Palaeophyllum

Deze rugose koloniekoraal dateert uit het Laat-Ordovicium.

In de kalkrijke keileem van de noordelijke Hondsrug zijn 

verschillende zwerfsteenexemplaren gevonden. Ook als

lavendelblauwe verkiezeling is de soort bekend. In

tegenstelling tot Silurische kolonievormende rugosa, is

Paleophyllum steeds geheel of gedeeltelijk verkiezeld.

 

 

Palaeophyllum bovenaanzicht. E.K. Groningen Palaeophyllum zijaanzicht E.K. Groningen

Palaeophyllum sp. - Zwerfsteen van het Engels Kamp in Groningen.

 

Deze Laat-Ordovicische soort bezit een fasciculate bouw. De eenvoudig dichotoom vertakte corallieten staan hier vrij ver uiteen. 

Palaeophyllum sp. - Zwerfsteen van het Engels Kamp in Groningen.

 

Zijaanzicht van de foto hiernaast. 

Palaeophyllum sp. 4 Groningen Palaeophyllum sp. 3 Groningen

Palaeophyllum sp. - Zwerfsteen van Groningen.

 

Zijaanzicht van het corallum. Hieraan is goed te zien hoe de corallieten zich dichotoom vertakken. 

Palaeophyllum sp. - Zwerfsteen van Groningen.

 

Zijaanzicht. 

Palaeophyllum sp. 2 Groningen Palaeophyllum sp. zijaanzicht corallum Groningen

Palaeophyllum sp. - Zwerfsteen van Groningen.

 

Grote afgerolde zwerfsteen van een oorspronkelijk nog (veel) grotere kolonie. De afzonderlijke corallieten staan op regelmatige afstanden van elkaar. 

Palaeophyllum sp. - Zwerfsteen van Groningen.

 

Zijaanzicht van dezelfde koraal. 

 

 

 

Het corallum van Palaeophyllum bestaat uit smalle,

dichotoom vertakte, tot ca. 5 mm grote, rondekoraalbuizen, 

die gewoonlijk los van elkaar staan, maar lokaal ook 

dichter opeen kunnen staan. Op plaatsen waar ze elkaar 

raken bezitten de corallieten soms hoekige doorsneden. 

De corallieten zijn in hun lengteverloop onregelmatig gebogen.

Op dwarsdoorsnede vallen talrijke septa op. Langere septa, 

waarvan er enkele doorlopen tot in het centrum, wisselen af 

met kortere. De distale einden van de langere septa zijn in 

het midden van de corallieten ietwat verdikt en vormen daar 

een zgn. stereozone. De septa hebben een ietwat onregelmatig

verloop.

 

 

 

Palaeophyllum sp. 1 Noordbroek Palaeophyllum De Haerst Zwolle

Palaeophyllum sp. - Zwerfsteen van Noordbroek (Gr.).

 

Palaeophyllum is een Laat-Ordovicische soort die ook als lavendelblauwe verkiezeling in Vroeg-Pleistocene rivierzanden voorkomt. 

Palaeophyllum sp. - Zwerfsteen van De Haerst, Zwolle.

 

Zijaanzicht. 

Palaeophyllum sp. Ellertshaar Palaeophyllum sp. 2 Ellertshaar

Palaeophyllum sp. - Zwerfsteen van Ellertshaar (Dr.). 

Palaeophyllum sp. - Zwerfsteen van Ellertshaar (Dr.).

 

Zijaanzicht van de steen hiernaast. 

Palaeophyllum sp. bovenaanzicht Ellertshaar Palaeophyllum sp. zijaanzicht Ellertshaar

Palaeophyllum sp. - Zwerfsteen van Ellertshaar (Dr.).

 

Bovenaanzicht 

Palaeophyllum sp. - Zwerfsteen van Ellertshaar (Dr.).

 

Zijaanzicht van de steen hiernaast. 

 

Op overlangse doorsnede valt op dat de tabulae tegen de 

corallietwand iets naar beneden doorgebogen zijn. Dit is

ook in het midden van de tabulae het geval. Overigens 

zijn ze compleet, d.w.z. ze lopen in de buis van wand tot 

wand. 

 

 

 

Acervularia ananas

Acervularia is een van de mooiste en sierlijkst gebouwde

koloniekoralen onder de zwerfstenen. Acervularia komt

in een paar soorten voor. Het corallum is altijd compact 

en ceroïd. De corallieten raken elkaar aan alle zijden en 

zijn daarom polygonaal in doorsnede. 

