Borger staat bekend als de hunebedhoofdstad van Drenthe. Behalve het grootste hunebed van Nederland heeft het Hondsrugdorp de bezoeker meer te bieden. Voor een liefhebber van bodem, geologie en zwerfstenen is er ook het nodige te zien, te beleven en… te vinden.
 

 

Het zal velen zijn opgevallen, langs de oude weg tussen Drouwen en Borger liggen op de nog winterkale akkers grote hopen met zwerfkeien. De stenen zijn bij de oogst in de vorige herfst samen met de aardappels gerooid en op hopen geworpen. Op de akkers rond Borger komen ieder jaar wel zwerfkeien te voorschijn, maar zoveel als dit jaar…? Dat maakt nieuwsgierig.

 

Zwerfstenen op de Noordesch van Borger (Dr.).

Bij het rooien van aardappelen komen ieder jaar talrijke zwerfstenen te voorschijn. Op hopen gegooid liggen de keien de hele winter schoon te regenen.

In het schrale zand zijn de zwerfstenen weliswaar verweerd, maar ze zijn minder vervuild door aanhechtende humusbestanddelen dan op andere plaatsen. Het zoeken is zo een plezier.


 

Meer dan in vorige jaren liggen op een tweetal grote percelen akkerland bijzonder veel zwerfstenen. Nadat hier in voorgaande jaren graszoden zijn geteeld, heeft het poten en oogsten van aardappelen afgelopen herfst duizenden stenen uit de ondiepe ondergrond naar boven gebracht. Een dergelijk beeld zie je nog maar zelden in Drenthe. Het Hondsruggebied dat ooit ontzettend rijk was aan ‘keistenen’, is in de afgelopen tientallen jaren op veel plaatsen zo goed als stenenvrij geworden. Een logisch gevolg van intensieve akkerbouw.

 

Stenen die bij het oogsten uit de akker zijn gerooid, zijn in de meeste gevallen erg vuil. Aanklevend zand is nog het minst erg. Het zijn vooral humuszuren die het poreuze oppervlak van de zwerfkeien bijna onherkenbaar maken. Borstel je de stenen schoon, dan blijft de vervelende bruine kleur. Tijdens de lange regenrijke herfst en winter zijn de stenen aan de buitenkant van de hopen schoon geregend. Regenwater is namelijk een beetje zuur door opname van koolzuurgas uit de lucht. Dit bleekt de buitenkant van de keien. Op dit moment zijn de stenen zo schoon, dat met weinig moeite allerlei steensoorten te herkennen zijn. Uit een van de zwerfsteenhopen kwam de steen van dit verhaal te voorschijn.
 

 

Alandrapakivi - Zwerfsteen van Gieten (Dr.).

Deze zwerfsteensoort was bij tientallen vertegenwoordigd in de steenhopen bij Borger.

Gabbropegmatiet - Zwerfsteen van Borger (Dr.).

Deze gabbro was één van de vele zwerfstenen die een plaats kreeg in de collectie van het Hunebedcentrum in Borger.

 

Een zeer bijzondere kei

Het sortiment aan steensoorten is onder noordelijke zwerfstenen ongekend groot. Bekijk een hoop stenen van dichtbij en het is duidelijk. In het Hondsruggebied vormen roodachtige rapakivigranieten de meest voorkomende groep zwerfstenen. Daarnaast kom je veel zwerfstenen tegen die je niet direct kunt thuis brengen. Ziet de steen er interessant uit dan neem je hem mee. Wegdoen kan altijd nog.

De steen in dit verhaal is zo’n 15 cm groot. Ik vond hem te midden van honderden andere zwerfkeien. De steen trok de aandacht door een aantal vaag zichtbare vegen en strepen en de donkere kleur. Deze is grijszwart. In het gesteente komen verspreid talrijke onregelmatige korte, soms langwerpige en sliertige insluitsels voor. De grondmassa is van dichtbij erg fijnkorrelig, waarin talloze, nauwelijks 1 mm grote, witte hoekige kristalletjes ’zweven’.

 

De eerste indruk is die van een ignimbriet, een vulkanisch gesteente met een fluïdale structuur. Het uiterlijk van de steen doet denken aan uitgevloeide en gestolde lava. Veel ignimbrieten bezitten zo’n fluïdale structuur. Na het schoonmaken bleek snel dat we niet met een ignimbriet te maken hebben.
 

