Om een gesteente te herkennen en te beschrijven zijn drie dingen van

belang: de mineralogische samenstelling, structuur* en korrelgrootte.

Metamorfe zwerfstenen zijn bijzonder talrijk, vooral typen die in het verre verleden door regionale

metamorfose zijn ontstaan. Na granieten staan metamorfe zwerfstenen op de tweede plaats,

hoewel dit afhankelijk is van de plaatsen waar men stenen zoekt.

In Oostbaltische zwerfsteengezelschappen, die vooral voorkomen in

Noord- en Oost-Drenthe, zijn gneizen veel talrijker dan bijvoorbeeld zandstenen.

In Westbaltische zwerfsteengezelschappen is het percentage metamorfe

gesteenten iets lager en zijn zandstenen daarentegen talrijker.

 


 

 

 

Biotietgraniet Gaarkeuken Gr Drammengraniet Voera Sandefjord Oslo Alandrapakivi Gieten Dr

Biotietgraniet - Zwerfsteen van Gaarkeuken (Gr.).

 

Deze graniet bezit een gelijkmatige structuur waarin de mineraalkorrels min of meer even groot zijn. Deze graniet bezit dus een gelijkkorrelige structuur.

Drammengraniet - Zwerfsteen van Voera, Vesteroya, Noorwegen.

 

Deze grofkorrelige graniet bezit een richtinglooskorrelige structuur,  typisch voor granieten. 

Alandrapakivi - Zwerfsteen van Gieten (Dr.).

 

Alandrapakivi's bezitten door hun ronde, witomrande veldspaatovoïden een opvallende porfierische structuur.

Gneisgraniet Hoge Veld Norg Mylonietgneis Werpeloh Migmatiet 2 Groningen

Gneisgraniet - Zwerfsteen van het Hoge Veld, Norg (Dr.).

 

In tegenstelling tot bovenstaande granieten zijn de samenstellende mineralen in de meeste metamorfe gesteenten parallel gerangschikt, waardoor een streperige structuur ontstaat. Dit noemt men foliatie. De afgebeelde steen is een porfierische gneisgraniet.

 

Mylonietgneis - Zwerfsteen van Werpeloh (Dld.).

 

In mylonieten zijn mineralen tot dunne strepen uitgewalst. De foliatie is hier veel sterker. 

Migmatiet - Zwerfsteen van Groningen.

 

Migmatieten bestaan uit twee petrografisch verschillende onderdelen: 1) een donkere biotietgneis met een duidelijke foliatie en 2) nieuwvormingen in de vorm van lichtkleurige banden en strepen. Deze bestaan uit richtingloze graniet. De wijze waarop de nieuwvormingen elkaar kruisen, maakt dat deze migmatiet een agmatische structuur bezit.

 


Het bekendste metamorfe gesteente bij zwerfsteenliefhebbers is

'gneis'. Naast graniet is dit het meest voorkomende zwerfsteentype van noordelijke herkomst. De variatie onder gneizen is bijna even groot als bij graniet. Ook in samenstelling en kleur verschillen veel gneizen niet

wezenlijk van granieten. Beide gesteenten bestaan voornamelijk uit veldspaat,

kwarts en glimmer. Waar een gneis echter direct aan te herkennen is, is de

gestreeptheid ofwel de parallelle rangschikking van de mineralen. Gneizen

wekken daarom van enige afstand de indruk dat ze gelaagd zijn. Deze gelaagdheid is echter schijn. Echte

gelaagdheid kom je alleen in sedimenten tegen, zoals zandsteen. De lagen en laagjes

die daarin voorkomen lopen door het gehele gesteente. Bij gneizen hebben

we te maken met mineraalkorrels, die ten gevolge van deformatie een afgeplatte

vorm hebben aangenomen. Van de zijkant gezien kijken we bij gneizen tegen

de doorsneden aan van uitgewalste, pannenkoekvormig of lensvormig

gedeformeerde mineralen. De evenwijdige rangschikking ervan maakt dat ze

gneis een streperig aanzicht verlenen. Maar nogmaals, met echte

gelaagdheid heeft dit niets te maken.

 


 

 

 

Gelaagde zandsteen 2 Borger. Dr Biotietgneis Walchum Dld

Gelaagde zandsteen - Zwerfsteen van Borger (Dr.).

 

Zandsteen is een sedimentair gesteente dat opgebouwd is uit boven elkaar afgezette zandlaagjes. Dit veroorzaakt een duidelijk zichtbare, gelaagde structuur.  