 

 

Acervularia ananas 1b Groningen Acervularia ananas 1a Hortus Haren

Acervularia ananas - Zwerfsteen van Groningen.

 

Op een gedeelte van het zwerfsteenoppervlak zijn de corallieten in hun oorspronkelijke vorm nog aanwezig. 

Acervularia ananas - Zwerfsteen van Haren (Gr.).

 

De veelhoekige vorm van de dicht opeenstaande corallieten is bij Acervularia meestal zeer goed te zien. Geëtst exemplaar.

Acervularia ananas Groningen Acervularia ananas 2a E.K. Groningen

Acervularia ananas - Zwerfsteen van Groningen.

 

Van Acervularia komen relatief veel verschijningsvormen voor, typen met grote corallieten, maar ook exemplaren waarin de corallieten smallere doorsneden bezitten. 

Acervularia ananas - Zwerfsteen van het Engels Kamp in Groningen.

 

 

Acervularia ananas1 Haddorf Acervularia ananas 2 Groningen

Acervularia ananas - Zwerfsteen van Haddorf (Dld.).

 

Acervularia is een van de sierlijkste onder de Silurische koloniekoralen.

Acervularia ananas - Zwerfsteen van Groningen.

 

Vermoedelijk zullen veel zwerfsteentjes van Acervularia aan de aandacht ontsnappen. De witachtige zwerfstenen zien er uit als fijnkorrelige marmer, zonder dat de typische koraaltekekening opvalt. Etsen in zoutzuur brengt deze naar voren. 

 

 

Acervularia wordt weinig in grote exemplaren gevonden, 

de meeste zwerfstenen zijn niet groter dan 8 cm. In 

onverweerde toestand zijn zwerfstenen van Acervularia 

door een vaag zichtbare skeletstructuur niet makkelijk te

herkennen. Alleen in natte toestand wordt dit enigermate 

zichtbaar. Etsen in zoutzuur brengt daar verbetering in. 

 

De corallieten zijn op dwarsdoorsnede door een lichtkleurige 

binnenring verdeeld in een buitenzone (= marginarium) en 

de eigenlijke centrale woonruimte van de poliep (= tabularium).

Deze binnenring ontstaat doordat de septa op enige afstand 

van hun aanhechting op de binnenwand zijn verdikt en op 

die plaatsen met elkaar zijn vergroeid.

 

 

Acervularia ananas detail Groningen Acervularia ananas detail 1b Hortus Haren

Acervularia ananas - Detail zwerfsteen van Groningen.

 

Door de duidelijke binnenrand zijn marginarium en tabularium goed van elkaar te onderscheiden. 

Acervularia ananas - Detail zwerfsteen van Haren (Gr.).

 

De witte binnenring wordt veroorzaakt door een plaatselijke verdikking van de septa. De ring vormt de begrenzing tussen marginarium aan de buitenzijde en het centrale tabularium, waar de poliep met zijn lichaam in zat.  

 

 

De langere septa lopen door tot in het centrum van de 

coralliet, de kortere reiken tot aan de binnenring of steken

er iets aan voorbij. Dit is echter niet bij alle acervularia’s 

het geval. Onder zwerfstenen komen soorten voor, waarbij 

het tabularium geheel vrij is van septa. Vooral bij soorten 

met smallere corallieten (0,7-0,9 cm) is dit het geval.

 

Acervularia sp. Haren Acervularia sp. overlangs Haren

Acervularia sp. - Zwerfsteen van Haren (Gr.).

 

Bij dit type met zijn verhoudingsgewijs kleine, smalle corallieten ontbreken septa in het tabularium. 

Acervularia sp. - Zwerfsteen van Haren (Gr.).

 

Zijaanzicht van de steen hiernaast. 

 

 

Op overlangse doorsnede is goed te zien dat de corallieten

gevuld zijn met dissepiment. Langs de binnenwand van 

de corallieten is het relatief grof van structuur. 

 

 

 

Cyathophylloïdes

Oppervlakkig gezien lijkt Cyathophylloïdes op de vorige soort. 

