Het op naam brengen van stromatoporen is niet makkelijk. Dit
geldt zowel voor in situ verzamelde exemplaren als voor onze
zwerfsteenstromatoporen. Misschien zijn stromatoporen daarom
niet erg in trek bij verzamelaars. Het niet kunnen herkennen
komt voornamelijk door de zeer fijne, slecht zichtbare skeletstructuur
van deze fossiele sponzen. Hier komt nog bij dat toegankelijke
literatuur niet beschikbaar is en met name zwerfsteenstromatoporen
sterk geleden hebben van het transport; de stenen zijn afgeschuurd
en/of gebroken en zitten bovendien vol met krassen en blutsen.
Alleen als stomatoporen nat gemaakt worden valt iets van een
skeletstructuur te zien, maar dat is ook maar zeer tijdelijk. Kortom,
verzamelaars kunnen weinig met deze fossielen.
Zo komen stromatoporen uit onverweerde keileem te voorschijn, afgeschuurd en vol met blutsen en krassen. Van de fijne skeletstructuur is in droge toestand weinig te bespeuren. Pas na het etsen met zuur zijn de skeletelementen zichtaar onder de loep of binoculair. |
Met de lavendelblauwe verkiezelingen uit het oostelijk grind is het
al niet beter gesteld. Doorgaans moeten we het doen met kleine
steentjes, fragmenten dus, en herkenbare skeletstructuren die het
verkiezelingsproces overleefd hebben. Bovendien laten verkiezelingen
zich niet met een chemisch trucje verbeteren. Dit lukt met kalksteen
stromatoporen wel*. Het maakt daarbij niet uit of het keileemvondsten
zijn of stromatoporen die verzameld zijn op de Oostzee-eilanden
Gotland en Saarema zijn.
Lavendelblauw verkiezelde stromatopoor - Zwerfsteen van Wilsum (Dld.).
Aan de vorm en de schalige bouw is deze zwaar verkiezelde stromatopoor te herkennen, maar de fijne skeletelementen zijn bij het verkiezelingsproces grotendeels verloren gegaan. |
* Met een oplossing van mieren- of fosforzuur, in de vorm van schoonmaakazijn,
kunnen kalkige stromatoporen geëtst worden. Door de werking van het zuur lost
calciumcarbonaat op, waarbij de fijne skeletelementen zich bij het etsen door
hun afwijkende kristalstructuur duidelijker aftekenen. Het etsen gaat het veiligst
met schoonmaakazijn, maar met een zoutzuuroplossing (10%) gaat het sneller
en is het resultaat vaak ook beter.
Afhankelijk van de grootte van de stromatoporen vullen we een plastic afwasbak
of dito emmer met lauw water zodanig dat de stromatoporen ruim onder staan.
Voeg vervolgens, afhankelijk van de hoeveelheid kalkstenen, één of twee
theekopjes zoutzuur aan het water toe. Werk niet andersom in verband met het
mogelijke opspatten van zoutzuur. Het calciumarbonaat van de stromatoporen
reageert heftig met het zuur, waardoor de oplossing gaat bruisen. Het beste
doe je dit in de buitenlucht. Gebruiken we schoonmaakazijn dan dient dit
onverdund gebruikt te worden.
Zorg ervoor dat de stenen met een houten stok of plastic spatel regelmatig
omgehusseld worden. Hierdoor vermijden we storende etsstrepen op de kalkstenen.
Nadat het bruisen vrijwel is opgehouden, zorgen we ervoor dat de stenen op de
bodem van de emmer vrij van elkaar komen te liggen. Let er op dat de meest
interessante zijde van de fossielen vrij in het nog zure water komt te liggen. Laat
de emmer met fossielen een volle dag met rust. Borstel daarna de stromatoporen
onder de kraan af en laat ze drogen. Als het goed is zijn de fijne skeletstructuren
nu duidelijk zichtbaar.
