanse en Strombolische erupties samen met de Pico Viejo heeft ontwikkeld binnen de Caldera las Canadas. De opvulling daarvan vond plaats vanaf ca. 1 miljoen jaar geleden voor het westelijke deel en ca. 600.000 jaar geleden voor het oostelijke deel van de caldera.  

Tefrakegel van de vulkaan Chinyero op Tenerife. Deze vulkaan ligt op zo'n 1560 meter hoogte in de buurt van de plaats Santiago del Teide. De uitbarsting vond in 1909 plaats en ging gepaard met het uitvloeien van een flinke hoeveelheid basaltische lava. Het vulkanisme op Tenerife is al vele miljoenen jaren actief.

Ongeveer 200 jaar oud veld van roestig verweerde, ruwe Aa-lava in de omgeving van Santiago del Teide op Tenerife. De ontwikkeling van de Canarische eilanden is complex. Als wordt uitgegaan dat het vulkanisme in de archipel veroorzaakt wordt door hotspotvulkanisme, dan is het moeilijk te verklaren dat de vulkanische activiteiten met onderbrekingen op sommige eilanden al zo'n 20 miljoen jaar aan de gang zijn.

Het vulkanisme op La Gomera is een paar miljoen jaren oud en lijkt uitgedoofd. Vermoedelijk maakt het vulkanisme op La Gomera een langdurige rustperiode door, waardoor erosie momenteel de overhand heeft. Dat het vulkanisme uitgestorven is, lijkt echter niet waarschijnlijk. Voorbeelden op andere eilanden laten zien dat perioden van rust afgewisseld worden door heftige vulkanische uitbraken. Op de foto is het natuurmonument Los Organos te zien met zijn vele duizenden basaltzuilen. De steile rotskust maakt duidelijk dat verwering hier al lange tijd aan het werk is.

 

 


 

De aanzet tot het ontstaan van de Canarische archipel gaat terug tot in de Krijt-periode, ongeveer honderd miljoen jaar geleden. In die tijd vonden de eerste vulkanische activiteiten op de zeebodem plaats. Bewijzen hiervoor zijn op Fuerteventura gevonden. In eerste instantie vloeiden grote hoeveelheden basaltlava uit over de oceaanbodem. Hieruit ontstonden koepelvormige schildvulkanen. Deze bouwden zich in de hoogte uit en kregen, toen ze meer dan een kilometer boven de omgeving uitstaken, het karakter van seamounts. Seamounts groeien door het uitvloeien van kussenbasalt en door intrusie van grote hoeveelheden magma in het vulkaanlichaam langzaam in de hoogte, richting wateroppervlak.
 

Een Landsatopname van een deel van de Canarische archipel met de eilanden Tenerife, La Gomera, La Palma en El hierro. Op de opname is te zien dat de eilanden de toppen vormen van enorme schildvulkanen die op de oceaanbodem zijn ontstaan. De ouderdom van de eilanden neemt in westelijke richting af. La Palma en El Hierro zijn geologisch gezien het jongst. Zichtbaar is ook dat La Gomera en Tenerife onder water in feite een groot vulkanisch complex vormen.



Tegen de tijd dat de vulkaantop zich enige tientallen meters onder het wateroppervlak bevindt, is de waterdruk zo gering geworden dat erosie optreedt. De uitgevloeide kussenlava explodeert, waardoor vooral veel glasachtig lavagruis geproduceerd wordt, dat de hellingen van de seamount bedekt. Als seamounts door vulkanische activiteit boven water komen veranderen ze in vulkanische eilanden. Dit laatste wordt in de hand gewerkt doordat de vulkaan uit een kern van harde gesteenten bestaat, die bestand is tegen erosie door zeewater. Hieroverheen vloeien nieuwe lavastromen uit, die het pas ontstane eiland bedekken met een solide, erosiebestendige mantel van basaltgesteente. Op deze wijze kan een pas ontstaan vulkaaneiland verder in verticale en horizontale richting uitgroeien. Dergelijke processen hebben zich op alle eilanden van de Canarische archipel afgespeeld.
 

