Porfieren zijn net als basalt vulkanieten, gesteenten dus van vulkanische oorsprong. Veel porfiergesteenten zijn door stolling/kristallisatie uit lava ontstaan. Andere en dat zijn vooral de kwartsporfieren onder onze zwerfstenen, ontstonden uit afzettingen van pyroklastische stromen (gloedwolken). Pyroklastische stromen treden alleen op bij zeer hevige vulkanische uitbarstingen. Ook ontstonden talrijke porfiergesteenten in scheuren en toevoerspleten in de onderliggende aardkorst, vooral rond vulkanen.
Door de snelle afkoeling aan de atmosfeer ontstaan vulkanische gesteenten,
met een dichte tot zeer dichte grondmassa waarin kleine
en grotere 'pitten' van verschillende mineralen lijken te zweven. De pitten worden
gevormd door eerstelingkristallen. Deze kristallen waren al gevormd voordat
de vloeibare gesteentebrei als lava uitgestoten werd en tot vast gesteente verhardde.
De meeste eerstelingen zijn van kaliveldspaat en/of plagioklaas. In de
meeste porfieren komen beide voor, maar soms ook de een of de ander.
Porfieren met uitsluitend eerstelingen van plagioklaas noemt men in
de zwerfsteenkunde wel porfierieten (zie volgende hoofdstuk).
Ook basaltgesteenten kunnen porfierisch zijn. Deze bevatten zwarte en/of olijfgele
eerstelingen van respectievelijk pyroxeen (augiet) en olivijn. Zijn in
basalt hoekige witte vlekjes of streepjes aanwezig, dan is dit meestal
plagioklaas.
Rode Oostzeeporfier - Zwerfsteen van Ellertshaar (Dr.).De meeste porfieren zijn niet uit lava ontstaan. Kiezelzuurrijk magma is zo taai dat het nauwelijks vloeit. Hooguit vormt het lavatongen op de helling van de vulkaan. Kwartsporfieren zijn in feite ignimbrieten die uit gloedwolkafzettingen ontstonden. Door de hoge temperatuur sinterden deze vulkanische afzettingen aaneen tot dichte gesteenten. Vaak bezitten de gesteenten een streperige structuur. De smalle strepen zijn uitgewalste puimsteenbrokjes. |
Bruine Oostzeeporfier - Zwerfsteen van Hogersmilde (Dr.).Niet alle kwartsporfieren vertonen een ignimbritische structuur. In dit bruine gesteente zijn de grijze kwartsen klein en rondachtig. De talrijke witverweerde veldspaateerstelingen vallen hier het meest op. Vaak zijn het splinters van veldspaatkristallen. Hoewel deze gesteenten geen echte stollingsgesteenten zijn, beschouwt men ze door hun aard en structuur wel als vulkanieten. |
Sommige porfieren hebben een uiterlijk dat doet denken aan dat van
sucadebrood. De 'sucadebrokjes' kunnen veldspaateerstelingen zijn,
kwarts, hoornblende etc. De grondmassa in veel porfieren is zo dicht
dat ook met een loep geen afzonderlijke mineraalkorreltjes te ontdekken
zijn. Dit is bij de meeste kwartsporfieren of rhyolieten het geval. Is de
grondmassa wel te ontleden als een wirwar van kleine kristalletjes,
dan hebben we meestal met porfieren te maken die in gangen, spleten
of scheuren van de onderliggende aardkorst zijn ontstaan. De afkoeling
daar verliep minder snel dan aan het aardoppervlak, vandaar dat de
kristallen in de grondmassa iets groter zijn. Afhankelijk van de samenstelling
spreken we van granietporfier, diorietporfier, syenietporfier
enz.
Verdieping
De uitdrukkingen granietporfier, diorietporfier, syenietporfier e.d. worden in de
zwerfsteenkunde nog steeds gebruikt. Echter, verwarring ligt op de loer.
Granietporfier kennen we als het ganggesteente van graniet. Het uitvloeiingsgesteente noemt
men kwartsporfier. Bij syenietporfier is niet duidelijk of we met het gang- of met het
uitvloeiingsgesteente te maken hebben. Bij diorietporfier geldt hetzelfde.