De corallieten zijn vergelijkbaar groot en net als bij Acervularia

zijn deze op dwarsdoorsnede polygonaal. Toch is het beeld 

van Cyathophylloïdes  anders. Zo ontbreekt bij deze koraalsoorteen binnenring, omdat de septa geen verdikkingen

bezitten. Ook het marginarium ontbreekt. Volgroeide coralieten

hebben een doorsnede van ongeveer één centimeter. De 

corallietwanden zijn relatief dik. 

 

Septa zijn talrijk aanwezig, uitgegroeide corallieten bevatten

er wel 44, verdeeld over twee generaties. De tussengelegen

septa zijn zeer kort en doornvormig, de langere reiken tot 

aan het midden van de corallieten. Daar zijn ze met elkaar

vergroeid. In overlangse doorsneden is deze septale 

vergroeiing als axiale structuur goed te zien. 

 

 

Cyathophylloïdes sp. 1a Hortus Haren Cyathophylloïdes sp. zijaanzicht Hortus Haren
Cyathophylloïdes sp. - Zwerfsteen van Haren (Gr.).

Cyathophylloïdes sp. - Zwerfsteen van Haren (Gr.).

 

Zijaanzicht van de steen hiernaast. 

 

Cyathophylloïdes is uitsluitend bekend van Saarema (Estland).

Op Gotland is deze soort (nog) niet aangetroffen.

 

 

Entelophyllum rugosum

Entelophyllum is van Midden-Silurische ouderdom.In de 

kalksteenrijke keileem van de noordelijke Hondsrug komt 

deze koloniekoraal vrij algemeen voor, zij het meestal in 

kleine tot zeer kleine koloniefragmenten. Toch zijn van 

deze soort in de loop van de tijd meerdere grote coralla

gevonden, niet zelden een paar kilo zwaar. 

 

Entelophyllum vormt open,struikvormige kolonies bestaande 

uit talrijke vertakte,cilindrische corallieten. In sommige 

gevallen staan de corallieten dichter opeen, waardoor ze hier

en daar contact met elkaar maken. Op die plaatsen hebben

de corallieten polygonale doorsneden.

 

Entelophyllum sp. bovenaanzicht E.K. Groningen Entelophyllum sp. 7 bovenaanzicht Groningen

Entelophyllum rugosum - Zwerfsteen van het Engels Kamp in Groningen.

 

Bovenaanzicht van een grote zwerfsteen. 

Entelophyllum rugosum - Zwerfsteen van Groningen.

 

De afzonderlijke corallieten bezitten een fraai radiair patroon van ietwat zigzag verlopende septa. De iets donkerder getinte centra zijn de tabularia. 

 

De doorsnede van de corallieten is variabel. Bij uitgegroeide 

kolonies zijn ze min of meer even groot (iets meer dan 1 cm) 

met daartussen smallere individuen. Het grootteverschil tussen

de corallieten houdt verband met de leeftijd van het corallum.

Bij volgroeide kolonies zijn de doorsneden van de corallieten 

gemiddeld overal even groot. Bovendien lopen de woonbuizen

in die gevallen vrijwel parallel aan elkaar (=phaceloïd). 

 

Grote kolonies van Entelophyllum maken daardoor een 

gelijkmatige indruk. Jongere en kleinere coralla zijn meer 

dendroïd vertakt. De groei en ontwikkeling van het corallum

is bij deze exemplaren duidelijk nog in volle gang. We zien

hier corallieten met verschillende doorsneden. 

 

Op de wanden van de corallieten zijn talrijke septa geplaatst.

Het merendeel ervan reikt tot in het centrum.Onder de loep 

is goed te zien dat de septa ietwat zigzag (carinaat) verlopen

door verdikkingen die alternerend op de septa aanwezig zijn.

 

 

 

Entelophyllum 1 met dendroïd vertakt corallum Groningen Entelophyllum sp. 12 b met phaceloïd corallietverloop Groningen

Entelophyllum rugosum - Zwerfsteen van Groningen.

 

Voorbeeld van een dendroïd vertakt corallum. 

Entelophyllum rugosum - Zwerfsteen van Groningen.

 

Voorbeeld van een corallum waarin de afzonderlijke corallieten grotendeels parallel aan elkaar verlopen. Deze bouwwijze noemt men phaceloïd. 

Entelophyllum sp. 7 detail Groningen Entelophyllum sp. met carinate septe1b E.K. Groningen

Entelophyllum rugosum - Detail zwerfsteen van Groningen.