Biotietgneis - Zwerfsteen van Hoogersmilde (Dr.).

 

Gneizen maken vaak een 'gelaagde' indruk. Dit komt omdat de afzonderlijke mineralen tijdens metamorfose gerekristalliseerd en parallel t.o.v. elkaar zijn gerangschikt. De mineralen vormen geen doorgaande laagjes, maar pannenkoekachtige plakjes die elkaar dakpansgewijs bedekken.

 

 


*Structuur en textuur zijn begrippen die in de gesteentewereld 

verschillende betekenissen hebben. Jammer is dat bij onze oosterburen de

uitleg van beide begrippen tegengesteld is aan die bij ons. Voor verzamelaars

van gesteenten is dit zeer verwarrend, vandaar dat op deze website uitsluitend

gesproken wordt van structuur.



Op grond van het uiterlijk, d.w.z. hoe de samenstellende minerale

bestanddelen ten opzichte van elkaar gerangschikt zijn, herkennen we bij

metamorfieten verschillende structuren:

 




Schisteus
Wanneer mineralen in een metamorf gesteente dezelfde oriëntatie bezitten

ofwel in hetzelfde vlak liggen, duidt men dit aan als foliatie. De mate van

foliatie is bepalend voor het uiterlijk van metamorfieten. Bezitten gesteenten

een duidelijke, soms papierdunne foliatie, zoals fylliet of schist, waarlangs het gesteente 

heel makkelijk splij, dan noemt men dit schisteus. Vooral schisten zijn

makkelijk splijtbare gesteenten dankzij de aanwezigheid van veel evenwijdig gerichte glimmerblaadjes.

 


 

 

Fylliet Corsica Fr Granaatglimmerschist Haddorf Dld

Fylliet - Corsica (Fr.).

 

Bij iets sterkere metamorfose ontstaat uit leisteen fylliet. Het makkelijk splijtbare, glimmende gesteente toont op de splijtvlakken zeer veel kleine glimmerblaatjes. Fylliet bezit een zeer dunne foliatie.

Granaatglimmerschist - Zwerfsteen van Haddorf (Dld.).

 

Bij voortgaande metamorfose wordt fylliet omgezet in glimmerschist. Dit gesteente is zeer rijk aan glimmer (muscoviet), vaak vergezeld van rode granaten en zwarte hoornblendekristallen. Glimmerschisten zijn erg schisteus, waardoor ze makkelijk splijten.

 

 

 


 

 

 

Streperigheid
Gneizen en amfibolieten zijn voorbeelden van gesteenten waarbij de

minerale bestanddelen door deformatie en/of rekristallisatie parallel gericht

zijn en vaak ook gerekt. Hierdoor ontstaat de indruk van gelaagdheid. De

streperigheid van gneizen valt vooral in het oog doordat biotiet zich vaak

manifesteert als dunne vegen en strepen, die zich om de andere mineralen

voegen.

 


 

 

Tweeglimmergneis Kasseedorf Dld Hoornblendegneis 2 Werpeloh Dld

Tweeglimmergneis - Zwerfsteen van Kasseedorf, Dld.

 

De streperige structuur van deze gneis wordt vooral veroorzaakt door parallelle rangschikking in strepen en vegen van zwarte biotiet.

Hoornblendegneis - Zwerfsteen van Werpeloh (Dld.).

 

De gerichtheid van zowel plagioklaas als hoornblende levert een beeld op van een sterk streperige steen. 

 


 


Ogenstructuur
Dit is een vorm van gerichtheid bij gneizen waarbij oog- of lensvormige

veldspaten en andere mineralen omgeven zijn door de overige, evenwijdig gerangschikte

bestanddelen. Deze veldspaatogen kunnen nieuwvormingen zijn die door

metasomatose zijn ontstaan, het kunnen ook gedeformeerde eerstelingen

zijn van porfierische graniet, dat bij metamorfose veranderd is in (ogen)gneis.

De veldspaatogen kun klein zijn of centimeters groot. Bovendien kunnen ze

intern een gaaf kristal vormen of ze zijn door deformatie gegranuleerd.

 


 

 

 

Ogengneis 2 Walchum Dld Ogengneis Hubertsberg Oostzee Dld

Ogengneis - Zwerfsteen van Walchum (Dld.).

 

De kaliveldspaten vormen in deze biotietgneis amandelvormige porfyroblasten. Deze zijn omgeven door een dunne mantel van plagioklaas.

Myloniet ogengneis - zwerfsteen van Hubertsberg, Oostzee, Dld.