In de petrologie onderscheidt men uitvloeiingsgesteenten van ganggesteenten
door bij deze laatste het voorvoegsel 'micro' aan de naam toe voegen. Het
ganggesteente van syeniet is dus 'microsyeniet'. Hierbij blijft 'syenietporfier' gelden
voor het uitvloeiingsgesteente.
Granietporfieren zijn petrografisch gezien eigenlijk porfirische microgranieten en
diorietporfieren heten als ganggesteente gewoon porfirische microdiorieten. De
toevoeging 'micro' gebruiken we dus uitsluitend bij gesteenten die in mineralogisch
opzicht dezelfde samenstelling bezitten als het dieptegesteente, maar zich van deze onderscheiden
door een zeer fijnkorrelige grondmassa, die alleen met de loep te ontleden
is.
De verwarrende naamgeving is een erfenis uit het verleden. In de zwerfsteenkunde
hanteert men niet alleen nog veel verouderde begrippen, de naamgeving van zwerfsteentypen
is soms ronduit verwarrend. Gesteentenamen als microsyeniet, microdioriet e.d. worden
vrijwel niet gebruikt, maar wel die van micrograniet. In de zwerfsteenliteratuur wordt o.m.
gesproken van 'Finse granietporfier' en 'Moëryd micrograniet'. Beide zijn ganggesteenten
van graniet. Vooral voor beginnende zwerfsteenverzamelaars kan dit verwarrend werken.
Porfieren zijn als zwerfsteen niet zeldzaam. Waar rapakivi's algemeen
zijn komen vrij veel Ålandkwartsporfieren en dito granietporfieren voor.
Ook Rode-oostzeeporfier is een makkelijk te herkennen roodkleurige
porfiersoort. Finse granietporfier is een betrekkelijk algemeen
voorkomend type gangporfier, ook uit de rapakivifamilie.
Alandkwartsporfier - Zwerfsteen van Haren (Gr.).In het gesteente zijn talrijke eerstelingen te zien van grijsblauwe kwarts en grotere roodachtige kaliveldspaten. De witte vlekken zijn plagioklazen. Dit gesteente is een van de vele rapakivitypen die in ons land als zwerfsteen gevonden kunnen worden. |
Augietporfierische Oslobasalt - Zwerfsteen van Werpeloh (Dld.).Zwerfstenen uit het Oslogebied zijn zeldzaam. Sommige ervan zijn van basalt. In deze basalt zijn de oorspronkelijke gasblazen gevuld met een wit mineraal. De zwarte pitten zijn deels omgezette augieten. Zij waren als kristal al aanwezig toen het gesteente als lava uit de krater vloeide. |
In westbaltische zwerfsteengezelschappen komen vooral porfieren
voor uit Midden- en Zuid-Zweden. Met name de dichte en dikwijls fraai
getekende kwartsporfieren uit Dalarne zijn bij verzamelaars zeer
gezocht. In Zuid-Zweden, in de provincie Småland, komen
verschillende typen porfieren voor met grote, enigszins afgeronde
kaliveldspaateerstelingen en soms fraaie rondachtige blauwe
kwartsen. Paskallavikporfier is hiervan wel de bekendste.
Een veelvoorkomend porfiertype in ditzelfde zwerfsteengezelschap
is de Bruine Oostzeeporfier. Dit gesteente komt voor op de bodem
van de Oostzee, iets zuidoostelijk van het Zweedse Stockholm.
Talrijke porfieren zijn bekend als gidsgesteente, maar de meerderheid
gaat onder in anonimiteit. Gemiddeld is maar één op de dertig
zwerfsteenporfieren als gidsgesteente bekend. Dat klinkt niet
bemoedigend, maar het maakt het vinden van een gidsgesteenteporfier
wel interessanter.