 

Op de bodem van alle oceanen komen bijzonder veel vulkanen voor. Bij vele is de vulkanische activiteit gedoofd, maar bij talloze niet. De voortdurende productie van basaltische lava maakt dat een onderwatervulkaan in de loop van de tijd steeds groter en hoger wordt. Zolang deze zich nog onder water bevindt spreekt men van seamounts. De ontwikkeling van de Canarische eilanden heeft zich op een vergelijkbare wijze in het Krijt of Tertiair voltrokken.

Bovenstaan schematisch overzicht geeft een beeld van de doorsnede van een eiland als La Gomera. Van het immens grote vulkaanlichaam steekt alleen het bovenste topje boven water uit. Dit stelt dus het huidige La Gomera voor.


  

Het voornaamste vulkanisme op de Canarische eilanden begon in het Mioceen, zo'n 30 miljoen jaren geleden, toen de seamounts definitief boven water uitrezen en zich tot vulkaaneilanden ontwikkelden. Op alle eilanden in de archipel komen vulkanische gesteenten en andere vulkanische verschijnselen voor die bovendien goed ontsloten zijn. Vooral de toppen van de eilanden, de barranco's en de zuid- en zuidwestkant van de grotere eilanden zijn in feite door de schaarse begroeiing grote vulkanologische openluchtmusea. Hoewel het ontstaan van de eilanden in grote lijnen bekend is, is de ware oorzaak van het vulkanisme nog steeds niet opgehelderd. Van de talrijke theorieën die hierover de ronde doen, zijn twee van belang. 
 

Het eiland Tenerife is van west naar oost ongeveer 81 kilometer lang. Van noord naar zuid meet het eiland 45 km. Tenerife vormt de boven water uitstekende top van een enorm vulkanisch complex dat zich vanaf de Krijt-periode op de bodem van de bijna 4 kilometer diepe Atlantische Oceaan heeft ontwikkeld. De top van het eiland wordt gekroond door de Teide, een kegelvormige 1500 meter hoge stratovulkaan die zich ontwikkeld heeft in een ruim 20 km grote caldera. Samen met het onder water gelegen deel is dit vulkaancomplex ruim 7 kilometer hoog en daarmee een van de grootste vulkanen op aarde.

 

 

Terug


 

1) Mantelpluimvulkanisme

Deze theorie gaat uit van een hotspot onder de Canarische eilanden ofwel van mantelpluimvulkanisme. Als gevolg van een hoge warmtestroom boven plekken waar in de aardmantel basaltisch magma uit het aardbinnenste omhoog komt, baant heet gesmolten gesteente zich een weg door de starre, koude oceanische aardkorst en veroorzaakt op de zeebodem vulkanisme. Het mooiste en meest actieve voorbeeld van hotspotvulkanisme vinden we overigens op Hawaï, in de Grote Oceaan. 


 

 

De eilanden van Hawaïi vormen een reeks achter elkaar gelegen vulkaancomplexen die op de bodem van de Grote Oceaan zijn ontstaan door het voortdurend opwellen van grote hoeveelheden basaltisch magma. Het huidige Hawaïi is geologisch het jongst. Het vulkanisme is op Hawaiï nog dagelijks actief.

 

Mauna Kea gefotografeerd vanuit het observatorium op Mauna Loa.

Uit de vorm van deze vulkaan blijkt duidelijk het karakter van een schildvulkaan. Schildvulkanen vormen vlakke vulkaankoepels die zijn opgebouwd uit basaltische gesteenten. Basaltlava is met een temperatuur van 1100-1300 graden zo dunvloeibaar dat lavastromen kilometers lange roodgloeiende banen vormen voordat het vloeibare gesteente stolt. Bij enorme schildvulkanen zoals op Hawaiï is het hellingpercentage niet erg groot. Op de planeet mars is de bekende Olympus Mons ook een schildvulkaan, maar van nog veel grotere afmetingen. Astronauten zouden nauwelijks merken dat ze zich op de helling van een vulkaan bevinden, zo gering is de helling daar.

Landsatopname van de onder water gelegen vulkanische complexen waarop de eilanden van de Hawaïi-groep zich ontwikkeld hebben. Het grootste eiland vooraan is Hawaïi.

