Afwijkende weergave

Op dit moment wordt er gewerkt aan het geschikt maken van de website voor tablets en mobiele apparaten. Het kan zijn dat de weergave hier en daar nog niet optimaal is. Wij vragen daarvoor uw begrip.

 

 


 

 

 

 

 

 

 

De rekristallisatie van de minerale bestanddelen kan in een gesteente

zo ver zijn voortgeschreden dat van het oorspronkelijke metamorfe

karakter nauwelijks nog een spoor te vinden is. Het gesteente maakt

een uitermate gelijkmatige indruk en onderscheidt zich niet of

nauwelijks van andere granieten. Meermalen komen we dergelijke

zwerfstenen tegen. Nader beschouwd zijn ze niet anders dan als graniet

te determineren, hoewel ze in geringe mate afwijken van meer bekende

granietsoorten.


 

 

Migmatiet_met_nebulitische_structuur_-_Norg Nebuliet_-_Sassnitz_Rgen

Nebuliet - Zwerfsteen van Norg (Dr.).

De homogenisatie van deze nebuliet is zover voortgeschreden dat op de zaagsnede een beeld naar voren komt van een enigszins ongelijkmatige graniet.

Nebuliet - Zwerfsteen van Sassnitz, Rügen (dld.).

In migmatieten met een nebulitische structuur neemt de neosoom vaak een grote ruimte in. Ze bestaan doorgaans uit een korrelig mengsel van kaliveldspaat en kwarts, vergezeld van plagioklaas en biotiet. Deze delen zijn vrijwel niet van een gewone graniet te onderscheiden.

 
 

 

Hoewel zwerfsteengranieten ongeschikt zijn om hun ontstaan in

Scandinavië te verklaren, zijn er genoeg voorbeelden gevonden die

het eindstadium van het granitisatieproces markeren. Het is dus maar

de vraag of granieten uitsluitend stollingsgesteenten zijn of dat niet

een belangrijk deel ervan van metamorfe oorsprong is.

 
 

 

 

Migmatiet_met_nebulitische_structuur_-_Staberhuk_Fehmarn Migmatiet_met_nebulitische_structuur_-_Werpeloh_Dldjpg

Nebuliet - Zwerfsteen van Staberhuk, Fehmarn (Dld.).

De mate waarin nieuw gevormde kaliveldspaat en kwarts het gekorrelde beeld van deze migmatiet bepalen, is een opmaat voor een gesteente dat wij als een normale graniet zouden herkennen. Granieten kunnen dus ook van metamorfe oorsprong zijn.

Nebulitische gneis - Zwerfsteen van Werpeloh (Dld.).

Nebulieten zijn ultrametamorfe gesteenten die a.h.w. de overgang illustreren van een (metamorfe) gneis naar het stollingsgesteente graniet. Dergelijke granieten zijn vaak niet te onderscheiden van normale, magmatische typen.

 

 
 

Eerder werden nebulitische gesteenten besproken. Metamorf en nog

steeds duidelijk migmatietisch van karakter vormen zij het

overgangsgesteente naar echte homogene granieten. De vraag blijft

of dit veranderingsproces alleen een plaatselijk verschijnsel is binnen

grote metamorfe complexen of dat het opgeschaald kan worden naar

regionale granietvoorkomens. Dit laatste blijkt regelmatig het geval te zijn.

 
 

 

 

Pernigraniet_-_Noordbroek_Grjpg Pernigraniet_-_Noordbroek_Gr

Perniögraniet - Zwerfsteen van Noordbroek (Gr.).

Het zijn meest roodachtige granieten met idiomorfe, rechthoekige tot afgerond rechthoekige kaliveldspaten, die dikwijls enigszins parallel aan elkaar gerangschikt zijn. Perniögraniet bevat vaak rode granaten, die aan de buitenzijde van de stenen vaak donker gekleurd en roestig verweerd zijn.

Perniögraniet - Zwerfsteen van Noordbroek (Gr.).

Verspreid zijn in de biotietgraniet enkele rode granaten te herkennen.

 

 
 

Een goed voorbeeld is Perniögraniet, een bekend type gidsgesteente

uit Zuidwest-Finland, dat op de Hondsrug niet zeldzaam te vinden is.

Uit veldkarteringen blijkt dat deze roodkleurige graniet in Zuid-Finland

op veel plaatsen een nebulitisch (=migmatitisch), hier en daar zelfs

een gneisachtig karakter heeft met lokaal tamelijk veel kristallen

(porfyroblasten) van rode granaat. Perniögraniet is onmiskenbaar een

(biotiet)graniet, maar dan van metamorfe oorsprong. In zwerfstenen

blijkt daar niets van, de schaal is daarvoor te klein. Van talrijke andere

biotietgranieten in Zuidwest-Finland zoals Abögraniet en Hangögraniet

wordt verondersteld dat ze eveneens van metamorfe oorsprong zijn.

Voorbeelden hiervan zijn bij zwerfsteenliefhebbers beter bekend als

microkliengraniet. Zwerfstenen ervan zijn in het Hondsruggebied in

Oost-Drenthe niet zeldzaam.

 
 

 

 

Microkliengraniet_3_-_Emmerschans_Drjpg Microkliengraniet_-_GietenDrjpg

Abögraniet - Zwerfsteen van Emmerschans (Dr.).

In Zuidwest-Finland komen een aantal biotietgranieten voor die verwant aan elkaar zijn. Het zijn vooral klein- en  middelkorrelige, scherpkristallijne granieten. Ze bevatten evenals Perniögraniet vaak roestige granaten. Al deze granieten vat men wel samen onder de naam 'microkliengraniet', naar de bepalende veldspaatsoort microklien. Behalve microklien (= kaliveldspaat) bevatten de granieten altijd plagioklaas, te herkennen aan de veel lichtere tint.

Microkliengraniet - Zwerfsteen van Gieten (Dr.).

Opvallend is het scherpkristallijne karakter van deze granieten. De afzonderlijke mineraalkorrels zijn zeer goed van elkaar te onderscheiden. Het zijn herkenbare biotietgranieten die in Oostbaltische zwerfsteengezelschappen, zoals in Oost-Drenthe, veel voorkomen. De meeste microkliengranieten zijn ietwat ongelijkkorrelig, gekoppeld aan een niet geheel gelijkmatige verdeling van de minerale bestanddelen. Kaliveldspaat vormt soms grover gekorrelde partijen. Niet zelden tonen microkliengranieten overgangen naar pegmatiet.

 

 
 

Het is niet onmogelijk dat naast Perniögraniet in Scandinavië veel meer

granietsoorten op een vergelijkbare manier zijn ontstaan. Het is

intrigerend om te beseffen dat niet alle granieten door kristallisatie

uit grote magmaopeenhopingen zijn ontstaan. Sommige hebben duidelijk

een metamorfe achtergrond. Granieten als Perniögraniet vormen het

eindstadium van de gesteentekringloop en markeren tegelijk het begin

van een nieuwe.

 
 

 

 

Microkliengraniet_-_Exloo_Drjpg Microkliengraniet_2_-_Exloo_Drjpg
Abögraniet - Zwerfsteen van Exloo (Dr.). Microkliengraniet - Zwerfsteen van Exloo (Dr.).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 
© 2010-heden Kijkeensomlaag.nl
Flag Counter