Rapakiviporfieren
Rödö kwartsporfier - Zwerfsteen van Exloo (Dr.). |
Rödö kwartsporfier - Zwerfsteen van Groningen. |
Finse granietporfier - Zwerfsteen van Groningen. |
Finse granietporfier - Zwerfsteen van Gieten (Dr.). |
Aland granietporfier - Zwerfsteen van Gieten (Dr.). |
Aland granietporfier - Zwerfsteen van Kasseedorf (Dld.). |
Aland kwartsporfier - Zwerfsteen van Groningen. |
Aland kwartsporfier - Zwerfsteen van Gieten (Dr.). |
Oostzeeporfieren
Rode Oostzeeporfier - Zwerfsteen van Tietjerk (Fr.). |
Rode Oostzeeporfier - Zwerfsteen van Groningen. |
Bruine Oostzeeporfier - Zwerfsteen van Raken, Haren (Dld.). |
Bruine Oostzeeporfier - Zwerfsteen van Hoogersmilde (Dr.). |
Sferolietporfieren
Sferolietporfier van Ragunda - Zwerfsteen van Werpeloh (Dld.).Het zijn dichte, vaak helleflintachtige kwartsporfieren, die kleine en grotere rondachtige sferolieten bevatten. Vaak zijn deze vormingen radiaalstralig van bouw. In dit geval bestaan ze uit een wisselend aantal concentrische schaaltjes, soms nog met een holte in het midden. Dit noemt men lithofysen. |
Detail van vorige foto met talrijke rondachtige sferolieten (lithofysen) |
Dalaporfieren
Kwartsporfier van Dalarne - Zwerfsteen van Wilsum (Dld.). |
Kwartsporfier van Dalarne - Zwerfsteen van Sellingerbeetse (Gr.). |
Gustavsporfier - Zwerfsteen van het Hoge Veld, Norg (Dr.). |
Särnaporfier - Zwerfsteen van Lieveren (Dr.). |
Elfdalenporfier - Zwerfsteen van de Brodtener Ufer, Oostzee (Dld.). |
Elfdalenporfier - Zwerfsteen van Johannistal, Oostzee (Dld.). |
Eerstelingrijke Dalaporfier - Zwerfsteen van Werpeloh (Dld.). |
Eerstelingrijke Dalaporfier - Zwerfsteen van Damsdorf (Dld.). |
Smalandporfieren
Paskallavikporfier - Zwerfsteen van Markelo (Ov.). |
Paskallavikporfier - Zwerfsteen van Een-West, Norg (Dr.). |
Emarpporfier - Zwerfsteen van Todendorf, Oostzee (Dld.). |
Smalandporfier - Zwerfsteen van Werpeloh (Dld.). |
Osloporfieren
Bordvika kwartsporfier - Zwerfsteen van Werpeloh (Dld.). |
Syenietporfier - Zwerfsteen van Werpeloh (Dld.). |
Rechthoekporfier - Zwerfsteen van Fur, Limfjord (Dk.). |
Rechthoekporfier, basisch Ende-type - Zwerfsteen van Voera, Sandefjord, Noorwegen. |
Tönsbergietporfier - Zwerfsteen van Zuidlaren (Dr.). |
Rhombenporfier - Zwerfsteen van Werpeloh (Dld.). |
Rhombenporfier - Zwerfsteen van Werpeloh (Dld.). |
Rhombenporfier - Zwerfsteen van Werpeloh (Dld.). |
Basische porfieren
Diorietporfier (plagioklaasporfierische dioriet) - Zwerfsteen van Groningen |
Diorietporfier (hoornblendeporfierische microdioriet) - Zwerfsteen van Neuenkirchen (Dld.). |
Diabaasporfier (plagioklaasporfierische diabaas) - Zwerfsteen van Groningen. |
Diabaasporfier (plagioklaasporfierische diabaas) - Zwerfsteen van Amersfoort (Utr.). |
Augietporfier( augietporfierische basalt) - Zwerfsteen van Werpeloh (Dld.). |
Augietporfier - Zwerfsteen van Ees (Dr.). |
Basaltporfier (plagioklaasporfierische paleobasalt) - Zwerfsteen van Groningen. |
Basaltporfier (plagioklaasporfierische Oslobasalt) - Zwerfsteen van Voera, Sandefjord, Noorwegen. |
Zwerfsteenporfiertjes
Porfieren uit de keileem van de noordelijke Hondsrug in Groningen. |
Porfieren van Werpeloh (Dld.) |
Porfieren uit de keileem van de Hondsrug bij Gieten (Dr.). |
Porfieren van Wippingen (Dld.). |