 

Impactiet - Zwerfsteen van Borger (Dr.).

Het uiterlijk van de zwerfsteen doet op het eerste gezicht denken aan een ignimbriet. 

 

Wat is ignimbriet?

Ignimbriet is een silicarijk vulkanisch gesteente. De meeste ignimbrieten bezitten een granietische samenstelling hebben een samenstelling als die van graniet.

 

Bij vulkanische uitbarstingen van silicarijk magma, vloeiter nauwelijks of geen lava. Het gloeiend hete gesmolten gesteente dat in de krater omhoog komt is zo taai dat het vaak stuwkoepels vormt. In enkele gevallen vormt het een korte lavatong op de vulkaanhelling.

In magma opgelost gas vormt bij het opstijgen in de krater door drukverlies steeds meer gasbellen. Niet alleen schuimt magma hierdoor bijzonder sterk op, door toenemende gasdruk neemt de kans op een explosieve uitbarsting snel toe.Komt het tot een uitbarsting dan verstuift magma tot druppeltjesen vormen zich ontelbaar veel zeerkleine asdeeltjes door het versplinteren van magmabelletjes.Samen met vulkanische gassen, atmosferische lucht en uit de krateropening losgerukt gesteente, vormt zich een gloeiend heet mengsel, een suspensie, dat als een lawine met grote snelheid de vulkaanhelling af raast, alles op zijn weg verwoestend.Uit het materiaal van deze gloedwolken, ook wel pyroclastische stromen genoemd, ontstaan na afzetting ignimbrieten.
 

 

Bij explosieve vulkaanuitbarstingen ontwikkelen zich vaak pyroklastische stromen. Dit zijn gloeiend hete suspensies van vulkanische gassen met gesteentefragmenten, vulkanisch as en gruis en atmosferische lucht. Pyroklastische stromen gedragen zich als lawines die met grote snelheid van de hellingen afrazen, alles op hun weg vernietigend.

Na het herhaaldelijke uitbarsten van de vulkaan Soufriere op het Caraïbische eiland Montserrat, na 1995, werden grote delen van het eiland onbewoonbaar door pyroklastische stromen.

Ignimbrietafzetting op gefritte tuf - Barranquillo San Andres, Gran Canaria.

De intense hitte van het neergedaalde vulkanische materiaal uit een pyroklastische stroom, verkleurt de onderliggende tufafzetting roodachtig. 

Ignimbriet - Barranco de Arguineguin, Gran Canaria.

De intense hitte is oorzaak dat gesteentefragmenten, vooral puimsteen - plastisch vervormbaar zijn. Door de druk van bovenliggende materiaal worden gesteentefragmenten tot een soort pannenkoekjes afgeplat. Van de zijkant bekeken zien we de doorsneden als korte of iets langere, enigszins golvende strepen. Deze noemt men fiamme (It.= vlammen).


 

De temperatuur van het materiaal uit gloedwolken is hoog, vaak 650 graden C of meer.  Meegevoerde brokjes puimsteen zijn hierdoor plastisch vervormbaar. Door het gewicht van bovenliggende lagen worden deze plat gedrukt. Op dwarsdoorsnede tekenen ze zich in het gesteente af als dunne, licht golvende lijnen en slierten (=fiamme). Het gewicht van het afgezette vulkanische materiaal maakt dat het eerst losse gesteente meer naar onderen door de hitte versinterd tot een keihard gesteente.

 

Ignimbriet komt als zwerfsteen veel voor. De meeste (kwarts)porfieren, ook die zonder fluïdale structuur zijn op deze manier ontstaan.
 

 

Rode Oostzee-ignimbriet - Zwerfsteen van Ellertshaar (Dr.).

Zwerfstenen van ignimbriet zijn niet zeldzaam. Als deze een duidelijke ignimbrietstructuur tonen met fiamme, dan noemt men zo'n structuur 'eutaxitisch'.

Rode Oostzee-ignimbriet - Zwerfsteen van Ellertshaar (Dr.).

