Fossielen spraken vroeger ook al tot de verbeelding, alleen had men geen idee wat het voor dingen waren. In het beste geval beschouwde men ze als slachtoffers van de zondvloed. Ook over de betekenis van het woord 'fossiel' dacht men vroeger volstrekt anders.
Fossiel is afgeleid van het Latijnse woord 'fodere' dat begraven betekent.
Letterlijk alles wat uit de bodem kwam en dus begraven was geweest,
noemde men in de Middeleeuwen een fossiel. Zo kwam het dat goud- en
zilvermineralen, edelstenen, maar ook door mensen gemaakte voorwerpen
die uit de bodem te voorschijn kwamen, als fossielen werden beschouwd.
Fossielen leken vaak erg veel op planten of dieren die men kende. Een
versteende schelp kon er bijna hetzelfde uitzien als een schelp op het strand.
De afzettingen waarin de schelpen voorkwamen lagen echter vaak ver van
zee en soms ook honderden meters boven zeeniveau. Daar had men lange
tijd geen andere verklaring voor dan dat het schepsels waren, dierlijke
zondaars eigenlijk, die door de zondvloed jammerlijk waren verdronken.
Bijzonder was dat Leonardo da Vinci in de vijftiende eeuw al het vermoeden
uitsprak dat fossiele schelpen in gesteenten hoog in de bergen niet door
de zondvloed aan hun einde konden zijn gekomen. Zo hoog kon het water
niet hebben gestaan.
Fossielen zijn vrij zeldzaam. Je vind ze niet overal. Dat, samen met een
opvallend uiterlijk, maakte dat er in het volksgeloof allerlei verhalen
over ontstonden, verhalen die doorverteld en vaak ook met allerlei verzinsels
aangedikt werden.
Reuzen in Drenthe
Bekend was het wijdverbreide geloof in Drenthe vroeger aan het bestaan van
een volk van reuzen. Johannes Picardt (1600-1670) die een tijdlang in Drenthe
woonachtig was, tekende in de tijd dat hij predikant was van de kerk van Rolde
allerlei volksverhalen op. In feite was Picardt daarnaast ook historicus. Hij wordt
wel de vader van de Drentse geschiedschrijving genoemd. In zijn boek 'Korte Beschryvinge van eenige vergetene en Verborgen Antiquiteten' beschrijft hij dit
volk van reuzen. Een begeleidende afbeelding moest het publiek duidelijk maken
hoe deze 'barbarische, grausame, giganten of Huynen' , zoals hij ze noemde, er uit
hadden gezien.
De gedachte aan het bestaan van reuzen is waarschijnlijk ontstaan door vondsten
van mammoetbotten. Enige jaren geleden nog vond men bij graafwerkzaamheden
bij Orvelte een aantal vrijwel complete skeletten van deze ijstijdolifant. Mammoeten
kende men vroeger niet, maar de enorme dijbenen van deze dieren leken zoveel
op die van mensen dat men niet beter wist of die moesten wel van reuzen zijn
geweest.
![]() |
Johannes Picardt was in feite de eerste historicus in ons land. Hij was in 1600 geboren in Bentheim en stierf in Coevorden in 1670. Hij studeerde theologie en medicijnen in Franeker en Harderwijk. In zijn tijd in Drenthe noteerde hij allerlei volksverhalen en beschreef en bedacht verklaringen voor zaken als hunebedden, witte wiev'n en celtic fields. Volgens Picardt waren de hunebedden het werk van een uitgestorven volk van reuzen, door hem ook wel giganten of huynen genoemd. |
Het geloof in reuzen werd versterkt door het voorkomen van talrijke hunebedden
in Drenthe. Deze prehistorische steenhopen bestonden uit zulke zware keien dat
geen tien mensen die konden verslepen, laat staan tillen. Men meende dat de
keienhopen alleen door reuzen konden zijn opgestapeld. Picardt noemde hen 'huynen'
(=reuzen). Ons woord hunebed is daarvan afgeleid. De reuzen gebruikten de stenen
om elkaar daarmee zo nu en dan te bekogelen. De hunebedden waren dus niet anders
dan ammunitie, een voorraadje keien, voor het geval zij weer eens op een verzetje
uit waren.
|
|
Hunebedden in Drenthe waren volgens Johannes Picardt gebouwd door een verdwenen reuzenvolk. |
Witte wiev'n waren in het volksgeloof vrouwelijke wezens, die in sagen en legenden voorkomen. Soms deden ze kwaad, maar doorgaans stonden ze in een gunstig daglicht bij de oude Drenten. Ze woonden in grafheuvels. |
Over reuzen gesproken: Heel bekend is het verhaal van Ellert en Brammert, twee
boosaardige reuzen die in een overdekte zandkuil op het Ellertsveld in Midden-
Drenthe leefden. Het waren de slechtste, meest boosaardige reuzen die Drenthe ooit
gekend heeft. Vader en zoon gingen regelmatig op rooftocht uit. Op een van hun
tochten namen zij een jong meisje gevangen en namen haar mee naar hun hol. Het
kind werd jarenlang als slavin misbruikt. Toen de zoon een keer alleen op rooftocht
uit was en zijn vader diep in slaap in het hol achterliet, greep Marietje - het verhaal
wil dat zij zo heette - een groot mes en stak hem daarmee dood. Na haar daad
vluchtte zij over de heide naar haar boerderij in Orvelterveen, achtervolgd door Ellert.
