De vorming van Lanzarote en Fuerteventura

 

Fuerteventura, satellietopname.

 

Fuerteventura is het grootste eiland van de Canarische archipel. Van noord naar zuid is het eiland ongeveer 100 km lang. Hoge bergen of indrukkende vulkanen komen op het eiland niet voor. Grote delen van het eiland zijn vrij laag en hebben een golvend karakter. In het westen ligt het natuurpark Betancuria met een prachtige, weliswaar gortdroge, natuur en mooie, kleurige vergezichten. In het zuiden op het schiereiland Jandia vinden we de hoogste toppen. Die van Pico de la Zarca is met 807 m het hoogst.

Lanzarote, satellietopname.

 

Net als Fuerteventura is Lanzarote grotendeels dor en droog. Alleen in het noorden bij Famara komen groene valleien voor met Canarische palmen. 's Zomers is het op beide eilanden heet en droog, 's winters zijn de temperaturen veel aangenamer. De eilanden liggen relatief dicht bij het droge Afrikaanse vasteland. Regelmatig voeren hevige winden enorme hoeveelheden woestijnstof mee in westelijke richting. De eilanden zijn daardoor soms een aantal dagen in een stoffige nevel gehuld.

 


 

Van alle Canarische Eilanden is Lanzarote wereldwijd één van de bekendste vulkaaneilanden. Met name de erupties tussen 1730 en 1736 zijn de oorzaak dat het eiland onder geologen - en zij niet alleen – bekend is geworden. De vulkaangebieden 'La Caldera del Corazoncillo', 'Montaña Rajada' en vooral 'Montañas del Fuego' hebben een wereldwijde bekendheid gekregen. De uitbarstingen en de lavaproductie in de 18e eeuw waren voor menselijke begrippen ongekend hoog en hielden ook lange tijd aan.
 

 

Natuurpark Timanfaya op Lanzarote is een van de bekendste vulkaangebieden op aarde. In de jaren tussen 1730 en 1736 is een groot deel van het eiland door aanhoudende vulkanische erupties bedolven geraakt onder dikke lava afzettingen van basalt. Landerijen, plantages en maar liefst negen dorpen verdwenen daardoor van de aardbodem.

Lanzarote met de rode vulkaankegels van Montana Rajada.

De vulkaangroep op de foto wordt gevormd door de 373 meter hoge Montana Rajada met daarnaast de lagere, 176 meter hoge Caldera de Rajada. Zij liggen in het vulkaanpark Timanfaya.

Bij de uitbarstingen in de 18e eeuw is bijzonder veel basaltische lava uitgevloeid. Berekeningen gaan uit van een hoeveelheid tussen 3 en 5 kubieke kilometer, waarbij ca. 1/4 van het eiland onherkenbaar veranderd werd. Het uitvloeien van lava over zo'n groot oppervlak wijst er op dat het landschap voor de uitbarsting uitgesproken vlak moet zijn geweest. Tijdens de eruptieve fase onstonden door opspuitende lavafontijnen talrijke spatkegels, die opgebouwd zijn uit halfgestolde lavaklodders die bij het neerkomen nog vervormden en zo een vulkaankegel opbouwden. De rode kleur komt door oxidatie van het basaltische materiaal.

Aan de zuidwestkust bij Los Hervideros beukt de volle oceaandeinig met veel geweld dagelijks op basaltrotsen die tijdens de erupties in de jaren tussen 1730 en 1736 ontstonden. Hierbij stroomde de lava tot in zee. Sinds die tijd hebben golven indrukwekkende inhammen in de lava geërodeerd, waarin het zeewater met veel geweld opgestuwd wordt. Dit levert spectaculaire waterfonteinen op.


 

Hoewel Lanzarote geheel omgeven wordt door zeewater, is het geologisch gezien geen zelfstandig eiland. Lanzarote wordt door een smalle, slechts 42 meter diepe, zeestraat gescheiden van Fuerteventura. Beide eilanden vormen in feite één geheel. Ook in topografisch opzicht verschillen Lanzarote en Fuerteventura nogal sterk van de overige eilanden. Echt hoge vulkanen komen er niet voor, de hoogste toppen steken zo'n 800 meter boven zeeniveau uit. De overige delen van de eilanden zijn nog geen 200 meter hoog. Het huidige zachtgolvende heuvellandschap op beide eilanden is het resultaat van miljoenen jaren verwering. 
 