Deze methode hoeft niet tot stromatoporen beperkt te blijven. Het kan met
kalkstenen van alle geologische leeftijden. Eventueel aanwezige fossielen,
zoals foraminiferen, bryozoën en koralen komen gegarandeerd duidelijk te
voorschijn. Pas echter op met fossielen die bij het doorslaan van de kalkstenen
te voorschijn zijn gekomen, zoals schelpen en trilobietresten. Het etsen daarvan
heeft geen zin, sterker nog, in het zuur lossen die op.
Thecia swindereniana - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen.
Bij het behandelen van kalksteenfossielen met verdund zoutzuur worden kleine skeletelementen door hun afwijkende kristalstructuur prachtig uitgeëtst. |
Subalveolitella sp. - Zwerfsteen van Haddorf (Dld.).
Het maakt niet uit waar de kalkstenen gevonden zijn of uit welke periode deze stammen. Als de fossielen uit calciumcarbonaat bestaan zijn de fijnere structuren met schoonmaakazijn of (beter nog) met verdund zoutzuur heel fraai naar voren te halen. |
Onderstaande beschrijvingen zijn gebaseerd op kalkige zwerfsteen
stromatoporen uit de kalkrijke keileem van de Hondsrug.
Stromatoporen zijn ook van andere vindplaatsen bekend, zoals
uit de omgeving van Haddorf en Neuenkirchen in Duitsland en
ueberhaupt in Noord-Nederland waar keileemafzettingen kalkstenen
bevat.
Labechia
Van deze stromatopoor zijn slechts enkele zeer kleine
zwerfsteenvondsten bekend. Het kalkskelet kan massief zijn,
maar uit de vondsten blijkt meest een laminaire bouw. Het
coenosteum bestaat uit een opeenstapeling van convex gebogen
plaatjes die op dwarsdoorsneden een fijn blaasvormige structuur
te zien geeft. Reeksen kleinere blaasjes vormen rechtopstaande,
relatief dikke ronde pilaartjes. Aan het oppervlak zijn deze als
ronde, iets donkerder gekleurde papillen zichtbaar. Door
rekristallisatie van het kalkskelet kleuren de gevonden exemplaren
van Labechia wit. Het oppervlak toont opvallend genoeg enige
gelijkenis met een favosiet.
Labechia conferta, bovenaanzicht. Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. | Labechia conferta, zijaanzicht. Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. |
Labechia conferta, bovenaanzicht. Zwerfsteen van Haren (Gr.).
Bij eerste aanblik doen zwerfsteentjes van Labechia aan een favosiet denken. |
Labechia conferta, zijaanzicht. Zwerfsteen van Haren (Gr.). |
Labechia conferta - Zwerfsteen van Groningen. | Labechia conferta - Zwerfsteen van Groningen. |
Pachystylostroma
Zeldzaam type stromatopoor, dat voor zover bekend steeds in
de vorm van kleine zwerfsteentjes is gevonden. De skeletstructuur
is afwijkend en tegelijk opvallend. Het coenosteum bestaat uit
kortere of langere, onregelmatig alternerend gerangschikte,
lensvormige blazen en blaasjes. Deze zijn van elkaar gescheiden
door horizontale groeizones of lamellen, die uit veel kleinere,
dichter opeen gelegen blaasjes bestaan. Pilaartjes in de vorm van
korte of iets langere stekeltjes vormen duidelijk zichtbare verticale
kalkstructuurtjes in het skelet. Astrorhizae komen niet voor.
Pachystylostroma sp. - Zwerfsteen van Haren (Gr.). | Pachystylostroma sp., zijaanzicht - Zwerfsteen van Haren (Gr.). |
Pachystylostroma sp. - Zwerfsteen van Groningen. | Pachystylostroma sp. - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. |
Pachystylostroma estoniense - Zwerfsteen van Haddorf (Dld.).
De skeletstructuur van deze stromatopoor is zo karakteristiek dat de soort zonder microscoop te determineren is. |
Pachystylostroma estoniense, detail van steen hiernaast. |
Clathrodictyon
Op dwarsdoorsneden is een regelmatige, horizontale vier- tot
rechthoekige maasstructuur te zien van laminae en pilaartjes.