 

In deze zwerfsteen vormen de ogen geen gave kristallen, maar zijn ze door tektonische druk geheel verbrijzeld en ook ietwat gedraaid. Deze oogvormige veldspaten noemt men porfyroblasten (zie ook porfyroklasten). 

Ogengneis Mommark Als Dk Ogengneis 2 Werpeloh Dld

Ogengneis - Zwerfsteen van Mommark, Als (Dk.).

 

De grote oogvormige vlek in het gesteente is een amandelvormige porfyroblast van kaliveldspaat.

Migmatiet met ogenstructuur - Zwerfsteen van Werpeloh (Dld.).

 

Niet alle ogengneizen zijn hetzelfde. De grote ronde vlek in deze steen bestaat niet uit kaliveldspaat alleen. De vlek is opgebouwd uit kaliveldspaatkristallen vergezeld van kwarts en plagioklaas. Biotiet vormt kleine zwarte stipjes. De vlek is een nieuwvorming zoals die ontstaan in ultra-metamorfe gesteenten als migmatieten. De steen op de foto wordt daarom een migmatiet met een ogenstructuur genoemd.

 


 

 

Gebandheid
 

Deze vorm van gerichtheid komt voor bij gneizen (= lagengneis) die een

onregelmatige afwisseling laten zien van veldspaat/kwartsrijke banden en

meer donkere die rijk zijn aan biotiet. De bandering is het gevolg van

rekristallisatie en nieuwvorming van veldspaat, kwarts, biotiet en andere

mineralen. De overgang tussen de afzonderlijke lagen kan scherp zijn.

Gneizen als deze noemt men ook wel adergneizen. Gneizen met deze

structuur moeten niet verward worden met migmatieten.


 

 

 

Lagengneis Randesund Zuid Noorwegen Lagengneis Wilsum Dld

Lagengneis - Randesund, Zuid-Noorwegen.

 

 

Lagengneis - Zwerfsteen van Wilsum (Dld.).

 


 


Lineaire structuur
Dit zijn gesteenten, waarin de afzonderlijke mineralen tot lange, meest

dunne lijsten en strepen zijn uitgewalst. Gneizen met deze structuur zijn

als zwerfsteen zeldzaam. Ze worden stengelgneis genoemd.

 


 

 

 

Stengelgneis 2 Dubravlany Tsjechië Stengelgneis Werpeloh Dld

Stengelgneis - Dubravlany, Tsjechië.

 

Door hoge druk zijn de mineralen in het gesteente uitgewalst tot smalle, evenwijdig lopende strepen. 

Stengelgneis - Zwerfsteen van Norg (Dr.).

 

Hoewel iets grover van structuur dan de steen hiernaast, is deze zwerfsteen ook een voorbeeld van stengelgneis.

 

 


 

 

 

 

Verder onderscheiden we bij metamorfe gesteenten:

 




Porfyroblastische structuur
Metamorfe gesteenten met opvallende, grote kristallen die er uit zien

als eerstelingen uit porfierische stollingsgesteenten, bezitten een

porfyroblastische structuur. De toevoeging 'blast' geeft aan dat het

kristallen betreft die langs metasomatische weg in het vaste gesteente

zijn ontstaan. Porfyroblasten in zwerfstenen zijn vaak van (kali)veldspaat.

Ze komen voor in gesteenten als ogengneis. Plagioklaas, granaat en hoornblende

komen als porfyroblast ook tamelijk veel voor.

 


 

 

Gneis met kaliveldspaatporfyroblasten Werpeloh Dld Ogengneis Mommark Als Dk
Gneis met kaliveldspaat porfyroblasten - Zwerfsteen van Werpeloh (Dld.).  Biotietgneis met kaliveldspaat porfyroblasten - Zwerfsteen van Mommark, Als (Dk). 
Migmatiet met granaatporfyroblasten Ellertshaar Granaat porfyroblast met sillimaniet Tensfeld. Dld
Biotiet-granaat-glimmergneis met porfyroblasten van rode granaat - Zwerfsteen van Ellertshaar (Dr.). 

Porfyroblast van rode granaat - Zwerfsteen van Tensfeld (Dld.).

 

Deze zeer grote granaat is omgeven door een mantel van fijnvezelige sillimaniet. 