Nog net op tijd kon zij de schuurdeur achter zich dicht trekken, alvorens de bijl van
Ellert krakend in het hout van de zware deur sloeg. Wat er daarna gebeurde blijft
onduidelijk. Het verhaal wil dat de mensen zich niet langer veilig voelden en
Orvelterveen verlieten om ergens anders een nieuw dorp te stichten.
![]() |
Ellert en Brammert waren reuzen en tegelijk booswichten van het ergste soort. Ze leefden in een hol op het Ellertsveld bij Elp (Dr.) |
Ook op talloze andere plaatsen in het oude Europa geloofde men in het bestaan
van reuzen. Meestal ging het ook daar om botresten van mammoeten, soms ook
wolharige neushoorns of om holenberen. Veel van die vondsten leidden overigens
ook tot griezelige verhalen over draken en demonen.
In Siberië vond en vindt men in de bodem veel resten van uitgestorven zoogdieren
uit de laatste ijstijd. Vooral resten van mammoeten komen op de uitgestrekte
toendra's in grote aantallen te voorschijn. Men hield ze lange tijd voor overblijfselen
van reuzenmollen die door het zonlicht gedood waren.
![]() |
Groot dijbeen van een mammoet. Oppervlakkig gezien lijken zoogdierbotten op elkaar. Vooral de enorme dijbenen van mammoeten spraken vroeger tot de verbeelding. Men had namelijk geen idee dat deze olifantensoort in de ijstijd in ons land leefde. Zo zal het gekomen zijn dat men de botten voor resten van uitgestorven reuzen hield. |
Donderkeilen en grommelstenen
Dichter bij huis was er ook nog ander bijgeloof. Op de heidevelden en in de bodem
van Drenthe kom je losse, verkiezelde zeeëgels tegen. In Twente komen
belemnieten voor. Zeeëgels hebben een opvallende rondachtige vorm en een
vijfstralige tekening, die zelfs leken aanspreekt. Belemnieten zijn slanke,
sigaarvormige rugpennen die deel uitmaakten van de schelp van een uitgestorven
soort inktvis. De fossielen lijken op afgebroken stenen pijlen. In de volksmond noemt
men ze 'donderpijlen, 'donkerkeilen' of 'duivelsvingers'. Volgens overlevering zouden
zij door Donar, de Germaanse dondergod of in christelijke tijden door de duivel, bij
onweer uit de hemel naar beneden geslingerd zijn, waar zij dan 'zeven vadem diep'
in de aarde verdwenen. (Een vadem is een oude lengtemaat van ca. 1.80 m - de
afstand van de twee middelvingers tussen gestrekte armen).
De donderkeilen stegen vervolgens elk jaar een vadem omhoog waardoor ze na
7 jaren te voorschijn kwamen. Donderkeilen zouden een effectieve bescherming
bieden tegen blikseminslag, maar werden ook gebruikt als geneesmiddel tegen
allerlei kwalen. Vermalen tot poeder hielp het tegen onvruchtbaarheid en andere
ongemakken als lichaam en geest weer eens tekort schoten.
Bij zeeëgels gold hetzelfde verhaal, maar dan vooral in Drenthe. Dat kwam omdat
daar geen donderkeilen te vinden waren. De vuurstenen zeeëgels werden donder-
of grommelstenen genoemd en zouden eveneens bij heftig onweer uit de hemel
naar beneden gekomen zijn.
![]() |
![]() |
![]() |
Zeeëgels noemde men in Drenthe 'donderstenen' of 'grommelstenen'. In dit geval is het een Echinocorys sulcata. |
Eveneens een dondersteen maar van een ander soort (Galerites vulgaris). |
In Twente noemt men belemnieten wel 'donderkeilen'. |
Ook de schijfvormige schelpjes van een groot soort eencellige foraminiferen
staan aan de basis van allerlei verhalen. De centimeter grote fossielen noemt
men nummulieten, vanwege de gelijkenis met munten. De kalksteenlagen met
deze nummulieten komen rond de Middellandse Zee veel voor (Spanje, Italië,
Kroatië, Griekenland Egypte enz.).
De piramiden in Egypte zijn gebouwd van grote steenblokken kalksteen met
deze nummulieten. Door de tand des tijds zijn de fossielen enigszins uit het
gesteente vrij geprepareerd. Lange tijd dacht men dat deze nummulieten de
versteende linzen waren die de piramidebouwers bij het eten gemorst hadden.