De fijne structuur is met het blote oog te herkennen. De laminae
worden gevormd door een aaneenschakeling van convex gebogen
of meer afgeplatte kalkplaatjes, die aan één zijde naar onderen
afgebogen zijn en incomplete pilaartjes vormen. Ze lopen niet
door tot de daaronder gelegen lamina. De kalkelementjes zijn in
regelmatige, parallelle laagjes gerangschikt, soms vormt de
structuur in zijn geheel een meer of minder uitgesproken golvend
patroon. Mamelonen kunnen aanwezig zijn. Astrohrizae zijn maar
zelden duidelijk waarneembaar.
Clathrodictyon sp. - Lavendelblauwe verkiezeling van Wilsum Dld.). | Clathrodictyon sp., detail - Lavendelblauwe verkiezeling van Wilsum (Dld.). |
Clathrodictyon turritum - Lavendelblauwe verkiezeling van Itterbeck (Dld.).
Deze stromatoporensoort bezit op het kolonieoppervlak relatief grote mamelonen. Bovenaan rechts zijn daarvan nog twee zichtbaar. Als gevolg hiervan is de skeletstructuur op overlangse doorsnede sterk geplooid. |
|
Clathrodictyon lenticulare - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. | Clathrodictyon lenticulare - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen |
Clathrodictyon sp. - Zwerfsteen van Groningen. | Clathrodictyon sp., detail skeletstructuur overlangs. Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. |
Clathrodictyon mohicanum - Gedeeltelijk verkiezelde zwerfsteen van Groningen. | Clathrodictyon mohicanum, overlangse doorsnede - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. |
Ecclimadictyon
Op dwarsdoorsnede toont deze stromatopoor een vermiculaat
tot enigszins hakerig patroon door de zigzag verlopende laminae.
Op dwarsdoorsnede vormt het skelet een structuur van een zeer
fijn diagonaal of zigzag netwerk van kleine onregelmatige blaasjes.
De laminae zijn direct met elkaar verbonden zonder de vorming
van pilaartjes. Astrorhizae, indien aanwezig, zijn onregelmatig van
vorm. Ecclimadictyon lijkt oppervlakkig op Clathrodictyon maar
onderscheidt zich van deze door de schuin oplopende of zigzag s
tructuur van de skeletelementen.
Ecclimadictyon sp., bovenaanzicht - Lavendelblauwe verkiezeling van Wilsum (Dld.). | Ecclimadictyon sp., zijaanzicht - Lavendelblauwe verkiezeling van Wilsum (Dld.). |
Ecclimadictyon sp. - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. | Ecclimadictyon sp., detail skeletstructuur - Zwerfsteen van het Engels kamp, Groningen. |
Ecclimadictyon sp. - Zwerfsteen van Groningen. | Ecclimadictyon sp., detail skeletstructuur - Zwerfsteen van Groningen. |
Ecclimadictyon sp., zijaanzicht - Zwerfsteen van Groningen. | Ecclimadictyon sp. - slijpplaatje van kalksteenexemplaar, overlangse doorsnede. |
Plexodictyon katriense
Lijkt oppervlakkig op Ecclimadictyon, maar de sterk naar onderen
afbogen kalkplaatjes vormen gezamenlijk een veel duidelijker
diagonaal netwerk, dat bovendien grover van bouw is. Bovendien
zijn relatief dikke paralaminae aanwezig. Deze lopen als lichtkleurige
lijntjes horizontaal en schuin door het skelet . Naar hun uiteinden toe
worden ze dunner en wiggen ze uit. Astrorhizae zijn afwezig.
Plexodictyon katriense - Zwerfsteen van Haren (Gr.). |
Plexodictyon katriense - Zwerfsteen van Haren (Gr.). |
Plexodictyon katriense, bovenaanzicht - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. | Plexodictyon katriense, zijaanzicht - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. |
Symplexodictyon ( =Diplostroma)
Tot voor kort beschouwde men Diplostroma als een apart genus.