Hoewel de ontstaanswijze van de Canarische eilanden misschien niet vergeleken kan worden met het hotspotvulkanisme van Hawaiï, is de ontwikkeling op de oceaanbodem tot boven water gelegen vulkaaneilanden vrijwel identiek. In de loop van miljoenen jaren worden de schildvulkanen op de oceaanbodem zo groot dat de toppen tenslotte als eilanden boven water verschijnen.

Tegen de tijd dat een seamount, dus een onder water gelegen vulkaan, het wateroppervlak nadert, dan zijn de erupties boven water vaak goed op te merken en soms, zoals hier op de Filippijnen, ronduit spectaculair. 


 

Door de aanwezigheid van een hotspot zijn op de oceaanbodem een aantal grote basaltische schildvulkanen ontstaan. Omdat mantelpluimen vast liggen en de Afrikaanse aardkorstplaat er met een paar centimeter per jaar van west naar oost over heen schuift, ontwikkelde zich in de loop van de tijd een rij vulkaaneilanden. In de Canarische archipel liggen de oudste eilanden (Fuerteventura en Lanzarote) daarom in het oosten. De jongste, El Hierro en La Palma, liggen het meest naar het westen. 
 

 

Op de satellietoponame zijn alle grote eilanden van de Canarische archipel zichtbaar. De ouderdom van de eilanden neemt van oost naar west af. Lanzarote en Fuerteventura zijn het oudst. De basis van deze eilanden ontstond al in de Krijt-periode, meer dan 60 miljoen jaar geleden. De eilanden La Palma en El Hierro zijn geologisch gezien het jongst. Door de afname in ouderdom wordt de indruk gewekt dat de vorming van de Canarische eilanden het gevolg is van het opwellen van heet magma boven een hotspot.


 

Moeilijk en feitelijk onverklaarbaar is dat het vulkanisme op sommige eilanden door de tijd heen periodiek actief is gebleven. Onderbrekingen van miljoenen jaren, waarin vooral erosie plaats vond, werden gevolgd door langdurige en vaak ook heftige vulkanische fasen. Blijkbaar doet het uit de aardmantel afkomstige magma er zeer lang over om magmakamers onder en in de oceanische aardkorst te vullen voordat het tot nieuwe uitbarstingen komt. 

 


 

Barranco del Infierno bij Adeje op Zuid-Tenerife.

De gesteenten in dit diep ingesneden ravijn zijn geologisch gezien de oudste op het eiland. Het gebied bij Adeje op Tenerife vormt een restant van een van de drie oorspronkelijke vulkanen waaruit het latere eiland is ontstaan. De beide andere gebieden zijn Anaga en Teno.

Spatkegel van de vulkaan Tahiche op Lanzarote, met daarvoor donkere basaltische scoria.

Het is al eerder opgemerkt, op sommige eilanden komen behalve zeer oude vulkanische gesteenten uit de begintijd van de ontwikkeling, ook vulkanieten voor die bij wijze van spreken gisteren zijn ontstaan. Het eiland Lanzarote is samen met Fuerteventura het oudste eiland van de Canarische archipel, maar het vulkanisme is nog steeds springlevend. Dit is heel bijzonder en in tegenspraak met dat wat van hotspotvulkanisme verwacht zou mogen worden. 

 

In het Parque National de Garajonay bij El Bailadero op La Gomera komen een aantal lichtkleurige domes voor van fonoliet. Samen vormen ze het natuurmonument Los Roques. De kegelvormige, steil oprijzende rotsen zijn krateropvullingen van ooit aanwezige vulkanen. Door langdurige verwering is het omgevende vulkaanlichaam verdwenen. Alleen het harde stollingsgesteente dat de kern vormde van de vulkaan bleef over. Deze kegelvormige krateropvullingen van magmatisch gesteente noemt men domes.

Op El Hierro vond in 2011 na een inleidende serie aardbevingen onderzees voor de kust bij de plaats La Restinga op een paar honderd meter diepte een eruptie plaats. Aan het zeeoppervlak was de uitbarsting op te merken aan merkwaardige verkleuringen van het zeewater, opborrelende vulkanische gassen en later zelfs ook drijvende brokken opgeschuimd gesteente. Deze laatste bleken niet van puimsteen te zijn, maar waren van sedimentaire oorsprong. De opgeschuimde steenbrokken moeten daarom afkomstig zijn uit de basis van het vulkaanlichaam van El Hierro.



