De Damestenen bij Hesselager op Fünen
Zwerfstenen heb je in allerlei formaten, maar één van de grootste, zo niet de allergrootste, ligt in een open keileemlandschap in het oosten van het Deense eiland Fünen, bij het plaatsje Hesselager. Die steen ligt er niet zo maar. Reuzen hebben er de hand in gehad of beter gezegd, een reuzenvrouw.
Stenen spreken tot de verbeelding, grote stenen zeker. In Drenthe was het een
uitgestorven volk van reuzen die hunebedstenen opstapelden en er lol in hadden
om elkaar met die keien te bekogelen. In Denemarken op het eiland Fünen
hadden ze vroeger ook een reus, of liever gezegd een reuzin, want die had je
natuurlijk ook, wilde je kleine reusjes krijgen.
![]() |
Vlak ten oosten van Fünen ligt het smalle, langgerekte eiland Langeland. Net als
op Fünen ligt het daar vol met zwerfkeien.
Lang geleden, hoe lang is ons al weer enige tijd ontschoten, woonde op Langeland
een vrouwelijke reus. Ze leek op een mensenvrouw, alleen was bij haar alles een
maatje groter. Als ze over het brede water uitkeek zag ze in de verte het plaatsje
Svindlinge op Oost-Fünen liggen. En daar was iets grondig mis. Men had er een kerk
gebouwd met een toren die, anders dan gebruikelijk, van een opvallende spits was
voorzien. Dat nu vond ze maar niks, want veel te frivool. Kerktorens in Denemarken
horen een zadeldak te hebben met een trapgevel er tegen aan geplakt, maar zonder spits! Tijd
dus om te handelen...
![]() |
De torenspits van de kerk van Svindlinge op Fünen (Dk.). |
Ze zocht in de omgeving naar een geschikte steen. Eentje van een behoorlijk
formaat, dat spreekt, nam die in de hand en gooide de kei met een flinke vaart
naar de kerk van Svindlinge. Haar bedoeling was om daarmee de torenspits te raken,
want die moest er af. Alleen schatte ze de afstand iets verkeerd in. Dat hebben
mensen ook vaak als ze over een grote afstand iets willen raken. Het lijkt allemaal
veel dichterbij, vooral als het weer meewerkt en het zicht goed is. Voordat de kei
maar in de buurt van Svindlinge kwam plonsde die met veel geweld in het water.
Met de hand een steen gooien was dus geen optie.
Wat nu? Goede raad was duur. Ze besloot één van haar lange kousen uit te trekken
en die te gebruiken als steenslinger. Daarmee zou ze de kerk van Svindlinge zeker
kunnen raken. Jammer voor haar en tegelijk een zegen voor de kerk, ook nu lukte
het niet om de steen in de goede richting te gooien. De enorme kei sloeg met een
sierlijke boog in op een akker in de buurt van Hesselager, op de plaats waar hij
tegenwoordig nog ligt.
![]() |
![]() |
De Damestenen bij Hesselager op het Deense eiland Fünen. |
Een schoonheid? Nee, niet bepaald, maar groot was ze wel. |
Het verhaal wil dat de kei, hoewel die oorspronkelijk al aardig aan de maat was,
in de tijd dat hij bij Hesselager in het veld lag, flink in grootte is gegroeid. Pas
nadat men de kei voor een flink deel had vrij gegraven, hield het groeien op. En zo
ligt hij er nog, een enorme gneis met een omvang van zo’n 46 meter, met aan zijn
voet een kleine vijver.
Geloof het of niet, U kunt zichzelf overtuigen door er naar toe te gaan en plaats te
nemen aan de picknicktafel. Kijk van daaruit een tijdje naar de kei. Het lijkt net
alsof hij nog groeit....
![]() |
De Damestenen bij Hesselager is deels uitgegraven om de enorme omvang van de kei duidelijk te maken. De steen is van gneis en waarschijnlijk afkomstig uit Zuid-Zweden. |