De gelijkenis met Symplexodictyon is echter zo groot- zij het dat
Diplostroma iets grover van structuur is – dat men besloten heeft
dit genus bij Symplexodictyon onder te brengen. ‘Diplostroma’ bezit
een zeer regelmatige, meest horizontale structuur door de parallelle
rangschikking van een groot aantal dicht opeen staande, relatief
dikke laminae. Karakteristiek voor ‘Diplostroma’ was dat de laminae
op veel plaatsen door een dun, helder tussenlaagje overlangs in
tweeën gedeeld zijn. Aan geëtste exemplaren is dit onder de binoculair
of met de loep makkelijk te zien. Deze mediane structuur is een
neomorfose en is ontstaan als gevolg van rekristallisatie. Pilaartjes
zijn regelmatig verticaal in de galerijen tussen de laminae geplaatst.
Symplexodictyon (Diplostroma) sp., bovenaanzicht met doorsneden van woonbuizen van de rugose koraal Entelophyllum rugosum - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. |
Symplexodictyon (Diplostroma), detail skeletstructuur - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen.
De coenostea van stromatoporen als Symplexodictyon convictum, Symplexodictyon (Diplostroma) en Densastroma bevatten vaak symbionten. Soms zijn het tabulate koralen, maar meestal betreft het wijdvertakte kolonievormende rugose koralen. Op bovenstaande foto zijn doorsneden zichtbaar van de rugose koraal Entelophyllum rugosum. Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. |
Symplexodictyon (Diplostroma) sp. - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. | Symplexodictyon (Diplostroma) sp., detail skeletstructuur - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. |
Symplexodictyon (Diplostroma) sp. - Zwerfsteen van Groningen. | Symplexodictyon (Diplostroma), detail met laminae en pilae - Zwerfsteen van Groningen. |
Symplexodictyon (Diplostroma) - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen.
Het genus Diplostroma is opgesteld mede op grond van de aanwezigheid van een dunne, heldere mediane structuur in de laminae. Dit calcietisch tussenlaagje is echter secundair en is het gevolg van rekristallisatie. De pijlen wijzen naar de laminae waar deze mediane structuur duidelijk zichtbaar is. Diplostroma is daarom ondergebracht bij het genus Symplexodictyon. Omdat de skeletstructuur afwijkt van Symplexodiction convictum en zwerfsteentjes vrij algemeen voorkomen, is de oude naam tussen haakjes toegevoegd. |
Symplexodictyon sp., zijaanzicht - Zwerfsteen van Haren (Gr.). |
Symplexodictyon convictum
Heeft op dwarsdoorsnede wel iets weg van Clathrodictyon, maar
mist de typische vesiculaire structuur. Laminae zijn op gelijkmatige
afstanden boven elkaar geplaatst en zijn ononderbroken. In de
laminae is soms sprake van de aanwezigheid van een mediane sutuur.
De laminae zijn van elkaar gescheiden door korte gelijkvormige ronde
pilaartjes. De skeletstructuur als geheel vormt een regelmatig,
rechthoekig fijn netwerk. Symplexodictyon wordt meestal gevonden
in symbiose met een fijngebouwde tabulaat (Syringopora affabilis)
en ingegroeide rugose koralen. Astrorhizae zijn zwak ontwikkeld en
niet vertakt.
Symplexodictyon convictum - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen.
Stromatoporen van deze soort tonen vrijwel altijd een symbiose met de tabulate koraal Syringopora affabilis. Naast Densastroma is dit de meest voorkomende zwerfsteenstromatopoor. |
Symplexodictyon sp. met Syringopora affabilis - Zwerfsteen uit de binnenstad van Groningen.