Het gesteente is een vulkanische breccie, vol als deze zit met allerhande fragmenten van porfieren en door hitte vervormde gesteentefragmenten. Ignimbrieten zijn van alle tijden. Ignimbrieten als Rode Oostzeeporfier zijn te beschouwen als de vulkanische versies van rapakivigraniet. Deze zijn ca. 1640 miljoen jaar oud.

 

 

Toch een zwerfsteen van impactiet?

Als het geen ignimbriet is, wat is het dan wel? De zwerfsteen is een impactiet. Op aarde zijn impactieten zeldzame gesteenten. Ze ontstonden tijdens al even zeldzame gebeurtenissen, namelijk het inslaan van een grote meteoriet. In tegenstelling tot veel ignimbrieten hebben impactieten een onopvallend uiterlijk. Ook in verweerde toestand zijn het onopvallende ‘grijze muizen’. Twee eerder gevonden zwerfstenen van impactiet bevestigen dit beeld.
 

 

Impactiet - Zwerfsteen van Exloo (Dr.).

Impactieten zijn in de meeste gevallen somber gekleurde of zelfs uitgesproken donkere gesteenten. In een fijnkorrelige grondmassa zijn allerlei fragmenten van gesteenten en kristallen zichtbaar. 

Impactiet - Zwerfsteen van Werpeloh (Dld.).

Deze zwerfsteen werd eerst voor een Oslobasalt aangezien. Microscopisch onderzoek bevestigde het vermoeden dat het om een impactiet gaat. De zwarte kleur van het gesteente komt door zeer fijn verdeelde magnetiet.


 

De zwerfsteen van Borger is aan de buitenzijde donkergrijs van kleur. Van binnen is de kleur diepzwart. Aan de buitenkant zijn talrijke korte, voor een deel iets verlengde of zelfs langwerpige geelbruine insluitsels zichtbaar. Deze zijn door verwering aangetast en liggen enigszins verdiept in het oppervlak. Uit de vorm valt op te maken dat deze insluitsels gesteentefragmenten betreffen, die voor een deel zijn aan- en opgesmolten. Het belangrijkste kenmerk is dat de strepen en insluitsels duidelijk anders zijn dan de bekende fiamme in ignimbriet.

 

De grondmassa is zeer fijnkorrelig tot dicht. Verspreid komen talrijke zeer kleine, nauwelijks 1 mm grote kristalletjes voor. Onder de loep blijken het witte, hoekig/idiomorfe veldspaatjes te zijn. Verder komen kleine voor een deel aangesmolten steensplinters voor.

Vergelijking met andere impactietgesteenten en microscopisch onderzoek leiden tot de conclusie dat we met een impactiet te maken hebben. Impactiet is als zwerfsteen erg zeldzaam. Dit houdt mede verband met de kleine voorkomens ervan. Ze ontstaan bij de inslag van een enorme meteoriet. De zwarte kleur van veel impactieten wordt veroorzaakt door fijn verdeelde magnetiet. Magnetiet is een ijzermineraal, dat vrij komt bij het smelten van donkere ijzer- en magnesiumrijke gesteenten, die bij de inslag betrokken waren.
 

 

Impactiet, detail - Zwerfsteen van Borger (Dr.).

In de fijnkorrelige grondmassa zwerven talrijke kleine veldspaatfragmenten. Eromheen zijn talrijke sliertige, halfgesmolten insluitsels zichtbaar. 

Impactiet, detail - Zwerfsteen van Borger (Dr.).

 

Waar komt deze zwerfsteenimpactiet vandaan?

De herkomst van de zwerfsteen is zonder twijfel Scandinavië. In Noorwegen, Zweden en in Finland zijn op verschillende plaatsen oude tot erg oude littekens van inslagkraters en begeleidende gesteenten gevonden. Ook op de bodem van de Oostzee en de Botnische Golf bevinden zich hoogstwaarschijnlijk een of meer inslagkraters. De bedekking door zeewater maakt dat deze kraters tot dusver onbekend zijn en ook niet onderzocht kunnen worden.

 

Momenteel zijn ruim twintig inslaglocaties bekend. De meeste (10) komen in Finland voor. In Zweden zijn zeven locaties bekend. In Noorwegen zijn maar op drie plaatsen inslagkraters ontdekt, waarvan die van Gardnos in Zuid-Noorwegen de bekendste is. Noorwegen komt als mogelijke herkomst niet in aanmerking. De beweging van het landijs in de Saale-ijstijd was zodanig, dat uit dit gebied geen zwerfstenen zijn te verwachten.
 