Gedrietgneis Emmerschans Gneis met porfyroblasten van gedriet Skyshuttan Dalarne
Gneis met porfyroblasten van gedriet (=amfiboolsoort) - Zwerfsteen van Zuidbarge (Dr.).  Gneis met radiaalstralige porfyroblasten van gedriet - Skyshuttan, Dalarne, Zweden. 
Gneis met hoornblende porfyroblasten Fur Limfjord Dk Gneis met muscoviet porfyroblasten Hubertsberg Oostzee Dld
Gneis met hoornblende porfyroblasten - Zwerfsteen van Fur, Limfjord, (Dk.). Gneis met porfyroblasten van muscoviet - Kasseedorf(Dld.). 

 

 


 


Porfyroklastische structuur
Komt niet vaak voor en heeft betrekking op grotere kristallen die als

overblijfsel uit een eerder (gemetamorfoseerd) gesteente bewaard zijn

gebleven. Porfyroklasten kunnen ontstaan zijn uit porfyroblasten.

 


 

 

Myloniet ogengneis Wippingen Dld Myloniet Ogengneis Haddorf Dld
Ogengneis met een porfyroklastische structuur - Zwerfsteen van Wippingen (Dld.)  Ogengneis met een porfyroklastische structuur - Zwerfsteen van Haddorf (Dld.). 

 

 


 


Granoblastische structuur
Dit zijn metamorfieten waaraan geen typisch gerichte structuur of

gestreeptheid valt te ontdekken. Ook ontbreken porfyroblasten. De

mineraalkorrels zijn min of meer even groot. Een goed voorbeeld hiervan

is mafische granuliet, maar ook sommige zwerfstenen van oficalciet

(oermarmer) tonen een granoblastische, richtingloos korrelige structuur.

 


 

 

Mafische granuliet Elsloo Fr Granaatilmenietrots Ellertshaar Dr

Mafische granuliet - Zwerfsteen van Elsloo (Fr.). 

 

Dit basische gesteente is bij een hoge temperatuur en druk (niet gericht) diep in de aardkorst ontstaan uit andere basische gesteenten. Door het ontbreken van gerichte druk konden nieuwgevormde mineralen in alle richtingen groeien. Hierdoor is een richtinglooskorrelig gesteente ontstaan, waarin foliatie ontbreekt.

Granaat-ilmenietrots - Zwerfsteen van Ellertshaar (Dr.).

 

Ook dit is een mafische granuliet, die onder vergelijkbare omstandigheden is ontstaan als de steen op de foto hiernaast. 

 

 


 


Nematoblastische structuur
Wordt gezegd van metamorfieten waarin evenwijdig gerangschikte,

(langstengelige) porfyroblasten van amfibolen het beeld bepalen. Komt

voor in hoornblendeschisten, dito gneizen en amfibolieten.


 

 

Hoornblendegneis Norg Dr Hoornblendeschist Zillertal Oostenrijk

Hoornblendegneis - Zwerfsteen van Norg (Dr.).

 

De zwarte hoornblende vormt kleine bundeltjes van naaldvormige kristallen, die in de verte aan oude korenschoven (garven) doen denken. Vandaar ook de naam 'garvengneis'. 

Hoornblendegneis met hoornblende porfyroblasten - Zillertal, Oostenrijk.

 

De zwarte, naaldvormige kristallen liggen alle in het platte vlak.

 

 


 


Poikiloblastische structuur
Zijn gesteenten waarin porfyroblasten voorkomen van mineralen die

doorspekt zijn met insluitsels van andere mineralen. Nieuwvorming van

mineralen vindt plaats vanuit groeikernen. In het vaste gesteente worden

van geringe afstand bouwstenen aangevoerd, waardoor de kristallen in

grootte toenemen. Als deze niet gehinderd worden door andere mineralen

dan nemen porfyroblasten hun eigen kristalvorm aan. Als de blasten bij hun

groei andere, kleinere kristallen omhullen en insluiten, noemt men deze

poikiloblasten.

 


 

 

 

 

Migmatiet met granaten poikilietisch doorgroeid Haddorf Poikilietisch doorgrieude granaten in migmatiet Haddorf Dld

Migmatiet met granaten - Zwerfsteen van Haddorf (Dld.).

 

De onregelmatige aggregaten van rode granaat zijn doorspekt met kleine kwartskristallen. 

Migmatiet met granaten - Zwerfsteen van Haddorf (Dld.).

 

Detail van de foto hiernaast. Op de foto is de doorgroeiing van granaat en kwarts goed zichtbaar.

Granaten in amfiboliet met poikiloblastische structuur winterswijk 4 Poikilietisch doorgroeide granaat in amfiboliet winterswijk 2

Granaatamfiboliet  - Zwerfsteen van Winterswijk (Gld.).