 

De septa bij deze koraalsoort verlopen door kleine verdikkingen op de septa enigszins zigzag (=carinaat). Het 'kriebelige' kalkweefsel tussen de septa in het marginarium is het dissepiment. 

Entelophyllum rugosum - Detail zwerfsteen van Groningen.

 

Hoewel kleiner van formaat zijn de carinate septa in de corallieten duidelijk te zien. 

 

 

 

Op doorsnede tonen de corallieten een duidelijke tweedeling. 

Langs de binnenwand is een marginarium aanwezig. Deze 

wordt deels gevormd door verdikkingen van de septa, 

waardoor een ring gevormd wordt, maar ook doordat het 

dissepiment in het marginarium relatief sterk blaasvormig 

ontwikkeld is. Onder de loep toont het dissepiment zich als 

een warrige structuur van dunne, kromme lijntjes. 

 

 

Entelophyllum sp. 12a bovenaanzicht Groningen Entelophyllum zijaanzicht Haren

Entelophyllum rugosum - Zwerfsteen van Groningen

 

Bovenaanzicht corallum 

Entelophyllum rugosum - Zwerfsteen van het Engels Kamp in Groningen,

 

Overlangse doorsnede door corallum. 

 

 

De tabulae in het centrale gedeelte van de corallieten

zijn tabulae aanwezig. De convex naar boven gebogen 

kalkplaatjes staan op regelmatige afstanden van elkaar. 

Ze zijn in het midden afgeplat. Incomplete, alternerend 

geplaatste tabulae zijn veelal afwezig.

 

 

Verdieping 

De ontwikkeling van een rugose koraalkolonie vond plaats door 

ongeslachtelijke deling. De volgroeide poliep kon zich afhankelijk van 

de soort op verschillende manieren in twee of meer dochterpoliepen

opsplitsen. 

 

Bij zwerfstenen van Entelophyllum is deze ongeslachtelijke voortplanting

gemakkelijk te volgen. Bij de volwassen poliep ontstonden aan de 

binnenzijde van de kelkrand een wisselend aantal knoppen die tot jonge

poliepen uitgroeiden. Het opdelen vond plaats doordat een aantal 

septa groter werd, waarbij de buitenste septa met hun uiteinden naar

elkaar toe groeiden en vergroeiden (=tabularische knopvorming). De 

dochterpoliepen namen snel in grootte toe, waarna het delingsproces 

zich na verloop van tijd herhaalde. Bij zwerfstenen van Entelophyllum 

is vaak te zien dat zich aan de binnenrand van de coralliet een soort 

‘kralensnoer’ van nieuwe corallieten gevormd heeft, maar ook dat enkele 

van de nieuwe dochtercorallieten in groei achter bleven, na korte tijd 

afstierven en verdwenen.

 

Entelophyllum rugosu met knopvorming Groningen Entelophyllum coralliet met knopvorming Groningen
Knopvorming is bij zwerfstenen van Entelophyllum in vrijwel iedere steen te zien. De jonge individuen zijn langs de binnenrand van de corallietwand geplaatst.  Detailopname van een moedercoralliet die zich in zes aparte individuen heeft opgesplitst. 
SAxiale knopvorming Acervularia Hortus Haren Weissermelia 1c knopvorming Kreuzfeld
Axiale knopvorming bij Acervularia ananas.  Bij Weissermelia vindt verjonging plaats aan de buitenkant van de corallieten. Daar ontwikkelen zich knoppen die tot nieuwe corallieten uitgroeien. 

 

 

Bij Acervularia deelde de moederpoliep zich zo op, dat in het centrale 

gedeelte van de kelk twee, drie of zelfs vier nieuwe poliepen ontstonden. 

Dit noemt men axiale knopvorming.

 

Bij andere soorten ontstonden er knopvormige verdikkingen aan de 

buitenzijde van de moederpoliep, waarbij deze laatste gewoon bleef 

bestaan (=laterale knopvorming). 

 

Tenslotte was o.m. bij Cyathophylloïdes sprake van intermurale

knopvorming. Nieuwe corallieten ontstonden op de gemeenschappelijke

wand van twee moederpoliepen. 

Opmerking:

In recente publicaties gebruikt men voor het delingsproces bij rugose 

koralen een andere terminologie. Hierboven zijn echter de oude 

aanduidingen gebruikt, omdat we die nog in allerlei standaardwerken 

tegenkomen.