Terzijde

Op de foto linksboven is sprake van fonoliet, een vulkanisch gesteente dat op La Gomera voorkomt in de rotsformatie die Los Roques vormt. Wat is fonoliet eigenlijk?

Het vulkanisme op de Canarische eilanden is basaltisch van aard. Het magma dat het vulkanisme voedt is afkomstig door opsmelting uit de bovenste aardmantel. Bij erupties vloeit hoofdzakelijk basaltlava uit spleten en krateropeningen. Basalt is een zwaar ijzer- en magnesiumrijk gesteente en is meest zeer donker van kleur. Het gesteente komt op alle eilanden veelvuldig voor. Naast basalt vinden we op veel eilanden ook lichtkleuriger gesteenten als fonoliet, trachiet en in een enkel geval zelfs rhyoliet. Deze vulkanieten zijn armer aan donkere mineralen en in deze volgorde in toenemend rijk aan kiezelzuur (SiO2). Deze gesteenten kunnen in dit basaltisch milieu ontstaan als magma in magmakamers onder de vulkanen lange tijd in rust blijft. Zwaardere bestanddelen krijgen zo de gelegenheid naar onderen te zakken, terwijl de lichtere, lees kiezelzuurrijkere, mineralen zich bovenin verzamelen. De scheiding van magma in lichtere en zwaardere bestanddelen noemt men magmadifferentiatie. Dit verschijnsel komt veel voor.
 
Trachiet en fonoliet bezitten t.o.v. rhyoliet minder kiezelzuur, fonoliet zelfs zo weinig dat niet uitsluitend veldspaten gevormd kunnen worden. Het gebrek aan kiezelzuur leidt bij fonoliet tot de vorming van zgn. veldspaatvervangers, ook wel foïden genoemd. Een bekend foïdmineraal is nefelien, dat in sommige zwerfsteensyenieten uit het Oslogebied voorkomt (lardaliet). Trachiet en fonoliet zijn beide vulkanische equivalenten van het gesteente syeniet. Om nog even bij de zwerfstenen te blijven, fonoliet komt als noordelijke zwerfsteensoort vrijwel niet voor. We kennen het gesteente nog het best onder de naam 'Tinguaiet van Dalarne',  een typisch blauwgroen gekleurd gesteente, vaak met naaldvormige zwarte kristallen van augiet.
 
Fonoliet komt op de Canarische eilanden verspreid betrekkelijk veel voor, de gestolde lavastromen op de hellingen van de vulkaan de Teide op Tenerife bijvoorbeeld, bestaan uit dit gesteente. Fonoliet is doorgaans fijnkorrelig, soms porfierisch door het voorkomen van kleine lichtkleurige eerstelingkristallen van veldspaat. Op het breukvlak bezit fonoliet vaak een typische vetglans. Het gesteente splijt van nature in platte stukken, die bij het aanslaan met de hamer een heldere klank laten horen. Vandaar ook de naam fonoliet. 

 

 

Porfierische fonoliet - Barranco de Arguineguin, Gran Canaria.

 

De witte vlekjes in het grijze, fijnkorrelige gesteente zijn van veldspaat. De zwarte naaldjes zijn van augiet (aegerien). Fonoliet en fonolietische ignimbrieten komen op Gran Canaria, vooral in het zuiden en zuidwesten veel voor.

Tinguaiet van Dalarne - Zwerfsteen van Malente (Dld.).

 

Tinguaiet is een fonolietisch gesteente dat geologisch gezien zeer oud is. De naam is verouderd, maar zwerfsteenliefhebbers blijven de oude naam gebruiken omdat het een gidsgesteente betreft. 