Men geloofde dat de arbeiders hun maal van linzensoep zittend op de stenen
van de piramide in aanbouw naar binnen slobberden.
![]() |
![]() |
Nummulietenkalksteen met door verwering uitgeprepareerde nummulieten. Oppervlakkig bekeken lijken de fossieltjes wel op linzen. |
Nummulieten zijn gekamerde kalkskeletjes van eencelligen. In het Tertiair (Eoceen) ontwikkelden deze organismen zich tot reuzenvormen. Uit Zwitserland zijn soorten bekend die bijna 10 cm groot werden. |
Hühnergötter
Heel bekend zijn ook de 'geestessteenen'. Dat zijn stenen met een gat erin, meestal
vuurstenen. Duitse toeristen en badgasten aan de Oostzeekust zijn er gek op. Men
noemt deze vuurstenen 'Hühnergötter'. Veel mensen verzamelen ze en rijgen ze aan
touwtjes om die vervolgens aan een deur of aan de muur op te hangen. Men geloofde
vroeger dat Hünergötter geluk en voorspoed brachten, niet alleen bij kippen en ander
huisvee, ook voor mensen zouden ze heilzaam zijn.
Hühnergötter worden tegenwoordig gekoesterd om hun vermeende geneeskrachtige
werking. Ze dien(d)en als een soort panacee tegen epilepsie, angsten, vergif, bloedingen
en nierkwalen en nog zo wat ongerief. Daarnaast hebben stenen met gaten een levens-
verlengende werking, heet het. In de keientuin bij het Hunebedcentrum in Borger zijn inmiddels
ook enkele Hühnergötter gevonden. Vindersgeluk...
![]() |
Vuurstenen met gaten noemt men in Noord-Duitsland 'Hühnergötter'.Het zijn geluksbrengers, denkt men. |
Nog meer fossielen
Ammonieten, de versteende schelpen en steenkernen van uitgestorven inktvissen,
werden wel 'drakenstenen' genoemd. Met hun opgerolde vorm lijken ze wel wat op
de ramshoorns van de Egyptische god Ammon Ré, de zonnegod. Boeren legden deze
drakenstenen op de bodem van melkemmers omdat men dacht dat de melkdraak
anders de melk roofde. Daarmee verdween de kracht uit de melk. Verkiezelde
fragmenten of afdrukken van deze fossielen zijn in Drenthe en vooral in Twente te vinden.
![]() |
![]() |
Ammonietafdruk ( Arietites sp.) - Zwerfsteen van Ellertshaar (Dr.). |
Ammoniet ( Arietites bucklandi) - Zwerfsteen van Westerhaar (Ov.). |
Twente is wat fossielen betreft een gezegende streek. Met geluk en voorspoed kan
het in dit landsdeel niet fout gaan, want ook fossiele haaientanden zijn er te vinden.
Deze blauwgrijze tanden zag men aan voor versteende tongen. Ze waren een redzaam
middel tegen koorts, koude rillingen en parasieten.
Barnsteen tenslotte is van oudsher een felbegeerd magisch materiaal. In het oude
Griekenland bestond er al een levendige handel in. Ook in de Romeinse tijd was
men er gek op. Men haalde het barnsteen via allerlei om- en kromwegen uit het
gebied langs de 'noordelijke oceaan' (= vermoedelijk de waddenkust) en een groot
noordelijk water (= Oostzee), dat zij Eridanos noemden. Van barnsteen maakte
men sieraden, vooral halskettingen. Die werden gedragen omdat ze bescherming
boden tegen waanzin, oogziekten en maagklachten. Ook zouden ze een heilzame
uitwerking hebben op het gebit. Men knabbelde daarvoor een beetje van het zachte
materiaal af. Tegenwoordig maakt men er in Rusland en Polen nog allerlei tincturen en zalfjes van, die eveneens een heilzame werking hebben. Ook heilzaam voor lichaam en geest, zegt men, is barnsteenlikeur, een suikerrijk alcoholisch drankje waarin men een paar stukjes barnsteen heeft gedaan. Na een paar glaasjes voel je je een stuk beter, wat je ook mankeert.
![]() |
![]() |
Noordzeebarnsteen |
Barnsteenvondst van Zuidbroek (Gr.) |
Het geloof in de geneeskrachtige werking van barnsteen is ook nu nog springlevend,
vooral in Rusland. Men verkoopt daar sterke drank en likeur met stukjes barnsteen
erin, die goed voor lichaam en geest zouden zijn. Of het echt werkzaam is, valt niet
vast te stellen, de uitwerking van deze dranken is echter ook zonder barnsteen al
'opwekkend' genoeg. Russische barnsteenlikeur moet heilzaam zijn als het spijsverterings-
systeem het laat afweten. Naast drank maakt men ook barnsteentincturen, barnsteenzalven
barnsteenshampoo en dito poeders. Waar het allemaal goed voor is? Over barnsteen
als panacee voor allerlei ongemakken wordt in Rusland niet licht gedacht.