 

 

Prohexagonaria

Naast Entelophyllum met zijn losstaande,cylindrische 

koraalbuizen zijn in de kalkrijke keileem op de noordelijke 

Hondsrug en ook in de smeltwaterafzettingen bij Haddorf 

en Neuenkirchen zwerfstenen gevonden met corallieten, 

die in bouw en structuur sterk aan Entelophyllum herinneren, 

maar in detail toch verschillen tonen. Wat allereerst opvalt 

is dat de coralla van Prohexagonaria compact en doorgaans 

ceroïd zijn. De corallieten zijn vrijwel overal dicht opeengepakt, 

waardoor deze op doorsnede veelal polygonaal van vorm zijn.

 

 

Prohexagonaria sp. E.K. Groningen Protohexagonaria sp. overlangs E.K. Groningen

Prohexagonaria sp. - Zwerfsteen van het Engels Kamp in Groningen. 

 

Bovenaanzicht corallum

Prohexagonaria sp. - Zwerfsteen van het Engels Kamp in Groningen.

 

Zijaanzicht corallum. 

 

 

De wanden van de corallieten zijn echter niet overal recht. Op 

plaatsen waar een kleinere coralliet direct tegen een groter 

individu grenst, zijn de wanden convex gebogen en wel zo 

dat deze positief uitvallen voor de kleinere in ontwikkeling 

zijnde corallieten. Met andere woorden, de jonge coralliet 

veroorzaakt een deuk in zijn grotere ‘buurman’. 

 

De corallieten bezitten grotere doorsneden (2 tot 3 cm) dan 

die bij Entelophyllum. De fors uitgevallen corallieten en de 

meer compacte, ceroïde koloniebouw is oorzaak dat deze 

koralen, samen met de iets grovere skeletstructuur, van 

Entelophyllum afgescheiden zijn en in het aparte subgenus

Prohexagonaria zijn ondergebracht.

 

 

Prohexagonaria sp. Haren Prohexagonaria sp. detail Haren

Prohexagonaria sp. - Zwerfsteen van Haren (Gr.).

 

Bovenaanzicht corallum. De donkere vlekken in de corallieten zijn de tabularia. In twee corallieten is de oorspronkelijke kelk bewaard gebleven. 

Prohexagonaria sp. - Zwerfsteen van Haren (Gr.). 

 

Detail bovenaanzicht.

 

 

Een ander verschil met Entelophylllum is dat de septa dun

zijn en onduidelijk carinaat. Het tabularium is smal met 

daarin tabulae die afwisselend compleet of incompleet zijn. 

Het tabularium wordt omgeven door een relatief brede zone

met dissepiment.

 

 

 

Strombodes

Deze koloniekoraal valt op door zijn afwijkende bouw. 

Strombodes is met geen van de vorige koraalsoorten te 

vergeleken. Uit zwerfstenen komt duidelijk naar voren dat 

het corallum van deze soort voor een belangrijk deel uit 

verspreid staande, grote koraalbuizen bestaat waarbij de 

tussenliggende ruimten opgevuld zijn met talrijke kleinere.

De rangschikking van de koraalbuizen is afwisselend 

phaceloïd en ceroïd.

 

 

Strombodes 1a bovenaanzicht Groningen Strombodes 1c zijaanzicht Groningen

Strombodes sp. - Zwerfsteen van Groningen.

 

Bovenaanzicht corallum. 

Strombodes sp. - Zwerfsteen van Groningen.

 

Zijaanzicht corallum. Aan de overlangse doorsnede van de corallieten is het tabellarium te herkennen aan de fijne lengtestreping, veroorzaakt door de septa. Aan weerszijden daarvan is een grof type blaasvormig weefsel te zien (dissepiment). 

 

 

Merkwaardig is dat een aantal van de kleinere corallieten, 

vooral op plaatsen waar die tegen grotere individuen grenzen, 

beschouwd moeten worden als horizontale uitstulpingen van 

deze laatste. Op overlangse doorsnede zien we dit terug als 

een merkwaardige, verticale zonering waarbij de parallel 

verlopende koraalbuizen op regelmatige afstanden boven 

elkaar ringvormige verbredingen tonen. 