Trachiet - Mt. Eugasnei, Padova, Italië

Rhyoliet - Bishop, Californië, USA


 

Op sommige eilanden heerst een vulkanisch regiem, dat strijdig is met deze hotspottheorie. Op sommige Canarische eilanden is al zo’n 20 miljoen jaar sprake van actief vulkanisme. Op Hawaï daarentegen zien we dat het vulkanisme na verloop van tijd uitdooft, naar mate de eilanden zich verder van de hotspot verwijderen. Op de Canarische eilanden is dit niet het geval. In de afgelopen miljoen jaar was op vrijwel alle eilanden sprake van - soms indrukwekkende - vulkanische uitbarstingen, op het oostelijke eiland Lanzarote zelfs nog in historische tijd. Van La Palma, Tenerife en El Hierro is bekend dat zich daar in de laatste paar honderd jaar ook nog hevige erupties hebben voorgedaan. 
 

 

Ruimtelijk uitgeprepareerde kussenbasalt - Barranco de los Angustias, Caldera de Taburiente op La Palma.

In de diep ingesneden Barranco de los Angustias zijn door verwering oude, ooit onder water uitgevloeide basaltgesteenten te voorschijn gekomen. Basaltisch lava dat onder water uit spleten vloeit stolt door het koude omgevingswater zeer snel, terwijl het binnenin nog zeer heet en vloeibaar is. De gestolde huid van donker basaltgesteente barst telkenmale open waarbij naar buiten tredende lava vervolgens ook onmiddellijk stolt. Hierdoor ontstaan typische worstvormige en bolvormige basaltstructuren, die men kussenlava noemt.

Vulkaan Teneguia - Zuidpunt van La Palma 

Oude en recente vulkanische verschijnselen gaan op de meeste eilanden in de Canarische archipel hand in hand. Op de zuidpunt van La Palma, kwam het in oktober/november 1971 nog tot een serie spectaculaire erupties, waarbij veel basaltische lava werd uitgestoten. De zuidpunt van het eiland werd herschapen in een volkomen doodse en koolzwarte lavavlakte, die door het karakter van de lava (Aa-lava) moeilijk begaanbaar is. 


 


 

2) Gebergtevorming op het vasteland

De andere theorie gaat er van uit dat tijdens het Mioceen (Tertiair) in de oceaanbodem voor de Afrikaanse kust breuken ontstonden. Deze breuken zouden het gevolg zijn van tektonische spanningen die veroorzaakt werden door de intensieve plooiing en opheffing van het Atlasgebergte in Marokko. Het vermoeden bestaat dat het breuksysteem op de oceaanbodem tijdens de vorming van het Atlasgebergte actief was, waardoor van tijd tot tijd basaltisch magma uit de onderliggende mantel door de oceaanbodemkorst kon breken en over de zeebodem uitvloeide. Hierbij ontstonden onderzees basaltische schildvulkanen. Deze vormen het fundament van de huidige eilanden. 


 

Voor de zuidwestkust van Portugal en Spanje en voor de westkust van Afrika liggen twee groepen eilanden. Ze vormen een tweetal vulkanische provincies, namelijk die van Madeira en die van de Canarische eilanden. Opvallend is dat beide groepen twee boogvormige reeksen eilanden vormen, die in ouderdom van oost naar west afnemen. Binnen de Madeira provincie is Ormonde-seamount met 65-70 miljoen jaar het oudst met in het westen het huidige eiland Madeira. Deze is met zijn 5 miljoen jaar het jongst.

Een vergelijkbare situatie zien we binnen de Canarische provincie, waarbij Lars seamount met een leeftijd van 68 miljoen jaar het alleroudst is en El Hierro helemaal in het westen met 1 miljoen jaar het jongst. 

Een dergelijke oplopende ouderdom van een reeks achter elkaar gelegen eilanden wekt de suggestie dat aan het ontstaan van beide groepen eilanden hotspotvulkanisme ten grondslag ligt.

 

Het ontstaan van de Canarische eilanden als gevolg van het omhoogwellen van heet gesmolten gesteente ter plaatse van een hotspot wordt door veel onderzoekers  voor onwaarschijnlijk gehouden. De eilanden liggen niet in een lijn die correspondeert met de Afrikaanse plaatbeweging. De vorm van de eilanden Fuerteventura en Lanzarote en het onderliggende breuksysteem duidt eerder op actieve breukvorming op de bodem van de Atlantische Oceaan. De meer westelijk gelegen eilanden liggen ook op breuken. Dat de eilanden aan breuksystemen gekoppeld zijn en vermoedelijk niet aan een hotspot, verklaart ook beter het feit dat het vulkanisme binnen de Canarische eilandarchipel na ruim 20 miljoen jaar nog steeds springlevend is.