 

Het Siljanmeer in Dalarna in Midden-Zweden markeert de plaats waar in de Devoon-periode, ca. 360 miljoen jaar geleden, een enorme meteorietinslag plaats vond. Het meer vormt met een aantal andere meren de rand van de inslagkrater. Deze is met een doorsnede van 52 km de grootste inslagkrater in Europa.

De Dellen in het kustgebied langs de Botnische Golf in Noord-Zweden bestaan uit twee meren. Ze markeren de plaats waar in de Krijt-periode, ca. 89 miljoen jaar geleden een groot brok ruimtepuin insloeg. De doorsnede van de krater die bij de inslag ontstond is ca. 19 kilometer.


Finland komt waarschijnlijk ook niet in aanmerking. Op één na bevinden alle inslagkraters zich op het vasteland. Deze locaties lagen in de Saale-ijstijd  buiten het bereik van het landijs dat zwerfstenen naar ons land vervoerde. De enige impactkrater met kans op zwerfstenen in het Hondsruggebied, ligt op Aland, in het uiterste zuidwesten van Finland. Het Lumparnmeer op dit grote eiland, markeert de plaats van inslag. Mogelijk dat beide rapakivibreccies in dit artikel hiervandaan afkomstig zijn.
 

 

Het grote Lumparnmeer op Aland markeert de plaats waar lang geleden een grote meteoriet moet zijn ingeslagen.

Rapakivibreccie - Zwerfsteen van Valthe (Dr.).

De Aland-archipel is 'hofleverancier' van vrijwel alle rapakivizwerfstenen die in Nederland gevonden worden. Vooral in het Hondsruggebied in Drenthe zijn rapakivi's erg talrijk. Deze volkomen verbrijzelde rapakivigraniet toont alle kenmerken van een gesteente dat bij de inslag van een enorme meteoriet is ontstaan.

Rapakivibreccie - Zwerfsteen van Groningen.

Deze zwerfsteen is een volkomen verbrijzelde en vergruisde Alandrapakivi. De rondachtige vlekken in het gesteente zijn overblijfselen van ovoïden. Vermoedelijk is dit gesteente ontstaan bij de inslag van een grote meteoriet. Of deze meteoriet dezelfde was als die het grote meer van Lumparn heeft doen ontstaan is niet bekend.

Drukkegels in een rapakivigraniet - Zwerfsteen van Klazienaveen (Dr.).

Op enige afstand van de plaats van inslag ontstaan door de plotseling optredende enorme druk typische deformatiestructuren in gesteenten. Het zijn schokkegels die met hun punt in de richting wijzen waar de drukgolf vandaan kwam.


 

Blijft over Zweden. Waarschijnlijk moet hier de herkomst van de zwerfsteen van Borger gezocht worden. Van een precieze locatie is weinig te zeggen. Mogelijk dat het Dellenmeer, zuidelijk van de stad Sundsvall in Noord-Zweden, de plaats van herkomst is. In het Hondsruggebied komen in verhouding veel zwerfsteensoorten voor uit Noord-Zweden. Het gezelschap zwerfstenen rond Borger heeft een Oost- en Noordbaltisch karakter. Zwerfstenen uit het  noordelijk gelegen Zweeds Lapland komen op de Hondsrug zelfs vrij algemeen voor. De herkomst van de impactietzwerfsteen uit de omgeving van het Dellenmeer is daarom niet uitgesloten.

 

 

Wat gebeurt er bij een inslag?

Gewone ijzer- of steenmeteorieten vallen met de normale valsnelheid op aarde. De reis door de dampkring remt ze af in hun vaart. Door de wrijvingshitte die daar bij optreedt, smelt en verdampt een deel van de meteoriet. Grote meteorieten hebben hier geen last van. Deze worden niet of slechts weinig door de dampkring afgeremd. Zij slaan op aarde in met een snelheid van vele tientallen kilometers per seconde. De korte snelle reis door de atmosfeer heeft echter rampzalige gevolgen.
 