In dit sterk verweerde exemplaar zijn de corallieten (=woonbuisjes) van Syringopora geheel opgelost. Desondanks is de typische bouw van stromatopoor en tabulaat goed zichtbaar gebleven. |
Symplexodictyon convictum met Syringopora affabilis, bovenaanzicht - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. | Symplexodictyon convictum met Syringopora affabilis, zijaanzicht - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. |
Symplexodictyon convictum, bovenaanzicht met Syringopora affabilis - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen | Symplexodictyon convictum met Syringopora affabilis, zijaanzicht - Zwerfsteen van Haren (Gr.). |
Symplexodictyon sp. met Syringopora affabilis - Hemse beds, Ardre, Gotland, Zweden. | Symplexodictyon sp. met Syringopora affabilis, detail - Ardre, Gotland, Zweden. |
Densastroma
Dit is een van de meest voorkomende kalksteenstromatoporen uit
de keileem. De fossielen zijn vaak van een afstand al te herkennen
aan de knollige zwerfsteenvorm. Densastroma bezit een zeer dichte
structuur zonder zichtbare skeletelementen. De kleur van de
onverweerde keileemvondsten is vaak (donker)bruin. Op de
latilaminae zijn dikwijls 3-7 mm grote astrorhizae aanwezig. Ze
tekenen zich als kleine sterretjes op het oppervlak af. Aan geëtste
exemplaren vallen vaak de symbiontische, smalle cylindrische
doorsneden van rugose koralen te zien. Daarnaast zijn op het
oppervlak van de latilaminae ook regelmatig kleine figuurtjes z
ichtbaar die op kleine slakkenhuisjes lijken. Het zijn de met heldere
calciet gevulde gangetjes van spirorbis, een borstelworm.
Densastroma sp. - Zwerfsteen van Groningen.
Verweerde zwerfstenen van Densastroma bezitten een fijn suikerkorrelig oppervlak waarop zich de latilaminae duidelijk aftekenen. Zij verlenen zwerfstenen een gelaagde indruk. |
Densastroma sp. - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen.
Tabulate koralen, bryozoen en ook stromatoporen vertonen soms verkiezelingsverschijnselen. De verkiezelde partijen kleuren wit. |
Densastroma sp. - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen.
De donkere figuurtjes zijn doorsneden van met heldere calciet opgevulde gangetjes van Spirorbis, een Silurische borstelwormpje. |
Densastroma sp. - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen.
Door het etsen met zuur kunnen fijne skeletstructuren zichtbaar worden gemaakt. Echter, bij Densatroma helpt dit maar zeer ten dele. De sterk gelaagde bouw komt weliswaar goed tot uitdrukking, maar de bepalende skeletstructuren blijven zelfs onder een binoculair te onduidelijk. Voor de soortbepaling helpen alleen slijpplaatjes. |
Pseudolabechia
Een fraai gebouwd type stromatopoor. Aan geëtste exemplaren
vallen op dwarsdoorsnede allereerst de lichter gekleurde
verticale kolommen op. Het zijn smalle bundelvormige
structuren, die op regelmatige afstanden van elkaar
gerangschikt zijn. Onder de binoculair blijken ze te bestaan
uit kleine schuin opwaarts divergerende kalkelementjes.
Oppervlakkig gezien doen ze aan veervormige structuren
denken. De matrix van het kalkskelet bestaat uit onregelmatig
met elkaar vergroeide dunne, gebogen kalkplaatjes, waardoor
een fijne blaasjestructuur ontstaat.
Aan het oppervlak vormen de veervormige kolommen vaag
begrensde, lichtkleurige vlekjes. Van dichtbij is te zien dat
ze rondachtig van vorm zijn en een netvormige structuur bezitten.
De schuin naar buiten divergerende kalkelementen zijn op
doorsnede rond. Ze zijn verbonden door smalle lijntjes. Met elkaar
zorgen ze voor de hiervoor genoemde netstructuur.