Opvallend is dat de lengteas van de eilanden Lanzarote en Fuerteventura overeen komt met de richting van de breukzone op de oceaanbodem. Langs deze as is ook het meeste vulkanisme geconcentreerd. Hoewel niet zeker zouden tektonische spanningen ook verantwoordelijk kunnen zijn voor een reeks recente aardbevingen tussen Gran Canaria en Tenerife. Afgezien van de gebeurtenissen bij El Hierro in 2011 is dit zeegebied momenteel het meest actieve aardbevingsgebied binnen de Canarische archipel. De laatste beving met een kracht van 3 op de schaal van Richter vond plaats in de nacht van 27 naar 28 juli 2015. Het hypocentrum van de bevingen ligt op grote diepte, vaak meer dan 30 kilometer. Een mogelijkheid die niet uitgesloten kan worden is dat de bevingen veroorzaakt worden door opwaartse verplaatsing van magma in de oceaanbodemkorst.
 

Onderwater erupties van vulkanen kunnen behoorlijk spectaculair zijn. Directe waarneming is echter lang niet altijd aan het zeeoppervlak waarneembaar.

Het uitvloeien onder water van gloeiend hete basaltische lava doet merkwaardige stollingsstructuren ontstaan. In contact met zeewater stolt lava onmiddellijk. Door de dunne gestolde huid breekt voortdurend nieuwe lava naar buiten, die eveneens onmiddelijk vast wordt. Hierdoor ontstaan typisch gestreepte bolvormige gesteentevormen die men kussenlava noemt.

Kussenlava in wording. Het onderzoeken en het nemen van lavamonsters van dergelijke gebeurtenissen is bepaald niet zonder gevaar. Door interne druk kan de dunne gestolde huid op onverwachte plaatsen openbreken en tot zeer ernstige verwondingen leiden. De bewegingsvrijheid in water is maar gering.

Een typisch onder water gefotografeerd oppervlak van grillig gevormde en opeengestapelde bollen kussenlava.

Kussenlava in de Barranco de los Angustias op La Palma.

 

In de diepe door verwering ingesneden barranco die de utmonding vormt van de grote Caldera de Taburiente, zijn oude kussenbasalten uit de beginfase van de vorming van het eiland aangesneden. 

Verweerde en door watererosie afgeschuurd rotsoppervlak bestaande uit grijsgroene, omgezette kussenbasalten. Ze worden doorsneden door een aantal gangen van fijnkorrelige basalt. Deze gangen vormden toevoerkanalen van basaltisch magma. Het vulkaanlichaam is hiermee doortrokken. Door de snelle afkoeling van het magma in smalle spleten is een fijnkorrelig gesteente ontstaan dat overeenkomt met basalt.


 

Hoe rustig en veilig de eilanden momenteel ook mogen lijken, het vulkanisme is niettemin springlevend en daarmee potentieel gevaarlijk. Hier zal in de volgende hoofdstukken nader op worden ingegaan.
 

De Teidevulkaan op Tenerife in ochtendlicht. Door het strijklicht valt op dat de flanken van de vulkaankegel talrijke donkere banen en vegen vertoont. Dit zijn subrecente lavastromen van fonoliet. De lichter gekleurde delen links op de flank van de Teide en aan de voet ervan bestaan uit puimsteentuf.

 

In 1909 vond voor de laatste maal op Tenerife een eruptie plaats. De locatie ligt in de buurt van de plaats Santiago del Teide, in het westen van Tenerife. Behalve veel los kolenzwart tot roestbruin gekleurd materiaal vloeide ook een flinke hoeveelheid basaltische lava uit de kratermond. Het is een merkwaardige gewaarwording dat na ruim 100 jaar alles nog volkomen onbegroeid is. Ieder jaar vind uit dankbaarheid vanuit Santiago del Teide een processie plaats naar de plaats waar de lavastroom afboog, weg van Santiago en de huizen in de omgeving.



Terug


 

 
© 2010-heden Kijkeensomlaag.nl
Flag Counter