 

Grote meteorieten - vaak betreft het asteroïden - worden door hun grote massa tijdens de korte reis door de atmosfeer nauwelijks afgeremd. Ze slaan met snelheden van enige tientallen kilometers per seconde neer op het aardoppervlak. De meteoriet zelf en het gesteente op de inslagplaats verdampen in een fractie van een seconde. Het inslaan van een reuzenmeteoriet veroorzaakt in wijde omgeving enorme verwoestingen. 


 

De energie die bij de inslag vrijkomt, wordt in een fractie van een seconde omgezet in warmte. Dit is jaren geleden op de planeet Jupiter waargenomen. Daar veroorzaakte een enorme, in stukken gebroken komeet, voor een serie spectaculaire explosies. Deze inslagen zijn met telescopen waargenomen en gefotografeerd. Ze lieten donkere verkleuringen na in de atmosfeer van Jupiter, die nog wekenlang zichtbaar bleven.
 

 

Opname van de planeet Jupiter, waar in juli 1994 enorme brokstukken van de in stukken gebroken komeet Shoemaker-Levy met veel spectakel insloegen. De inslagplekken in de atmosfeer van Jupiter waren na weken nog zichtbaar.


 

Slaat een enorme meteoriet op aarde in dan wordt een kilometersgrote krater geslagen. Gesteenten worden tot op honderden meters diepte verbrijzeld. Van de meteoriet en het gesteente op de plaats van inslag blijft niets over. Deze verdampen binnen een fractie van een seconde. In een brede zone eromheen smelten gesteenten voor het grootste deel. Na stolling hiervan herinnert weinig tot niets aan het oorspronkelijke gesteente. Er is een gesteente ontstaan dat sueviet genoemd wordt. Sueviet is een poreus gesteente met verspreid daarin grote en kleinere flarden en klodders obsidiaan, omgeven door volkomen verbrokkeld en weer aaneengekit gesteentepuin. Sueviet lijkt veel op een vulkanisch gesteente.

 

Nog verder van het inslagpunt bewaren gesteenten weliswaar hun voornaamste kenmerken, maar door de enorme druk zijn in het gesteente typische kegelvormige patronen ontstaan, zogenaamde drukkegels. De punten van drukkegels wijzen in de richting van de inslag.
 

 

In Yucatan in Mexico is de grootste inslagkrater op aarde ontdekt. Deze ringvormige Chicxulubkrater heeft een doorsnede van ruim 200 kilometer. De krater is nog niet zo lang geleden ontdekt. Sinds de vorming op de grens van de Krijt-periode en het Tertiair, ca. 65 miljoen jaar geleden, is deze krater door de afzetting van een pakket sedimentgesteente van bijna 1000 meter dikte aan het oog onttrokken. De Chicxulubkrater markeert het uitsterven van o.m. dinosauriers.

Het oppervlak van de maan is volledig bedekt met grote en kleinere littekens van meteoriet inslagen. De donkere mares op de maan markeren de allergrootste inslagen. Het oppervlak ervan bestaat uit donkere lava. Mares en kraters ontstonden vooral tijdens een bombardement van asteroïden die alle planeten bij de vorming van ons zonnestelsel hebben ondergaan. Dit vond ruim 4 miljard jaar geleden plaats.


 

De Nördlinger Ries

Ruim 14 miljoen jaar geleden sloeg in Zuid-Duitsland een enorme meteoriet in.  Voordat hij neerkwam brak hij in tweeën. Het kleinere brokstuk sloeg in bij de plaats Steinheim, de grotere helft vormde de ruim 20 kilometer grote Rieskrater met daarin de stad Nördlingen. Bij de inslag verdampte naar schatting zo’n 3,5 km3 gesteente, inclusief de meteoriet. Direct daaromheen smolt zo’n 2 km3. Nog veel meer, naar schatting 130 km3, werd tot vele tientallen kilometers in de omgeving weggeslingerd. De inslag moet een enorme ravage hebben aangericht. De druk van de inslag van deze meteoriet kan wel een half miljoen atm hebben bedraagd! Landschap, flora en fauna in heel Zuid-Duitsland werden compleet verwoest.

