Afwijkende weergave

Op dit moment wordt er gewerkt aan het geschikt maken van de website voor tablets en mobiele apparaten. Het kan zijn dat de weergave hier en daar nog niet optimaal is. Wij vragen daarvoor uw begrip.

 



 

De band- en streepvormige leucosomen bestaan uit een

granietisch mengsel van veldspaat en kwarts, bij hogere vormingstemperaturen

vergezeld van biotiet, hoornblende en/of andere mineralen. De

bestanddelen in de leucosoom kunnen kleinkorrelig zijn, soms

zelfs aplietisch. Niet zelden bestaan de dikkere leucosomen uit

grootkorrelige pegmatiet.
 

 

 

 

Migmatiet_3_-_Hubertsberg_Dld Migmatietgneis_-_Werpeloh_Dld

Migmatiet (lagengneis) - Zwerfsteen van Hubertsberg, Oostzee (Dld.).

De leucosomen zijn magmatisch van karakter. Ze bestaan voornamelijk uit kaliveldspaat en kwarts, bestanddelen die door partiële opsmelting afkomstig zijn uit het metamorfe gesteente eromheen.

Migmatiet - Zwerfsteen van Werpeloh (Dld.)

De mineralen in de leucosomen zijn soms fijnkorrelig of aplietisch. Soms vormen ze een grove graniet. Vooral in bredere of grote lensvormige leucosomen is het nieuw gevormde gesteente vaak ontwikkeld als een pegmatiet, soms vergezeld van granaten.


 

 

Eerder werd wel verondersteld dat het magmatische karakter

van leucosomen het gevolg was van injectie van magma in

scheuren en spleten in het gesteente (lit-par-lit injectie). Dit

is bij migmatieten niet houdbaar gebleken. Het zal in enkele

gevallen wel plaatsgevonden hebben, maar het merendeel

ontstaat anders. Leucosomen ontstaan vooral door partiële

opsmelting van bestanddelen in het omringende gesteente.

De indruk bestaat dat het gesmolten silicaatmengsel slechts

over een geringe afstand is verplaatst. Experimenten in laboratoria

tonen aan dat het bij bepaalde druk- en temperatuurverhoudingen

mogelijk is om uit klei of met klei- en veldspaatdeeltjes, maar ook in

verontreinigde zandstenen opsmeltingen als in migmatieten

na te bootsen. Dit vindt plaats bij temperaturen van ca. 670oC.

 


 

 

Migmatiet_met_nebulitische_structuur_-_Staberhuk_Fehmarn Nebulitische_migmatiet_-_Sassnitz_Rgen_Dld

Migmatiet (diatexiet) - Zwerfsteen van Sassnitz op Rügen (Dld.).

Het gesteente op de foto getuigt van een vergaande vorm van rekristallisatie, waarbij opsmelting en metasomatose hand in hand gaan. De donkere met kaliveldspaat en kwarts verrijkte paleosoom steekt af tegen de meer homogene graniet-achtige delen. Dergelijke typen rangschikt men onder de nebulieten.

Migmatiet - Zwerfsteen van Sassnitz op Rügen (Dld.).

Voorbeeld van vergaande diatexis, waarbij het karakter van de migmatiet nog te herkennen is aan de donkere band (=paleosoom) over het midden. Het overgrote deel bestaat uit een enigszins ongelijkkorrelig type biotietgraniet (neosoom).

 


 

Uit de structuren in migmatieten blijkt dat onder extreme

omstandigheden geleidelijk steeds meer componenten van het

metamorfe gesteente in vloeibare toestand over gaan. Naast

veldspaat en kwarts zijn dat biotiet, hoornblende, pyroxeen e.d.

Voorbeelden van dergelijke opsmeltings/vormingsprocessen

komen in noordelijke zwerfstenen dikwijls voor. We vinden

regelmatig zwerfstenen waarin het opsmeltings/diffusieproces ver

gevorderd is. We zien een gesteente waarin het oorspronkelijke

beeld van een metamorf gesteente langzamerhand ingeruild wordt

voor dat van een stollingsgesteente. Het metamorfe karakter van

het gesteente wordt diffuus door het verschijnen van steeds meer

nieuwvormingen van veldspaat, kwarts en donkere mineralen. Het

uiteindelijke resultaat is een gesteente dat slechts aan enkele

vage restanten van gneis of aan korrel-onregelmatigheden nog als migmatiet te

herkennen is. Dergelijke migmatietische overgangsgesteenten noemt men nebulieten

(‘nebula’ = mist). Nebulieten zijn als zwerfsteen allerminst zeldzaam.

Hieronder wordt daar nader op ingegaan.





 

 

Verdieping

 

 

Migmatieten tonen een rijke variatie in grootte en aantallen leucosomen. De omstandigheden

waarbij deze zijn gevormd wisselden van plaats tot plaats. Afhankelijk van de graad van

metamorfose en mate van opsmelting worden bij migmatieten wel begrippen als Anatexis,

Metatexis en Diatexis gehanteerd.


 

 

Anatexis is het proces van gedeeltelijke of algehele opsmelting van een bestaand

metamorf gneisachtig gesteente. Migmatieten zijn dus anatexieten.


 

 

Metatexis is het stadium van opsmelting van een bestaand metamorf gesteente waarbij

er lichtkleurige banden, strepen en vlekken (leucosomen) van veldspaat en kwarts gevormd

worden, die het gesteente in alle richtingen doorkruisen. Dit zijn de gesteenten waar dit

hoofdstuk over gaat.


 

 

Diatexis is anatexis in een vergevorderd stadium waarbij mineralen als biotiet en

hoornblende, die een hoger smeltpunt hebben, ook opsmelten en samen met veldspaat

en kwarts in leucosomen kristalliseren. Bij diatexis verdwijnt heel geleidelijk het

onderscheid tussen paleosoom en neosoom. Er ontstaan gesteenten die steeds meer

kenmerken krijgen van graniet.


 

 

up Terug.


 

 
© 2010-heden Kijkeensomlaag.nl
Flag Counter