Pseudolabechia sp., zijaanzicht - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. | Pseudolabechia sp., bovenaanzicht - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. |
Pseudolabechia sp., zijaanzicht - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. | Pseudolabechia sp., bovenaanzicht - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. |
Pseudolabechia sp., bovenaanzicht - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. | Pseudolabechia sp., detail bovenaanzicht - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. |
Pseudolabechia sp., zijaanzicht - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. | Pseudolabechia sp., zijaanzicht met veervormige bundels - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. |
Stromatopora
Samen met Densastroma zijn zwerfstenen van Stromatopora
algemeen in de keileem te vinden. De vorm van het coenosteum
is zeer verschillend. Vaak vinden we onregelmatig golvend
verlopende laminaire vormen in kalkstenen, maar algemener
zijn de compacte knolvormige exemplaren. Zelfs aan geëtste
exemplaren is de zeer fijne structuur van het skelet niet makkelijk
herkenbaar. De afzonderlijke kalkelementen lijken wel met elkaar
versmolten te zijn. De zichtbaarheid ervan wordt vrij vaak
bemoeilijkt door rekristallisatie.
Onder de binoculair blijkt dat de kalkskeletten uit dicht opeen
gelegen, relatief dikke laminae bestaan met korte pilaartjes of
net andersom. Het verschil met Densastroma is dat deze laatste
nog minder van zijn samenstellende skeletstructuurtjes laat zien.
Zien we op dwarsdoorsneden aan geëtste exemplaren iets van
zeer fijne horizontale en verticale structuurtjes, dan hebben we
waarschijnlijk met Stromatopora te doen. Het is echter oppassen,
want er zijn meer stromatoporen met een zeer fijne skeletstructuur.
Om die van elkaar te onderscheiden zijn microscooppreparaten
noodzakelijk. Acetaatpeels geven bij stromatoporen onbevredigende
resultaten. De overige stromatoporen bezitten een veel opener,
vesiculaire structuur. Astrorhizae kunnen bij Stromatopora aan- of
afwezig zijn, dat geldt ook voor mamelonen.
Stromatopora sp., zijaanzicht coenosteum - Zwerfsteen van Groningen. | Stromatopora sp., zijaanzicht met skeletstructuur - Zwerfsteen van Groningen. |
Stromatopora pseudotuberculata, bovenaanzicht coenosteum - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. | Stromatopora pseudotuberculata, detail oppervlak - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. |
Stromatopora pseudotuberculata, detail oppervlak - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. | Stromatopora pseudotuberculata, detail zijaanzicht coenosteum - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. |
Parallelostroma
Het coenosteum van deze stromatopoor kan uiteenlopende vormen
bezitten. Meestal zijn ze massief halfbolvormig, cylindrisch of
paddestoelvormig. Opvallend aan deze soort is de regelmatige
kruislingse rangschikking van de skeletelementen, waarbij vooral
de horizontaal geplaatste laminae opvallen. De dicht opeen
liggende laminae zijn in verhouding dik en zijn duidelijk zichtbaar
bij geëtste exemplaren. Ze zijn van elkaar gescheiden door
horizontale, parallel aan de laminae gerangschikte galerijen. De
pilaartjes zijn kort. Ze zijn uitsluitend in de interlamellaire ruimten
aanwezig. Verder komen in wisselend aantal smalle verticaal
gerangschikte tubes voor. Deze doorsnijden de laminae. Op het
oppervlak en ook op de latilaminae zijn stervormige astrorhizae
aanwezig.
Parallelostroma sp., zijaanzicht - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. | Parallelostroma sp., bovenaanzicht - Zwerfsteen van Groningen. |
Parallelostroma sp., zijaanzicht coenosteum - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. | Parallelostroma sp., zijaanzicht - Zwerfsteen van Haren(Gr.). |
Parallelostroma sp., zijaanzicht - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. | Parallelostroma sp., zijaanzicht met aanduiding van latilaminae - Zwerfsteen van Haren (Gr.). |
Lophiostroma
Gezien zijn afwijkende bouw mag dit een opvallend type stromatopoor
genoemd worden. Zwerfsteenvondsten zijn altijd klein, hooguit een
paar centimeter breed en hoog. Opvallend is dat de steentjes aan de
bovenzijde duidelijk gestippeld zijn. Het patroon wordt veroorzaakt
door afgesleten papillen. Dit maakt Lophiostroma zo makkelijk
herkenbaar. De papillen staan dicht opeen en zijn meestal donkerder
van kleur dan de matrix.
