Veruit de meeste granieten bevatten zwarte biotiet als glimmersoort. Men spreekt daarom ook wel van biotietgraniet. Onder noordelijke zwerfstenen zijn biotietgranieten bijzonder talrijk. Daarnaast vinden we als zwerfsteen ook granieten met meer en andere glimmers.
Graniet met enkel zilverkleurige muscoviet als glimmer komen weinig voor, in tegenstelling tot grootkorrelige pegmatietgraniet. Zwerfstenen hiervan bevatten regelmatig kleine en soms relatief grote pakketjes van deze zilverwitte glimmersoort. Pegmatiet is weliswaar een granietachtig gesteente, maar ontstaat op een heel andere manier. Gewone graniet met als glimmer uitsluitend muscoviet noemt muscovietgraniet. Daarnaast bestaat er ook graniet met zowel zwarte biotiet als zilverwitte muscoviet? Die noemt men heel toepasselijk tweeglimmergraniet.
![]() |
![]() |
Tweeglimmergraniet van Angermanland - Zwerfsteen van Drogeham (Fr.) met gepolijst oppervlak. |
Tweeglimmergraniet van Angermanland, detail van vorige foto. |
Tweeglimmergraniet is ook onder onze Scandinavische
zwerfstenen vertegenwoordigd. Dit graniettype komt verhoudingsgewijs
weinig voor, maar is op grond van beide glimmersoorten niet
moeilijk te herkennen. Sterker nog, er bestaan drie soorten
gidsgesteente die als tweeglimmergraniet ontwikkeld zijn.
Een ervan is Stockholmtweeglimmergraniet. Het is een mondvol, maar
Stockholmgraniet is een zeer gelijkmatig ontwikkelde, homogene
en tevens kleinkorrelige grijswitte tot grijsgele graniet. De
hoofdmassa van Stockholmgraniet wordt ingenomen door
biotietgraniet, maar sommige typen bevatten naast biotiet talrijke
schubjes zilverwitte muscoviet. Stockholmgraniet komt voor in
Uppland en Södermanland in Midden-Zweden. De Zweedse stad
Stockholm is op deze graniet gebouwd.
De bekendste zwerfsteensoort met beide glimmersoorten is tweeglimmergraniet van Angermanland, afkomstig uit
Noord-Zweden. Dit graniettype is vrij makkelijk te herkennen en is op basis van zijn kenmerken ook een
herkenbaar gidsgesteente. Tweeglimmergraniet vormt samen met
tweeglimmergneis een voorkomen aan de kust van Angermanland in
Noord-Zweden, bij de plaatsen Ornsköldsvik en Härnösand. Bij Härnosand komt nog een derde type tweeglimmergraniet voor: Härno tweeglimmergraniet. Dit zwerfsteentype is grijswit en lokaal ook wel rose-achtig van kleur. Härno tweeglimmergraniet is opvallend grofkorreliger dan het normale type van Angermanland. De voorkomens van tweeglimmergraniet in Noord-Zweden maken onderdeel uit van de Svecofenniden. Deze vormen een gordel van gesteenten die lang geleden in het Precambrium ontstaan zijn ten gevolge van plaatbotsingen. Het huidige oppervlak van tweeglimmergraniet in Angermanland vormt een deel van een uitgestrekter geheel dat beschouwd kan worden als
het restant, zeg maar ‘wortels’, van een zeer oud,
afgesleten en verdwenen hooggebergte uit het Precambrium.
Tweeglimmergraniet van Angermanland is bij de
vorming van het hooggebergte ontstaan uit gemetamorfoseerde
en voor een groot gedeelte opgesmolten, sedimentaire
gesteenten. De oorspronkelijke sedimenten werden bij de
plaatbotsing, die verantwoordelijk was voor het ontstaan van
het Svecofennidisch hooggebergte, vele kilometers diep de
aardkorst ingeperst. Hoge druk en dito temperatuur zorgden
daarbij als het ware voor een langzame hergeboorte waaruit
tweeglimmergraniet ontstond. Tweeglimmergraniet wordt
ook wel aangeduid als een S-type graniet, wat zoveel wil zeggen dat het gesteente door metamorfose en daarmee gepaard gaande opsmelting gevormd is uit een kleiïg-zandig type sediment.
Zwerfstenen van tweeglimmergraniet zijn op het breukvlak
grijswit, lichtgrijs tot licht grijsrood van kleur. Ze zijn verder
klein- tot middelkorrelig, soms ook ietwat porfierisch door de
aanwezigheid van iets grotere eersterlingkristallen van kaliveldspaat en kwarts.
Naast kaliveldspaat komt plagioklaas voor. Beide veldspaten
hebben min of meer dezelfde kleur. Plagioklaas is door zijn geelwitte kleur vooral op te
merken aan de verweerde buitenzijde van de zwerfstenen.
Kwarts is talrijk aanwezig. De korrels zijn wisselend groot en
vormen hier en daar onregelmatige aggregaten. De kleur is
doorgaans grijsachtig. Hier en daar kunnen iets grotere kwartsen
voorkomen, die eveneens grijs zijn maar soms ook meer
blauwgrijs.
Beide glimmersoorten, biotiet en muscoviet, komen gelijkmatig tussen veldspaat en
kwarts voor. De sterk glimmende schubjes zijn met het blote oog goed goed zichtbaar. Biotiet
is van de twee het talrijkst, daar staat tegenover dat de zilverkleurige
muscovietschubjes meestal iets groter zijn.
Van Angermanland tweeglimmergraniet bestaat ook een
meer gneisachtig type.
Terug