 

De grotere corallieten zijn op doorsnede ca. 3 centimeter 

groot, de kleinere wisselen in grootte, mede afhankelijk 

van het ontwikkelingsstadium.

 

Op dwarsdoorsnede valt aan zwerfstenen verder de brede

stereozone op, die uit een grof type blaasvormig weefsel 

bestaat. Naar binnen gaat dit over in het relatief brede 

tabularium. Septa zijn duidelijk aanwezig, vooral in het 

tabularium. Ze lopen door tot in het centrum. Veel septa 

zijn aan hun einden gekromd. 

 

 

Strombodes 1b detail bovenaanzicht Groningen Strombodes sp. Haddorf

Strombodes sp. - Detail zwerfsteen van Groningen.

 

De verdeling van de coralliet in het marginarium en het tabellarium is in deze dwarsdoorsnede goed te zien. Het marginarium is gevuld met een relatief grof type dissepiment. 

Strombodes sp. - Zwerfsteen van Haddorf (Dld.). 

 

 

Op overlangse doorsneden valt het zeer grof gebouwde 

dissepiment op. In het tabularium zijn talrijke onregelmatig 

convex gebogen tabulae boven elkaar aanwezig. De 

zichtbaarheid ervan wordt bemoeilijkt door de verticale 

streping van de septa.  

 

Hoewel Strombodes van Silurische ouderdom is, is duidelijk

dat de soort verwant moet zijn met Lonsdaleia, een geslacht

kolonievormende rugose koralen die in het Devoon, maar 

vooral in het Vroeg-Carboon voorkwamen. De gelijkenis van

Strombodes met Actinocyathus(Lonsdaleia) floriformis is zo 

treffend dat dit niet op toeval, bijvoorbeeld convergentie, 

kan berusten.  Actinocyathus komt o.m. voor in het onderste 

deel van het Laat-Carboon (Serpukhovien) van Novogurovsk 

(Moscow basin) in Rusland. Het Serpukhovien komt als etage 

overeen met het onderste Namurien van Noordwest-Europa.

 

 

ActinocyathusLonsdaleiafloriformis 2. Moscow basin Novogurovsky stone quarrySerpukhovian Stage

Actinocyathus (Lonsdaleia) floriformis - Novogurovsk, Rusland.

 

De gelijkenis van deze Laat-Carbonische rugose koraal met de Silurische Strombodes is opmerkelijk te noemen. 

 

 

 

 

Kodonophyllum 

Voor zover bekend zijn van deze koraal slechts twee 

zwerfsteenvondsten bekend. De grootste meet 16x9x8cm.

De andere is kleiner. Beide koraalkalken zijn gevonden in

de keileem op de noordelijke Hondsrug.

 

In het grote zwerfsteenexemplaar zijn een flink aantal 

ronde corallieten aanwezig. Ze zijn maximaal 1,5 cm groot. 

De cylindrische koraalbuizen staan in de meeste gevallen 

los van elkaar, slechts op een paar plaatsen maken ze 

contact met elkaar. 

 

Opvallend zijn de variabele doorsneden van de corallieten. 

Talrijke smallere individuen komen verspreid voor tussen 

grotere corallieten. Samen met de wisselende onderlinge

afstanden van de corallieten wordt duidelijk dat we hier 

met een dendroïde koloniekoraal te maken hebben, die nog

in zijn ontwikkelingsfase verkeerde.

 

 

Konodophyllum sp. Helpman Groningen Konodophyllum sp. zijaanzicht Groningen

Konodophyllum sp. - Zwerfsteen van Groningen.

 

De spreiding van de coralieten in grote en kleine individuen maakt duidelijk dat deze koraalkolonie nog in ontwikkeling was. Ruimtelijk gezien is het corallum als dendroïd te duiden.

Konodophyllum sp. - Zwerfsteen van Groningen.

 

Zijaanzicht corallum. Uit de foto blijkt het dendroïde karakter.

Konodophyllum sp detail Helpman Groningen Konodophyllum detail doorsnede coralliet Groningen

Konodophyllum sp. - detail van de foto hierboven.

 

 

Konodophyllum sp. - detail zijaanzicht. 

 

 

Op de binnenwanden van de corallieten zijn talrijke septa 

ingeplant. Op enige afstand van de binnenwand zijn de 

septa verdikt en vormen daardoor een duidelijke, radiaal 

gestreepte, grijswitte zone (=marginarium). Marginarium

en tabularium tekenen zich visueel duidelijk van elkaar af. 