Vondsten van Gotland laten zien dat het kalkskelet van Lophiostroma
nooit compleet uit het gesteente te voorschijn komt. Altijd zijn het
kleine en soms wat grotere fragmenten, dun, een paar millimeter vaak,
en daardoor uitermate kwetsbaar. De bovenzijde is voorzien van, zo
lijkt het, dicht opeen staande korte, ca. een millimeter hoge stekeltjes
(papillen of tuberkels).
Het coenosteum van Lophiostroma is laminair incrustrerend en maakt
door de horizontale groeilijnen een duidelijk gelaagde indruk. De
laminae liggen zeer dicht opeen. Pilaartjes ontbreken, waardoor er
geen interlaminaire ruimten aanwezig zijn. Opvallend is dat de laminae
op onderling korte afstand kegelvormig omhoog gebogen zijn, waardoor
op dwarsdoorsnede een typisch sterk gegolfd patroon ontstaat.
Lophiostroma schmidti, bovenaanzicht met papillen - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. | Lophiostroma schmidti, zijaanzicht - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. |
Lophiostroma schmidti, bovenaanzicht - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. | Lophiostroma schmidti, overlangse doorsnede - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. |
Lophiostroma schmidti - Zwerfsteen van Haren (Gr.). Lophiostroma heeft als substraat een afgestorven? kolonie van Paleofavosites gekoloniseerd. |
Lophiostroma schmidti - Zwerfsteen van Haren (Gr.). Op de foto is goed te zien dat deze stromatopoor zich als een dikke korst over de kolonie van Paleofavosites heeft gevormd. |
Lophiostroma schmidti - klein fragment van dun, laminair coenosteum - När, Gotland, Zweden.
Het oppervlak van deze soort is bedekt met dicht op elkaar gelegen papillen. |
Clavidictyon
Dit is de enige stromatopoor met een bundelvormig kalkskelet,
opgebouwd uit smalle cylindrische takken. Op het eerste gezicht
doen vondsten van Clavidictyon aan vertakte koralen als Thamnopora
en Pachypora denken, maar het ontbreken van enige structuur doet
anders vermoeden. Ook in natte toestand zijn behalve de takstructuur
nagenoeg geen details te bespeuren. Pas na het etsen van de
vondsten blijkt dat de takken op dwarsdoorsnede een vaag zichtbare
concentrische structuur van laminae tonen. Ook is zichtbaar dat de
laminae zich in de perifere delen van de takken manifesteren. Meer
naar het centrum is een onregelmatig netwerkpatroon zichtbaar.
Clavidictyon sp., overlangse doorsnede - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen.
Takvormige stromatoporen zijn zeldzaam, ook als zwerfsteen. Pas na etsing is iets van een lamellaire structuur in de dwarsdoorsneden te zien. |
Clavicictyon sp., dwarsdoorsnede - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen. |
Clavidictyon sp. - Zwerfsteen uit de noordelijke binnenstad van Groningen.
De onregelmatig takvormige stromatopoor is grotendeels verkiezeld. Door verwering zijn de kalkige partijen opgelost en verdwenen. |
Clavidictyon sp., dwarsdoorsnede - Zwerfsteen van Helpman, Groningen |
Amphipora
De taxonomie van Clavidictyon is niet duidelijk, net zo min als die
van de eveneens takvormige Amphipora. Het aangegeven verschil
tussen beide stromatoporen is dat bij Amphipora een smal rond
axiaal kanaaltje in de takken aanwezig is. Bij Clavidictyon ontbreekt dit.
Amphipora sp. - Zwerfsteen van het Engels Kamp, Groningen.
De smalle cylindrische takken van deze soort bevatten in het centrum een smal kanaaltje. Op doorsneden is deze te herkennen aan een donkere stip. |