 

Van de enorme inslag is vandaag de dag door verwering weinig meer te zien. Alleen vanuit de lucht is de ronde vorm van de krater door begroeiing en wolkenvorming duidelijk op te merken. Vanaf de grond kijkt men naar de rand van de krater, die zich als een met bos begroeide richel voordoet.
 

 

De stad Nördlingen in het Duitse Beieren, ca. 50 km noordwestelijk van Augsburg, ligt in een schotelvormige depressie met een doorsnede van 25 kilometer. De diepte ervan is ca. 150 meter. Hier sloeg in het Micoeen, ca 14,8 miljoen jaar geleden vanuit het westen een enorme meteoriet in met een geschatte doorsnede van 1 kilometer.

De Nörlinger Ries geologisch. 

Bij de inslag werden gesteenten onder en opzij van de Rieskrater door de enorme druk tot een diepte van enkele kilometers samengeperst en verbrijzeld. Door de hitte die bij de inslag vrij kwam smolten delen van het gesteente. In de ringwal van de Rieskrater zijn verschillende  (oude) groeves aanwezig. Sommige waren al in de Romeinse tijd in gebruik. 

Sueviet van de Ries is het halfgesmolten, tufachtige gesteente waarvan men lange tijd ten onrechte dacht dat het van vulkanische oorsprong was. Sueviet bestaat uit een korrelige, tufachtige grondmassa met daarin deels gesmolten, lava-achtige gesteentefragmenten. 

Impactiet (Sueviet) - Zwerfsteen van Langeland (Dk.).

Dit donkere, poreuze gesteente met daarin lava-achtige slierten gesmolten gesteente en allerlei kleine en grotere gesteentefragmenten, zou een delleniet kunnen zijn, een inslaggesteente afkomstig van Dellen in het noorden van Zweden.

Mieniet (impactiet) - Zwerfsteen van het Mien meer in Zuid-Zweden.

De Miensjö in het zuiden van Zweden is door een inslag van een grote meteoriet ontstaan. Rond het meer komen in het landschap talrijke zwerfstenen voor van een sueviet-achtig gesteente. Ondanks verschillende pogingen zijn zwerfstenen van impactiet zelden of nooit te herleiden tot een specifieke inslagkrater in Scandinavië.


 

 

Drukkegels zijn goed herkenbaar. Bijzonder is dat niet zo lang geleden, tijdens een zwerfsteenexcursie naar Zuidoost-Drenthe, een grote granietkei is gevonden, waarin een aantal zeer fraaie puntzakvormige drukkegels aanwezig waren. De steen was ook nog eens een gidsgesteente, namelijk een porfierische Kökargraniet. Ergens in het kleine rapakivigebied van Kökar, zuidoostelijk van de Alandeilanden in Zuidwest-Finland, moet dus een inslagkrater aanwezig zijn. Overblijfselen van deze inslag liggen vermoedelijk op de bodem van Oostzee, anders waren deze ongetwijfeld gevonden.

 

Op het hoofdeiland van Aland, op de grens van de Oostzee en de Botnische Golf ligt Lumparn. Lumparn is een opmerkelijke, in omtrek ietwat rondachtige inham van de Oostzee. Het Lumparnmeer is ook een oude inslagkrater. Hoe oud is niet bekend. In de onmiddellijke omgeving komen veel rapakivigesteenten voor, die volkomen gekraakt en verscherfd zijn tot typische breccies. Van deze inslagbreccies zijn met grote waarschijnlijkheid op de Hondsrug ook zwerfstenen gevonden (Zie de afbeeldingen verder naar boven).

 

Samen met de kort geleden gevonden impactiet bij Borger illustreren deze Hondsrugzwerfstenen alles verwoestende gebeurtenissen, die zich in een ver verleden in Zweden en Finland hebben afgespeeld. Hoewel de inslag van een reuzenmeteoriet zich op ieder moment kan voordoen, is de kans hierop bijzonder klein. Men heeft berekend dat de inslag van een reuzenmeteoriet zich gemiddeld eens in de 26 miljoen jaar voor doet. Sinds de laatste verwoestende inslag in Zuid-Duitsland, zo’n 14,5 miljoen jaar geleden, zijn we al een aardig eind op weg….
 

Terug


 

 

 

© 2010-heden Kijkeensomlaag.nl
Flag Counter