 

De aggregaten van granaat zijn omgeven door een zwarte reactierand. De granaten zelf maken van dichtbij een gespikkelde indruk door de aanwezigheid van talloze glazige kwartskorrels. De zwarte rand is het gevolg retrograde metamorfose, waarbij granaat geleidelijk is omgezet in hoornblende.

Granaatamfiboliet - Zwerfsteen van Winterswijk (Gld.).

 

Detail van de steen op de foto hiernaast. 

 


 

 


Idioblastische structuur
Komt voor in schisten en gneizen waarin porfyroblasten hun eigen

kristalvorm bezitten. Granaten in schist zijn vaak idiomorf, hoornblende ook.

 


 

 

Glimmerschist met granaten Obergurgl Oetztal Oostenrijk Migmatiet met granaatporfyroblasten Ellertshaar Dr

Granaatglimmerschist - Obergurgl, Oetztal, Oostenrijk.

 

De vrijgeprepareerde granaten vormen fraaie, kristallografisch begrensde kristallen.

Migmatiet met granaten - Zwerfsteen van Ellertshaar (Dr.).

 

Hoewel aan de buitenzijde sterk beschadigd, valt uit de ronde vorm af te leiden, dat de granaten in deze biotietgneis eveneens kristallografisch begrensde kristallen vormen. 

 


 

 


Coronietische structuur
Komt voor in mafische gesteenten als gabbro, mafische granuliet,

amfiboliet en eklogiet. Hierbij tonen sommige mineralen aan hun buitenzijde

smalle reactiezomen. Deze corona's zijn vaak het gevolg van een niet volledig

afgesloten chemische reactie tussen aangrenzende mineralen. Vaak zien we

dat pyroxeen in gabbro's door wateropname omgezet is in amfibool, waarbij

duidelijke, donkere corona's gevormd worden. Granaat vormt vaak fraaie

corona's om pyroxeenkristallen in mafische hogedrukgranulieten. Coronavorming

komt verder veel voor rond olivijn in gabbro's en plagioklaascorona's rond

granaat in granaatamfiboliet.


 

 

Granaatamfiboliet retro eclogiet Winterswijk Coronietische gabbro Emmerschans Dr

Coronietische granaatamfiboliet - Zwerfsteen van Winterswijk (Gld.).

 

Alle granaten bezitten een opvallende zwarte rand. Deze bestaan uit zwarte hoornblende. De donkere zoom is een reactierand, die tijdens metamorfose ontstaan is. Vermoedelijk is de steen op de foto een zgn. retro-eclogiet. 

Coronietische gabbro - Zwerfsteen van Emmerschans (Dr.).

 

Door wateropname zijn de pyroxenen in deze gabbro aan de buitenzijde omgezet in zwartgroene (oeralietische) hoornblende. Deze gabbro is chemisch omgezet, vandaar dat dit type zwerfstenen ook wel metagabbro's genoemd worden.

 


 

 


Metablastisch
Is een metamorfe structuur waarbij in gesteenten talrijke nieuwgevormde

kristallen voorkomen, die iets groter zijn dan de mineraalkorrels in de

grondmassa. Ze verlenen het gesteenten een porfierisch uiterlijk.


 

 

Metablasten in gneis Borger Dr Gneis met metablasten Wilsum Dld

Gneis met metablasten van veldspaat - Zwerfsteen van Borger (Dr.).

 

De grijswitte 'pitten' in het gesteente zijn nieuwgevormde idiomorfe kristallen van plagioklaas.

Gneis met metablasten - Zwerfsteen van Werpeloh (Dld.).

 

De 'pitten' in het gesteente zijn van kaliveldspaat (rood) en plagioklaas (wit).

 


 

 

Terzijde
In bovenstaande uitdrukkingen komt heel vaak het woord 'blast' voor. Onder metamorfe omstandigheden

ontwikkelen nieuwgevormde mineralen zich vanuit groeikernen tot zichtbare kristallen. Deze

nieuwvormingen noemt men blasten of metablasten. Vormen blasten grote kristallen in

verhouding tot hun omgeving dan duidt men deze aan als 'porfyroblast'. Porfyroblasten lijken op

eerstelingen in porfierische stollingsgesteenten. Het groeiproces van nieuwe kristallen in metamorfe

gesteenten noemt men 'blastese'. Gesteenten met veel blasten worden daarom wel metablastiet

genoemd.

 










 

 

 

 

 

 

 
 
© 2010-heden Kijkeensomlaag.nl
Flag Counter