Migmatieten van dit type hebben een opvallend uiterlijk door de
aanwezigheid van talrijke korte of langere en tevens smalle en
dikkere, lichtkleurige ‘aders’, die in allerlei richtingen door het
metamorfe gesteente lopen. Het gesteente wordt daarom ook
wel adergneis genoemd. Duidelijk is dat het hier niet om echte
aders gaat, maar ruimtelijk gezien om dunne plaatvormige
leucosomen. Aan de buitenzijde van zwerfstenen ogen ze als aders.
De phlebitische structuur bij migmatieten is dus voorbehouden
aan een onregelmatige, ietwat rommelig geplooid gneistype
waarin ook weer op een onregelmatige wijze meer of minder dikke
aders lopen. De aders kunnen en zijn vaak ook in allerlei richtingen
geplooid.
![]() |
![]() |
Migmatiet met een phlebitische structuur - Hohenfelde, Oostzee (Dld.). | Migmatiet met een phlebitische/geplooide structuur - Jumfruland, Zuid-Noorwegen. |
Zoals gezegd is de paleosoom een zeer onregelmatige geplooide
gneis waarvan het oorspronkelijke karakter door de uitbundige
ontwikkeling van dikkere en dunnere leucosomen op de achtergrond
raakt. Alleen op plaatsen waar ze parallel aan de schistositeit
verlopen is de gneisstructuur nog goed te zien.