De septa in het marginarium zijn relatief dik. Voorbij 

deze zone reiken alleen de langste septa tot in het centrum.

Omdat ze op die plaatsen veel dunner zijn, zijn ze moeilijker

zichtbaar.

 

 

Weissermelia sp.

Dit is een kolonievormend koraaltype dat samen met 

Entelophyllum het meest in de keileem wordt aangetroffen. 

Onder de zwerfsteenvondsten komen exemplaren voor van 

nog jonge, dendroïd vertakte kolonies, naast uitgegroeide, 

meer phaceloïd ontwikkelde vormen. De corallieten daarin 

lopen min of meer parallel aan elkaar. 

 

 

Weissermelia 1a Kreuzfeld Weissermelia sp. 1c detail bovenaanzicht Kreuzfeld
Weissermelia sp. - Zwerfsteen van Kreuzfeld (Dld.). 

Weissermelia sp. - detailvergroting van de foto hiernaast.

 

Karakteristiek bij deze soort is de 'porierand' langs de binnenwand van de corallieten.

 

 

Weissermelia sp. bovenaanzicht Groningen Weissermelia sp. zijaanzicht Groningen

Weissermelia sp. - Zwerfsteen van Groningen.

 

Bovenaanzicht corallum. 

Weissermelia sp. - Zwerfsteen van Groningen.

 

Zijaanzicht corallum. 

 

 

Op het eerste gezicht doet Weissermelia enigszins aan een 

slankere versie van Entelophyllum denken, maar bij 

eerstgenoemde zijn de corallieten veel smaller. Vaak zijn 

de doorsneden van de corallieten niet groter dan een 0,5 cm. 

De gelijkvormige coralieten zijn tamelijk uniform over de 

kolonie verdeeld. 

 

De corallieten staan meest los van elkaar, maar de 

onderlinge afstanden wisselen. Meer dan eens zijn zwerfstenen 

gevonden, waarin de corallieten plaatselijk zo dicht 

opeengepakt zijn dat ze polygonale doorsneden laten zien. 

Fasciculate en ceroïde kolonievormen komen bij Weissermelia

voor, zelfs in een en dezelfde kolonie. De verschillen zullen 

ongetwijfeld te maken hebben gehad met de ecologie in het 

leefgebied destijds.

 

 

Weissermelia 2b bovenaanzicht E.K. Groningen Weissermelia sp. 2a bovenaanzicht Haren

Weissermelia sp. - Zwerfsteen van het Engels Kamp in Groningen.

 

De pakking van de corallieten in de zwerfsteen is zo dicht dat deze elkaar overal raken. Het gevolg hiervan is dat de ronde doorsneden veelhoekig (polygonaal) zijn geworden. Deze rangschikking noemt men ceroïd. 

Weissermelia sp. - Zwerfsteen van het Engels Kamp in Groningen.

 

Voorbeeld van een koraalkolonie in ontwikkeling. De corallieten staan relatief wijd uiteen, bovendien is de spreiding over het oppervlak onregelmatig. Dit is een voorbeeld van een dendroïd corallum. 

 

 

Op doorsnede zijn talrijke septa te zien. Het verloop ervan 

is enigszins onregelmatig. Septa zijn ook in het tabularium 

aanwezig, maar slechts een paar grotere reiken tot in het

centrum van de coralliet, de meerderheid eindigt op korte 

afstand daarvan. 

 

De aanwezigheid van regelmatig geplaatste kleine kalkblaasjes

(=dissepiment) tussen de septa langs de binnenwand van de 

corallieten veroorzaakt een effect waardoor het lijkt alsof een smalle, opvallende porierand aanwezig is. Dit beeld is

karakteristiek voor Weissermelia.

 

Weissermelia 3 E.K. Groningen
Weissermelia sp. - Zwerfsteen van het Engels Kamp in Groningen. 

 

 

 

In het tabularium zijn weliswaar tabulae aanwezig maar deze 

zijn bijzonder onregelmatig van grootte en plaatsing en ook 

moeilijk zichtbaar. Sommige tabulae zijn incompleet en zo 

gebogen dat ze op doorsnede een blaasvormig karakter 

bezitten.

 

 

 

 

© 2010-heden Kijkeensomlaag.nl
Flag Counter