 

De inham El Golfo op Lanzarote staat bekend om zijn kleurige en indrukwekkende rotspartijen. Op deze plaats is een vulkaanlichaam door de branding half weggeërodeerd, waardoor men inzage krijgt in de interne bouw ervan. Op het strand zijn in het zand en grind van El Golfo kleine geelgroene olivijnkristallen te vinden. 

Het gortdroge klimaat op Lanzarote staat echte landbouw in de weg. Hoewel het nauwelijks regent, zorgt de nachtelijke afkoeling ervoor dat op de donkere basaltische lapilli veel vocht condenseert. Dit sijpelt naar onderen en stelt de wijndruiven in staat om toch te groeien en druiven voort te brengen. Om verdamping door de stevige wind zoveel mogelijk tegen te gaan bouwt men muurtjes van basaltstenen om de druivelaars heen. Op Lanzarote produceert men op deze wijze een heerlijke malvasiawijn.

Fuerteventura is net als Lanzarote in de zomer een heet en gortdroog eiland. Veel bergen bezit het eiland niet. De hoogste toppen vinden we in het zuiden op het schiereiland Jandia met de Pico de la zarca (807 m) als hoogste punt.

Corralejo, in het uiterste noorden van Fuerteventura, is door zijn fraaie stranden een aantrekkelijke vakantiebestemming. De witte huizen en appartementen worden gedomineerd door de indrukwekkende krater van een scoriavulkaan op de achtergrond. Deze vulkaan is in het Laat-Pleistoceen ontstaan.

 


 

Onderzoek heeft uitgewezen dat de basis van beide eilanden gevormd wordt door vijf oude schildvulkanen. Twee van deze vulkanen, althans de resten ervan, komen voor op Lanzarote: Los Ajaches (560m) in het zuiden en Famara (670 m) in het noorden. De overige drie schildvulkanen vormen de basis van Fuerteventura. De restanten hiervan zijn te vinden op het schiereiland Jandia in het zuiden, langs de oostkust (Cuchillos de Vigan) en in het natuurgebied Parque Rural de Betancuria in het westen. De gebieden tussen deze oude vulkaanresten zijn vlak of heuvelachtig en voor een groot gedeelte bedekt door jongere vulkaanafzettingen, waarvan die op Lanzarote voor een belangrijk deel in historische tijd ontstaan zijn. 
 

Op Lanzarote valt op veel plaatsen jong vulkanisme waar te nemen. Hier vonden in historische tijd erupties plaats. Op het eiland komen daarnaast ook gebieden voor uit de beginperiode van de vorming van het eiland. In het noorden van Lanzarote is Famara met zijn indrukwekkend steile klifkusten bekend om zijn oude vulkanische gesteenten. In het zuiden van Lanzarote, zuidelijk van de plaats Femés ligt het oud-vulkanische gebied van Los Ajaches. Het vulkanisme hier duurde globaal van 14,5 tot 13,5 miljoen jaar geleden. Het gebied van Los Ajaches vormde toen nog een apart eiland.

Barranco de los Dises in het natuurpark Los Ajaches doorsnijdt oude, sterk geërodeerde vulkanische gesteenten. Begroeiing ontbreekt vrijwel geheel door de droge klimaatsomstandigheden.

Prachtig roodbruin gekleurde afzettingen van basaltische lapilli in een groeve bij Maciot Femés aan de rand van het natuurpark Los Ajaches op Lanzarote.

Vulkanen kunnen tijdens explosieve eruptiefasen enorme hoeveelheden losse producten uit de krater stoten. Deze grote en kleinere brokstukken noemt men tefra. Vulkanen die louter uit deze materialen bestaan heten tefravulkanen. Grote brokken noemt men vulkanische bommen, het kleinere materiaal van het vormaat 2 - 64 mm is lapilli. Nog fijner noemt men het vulkanisch as.

 

Van dichtbij komt de prachtige gelaagdheid van het fijnkorrelige vulkanische gesteentegruis mooi tot uiting.

Heel dikwijls wisselen fijner en grover materiaal elkaar af. Dit veroorzaakt de vaak duidelijke gelaagdheid van vulkanische afzettingen. 


 

In tegenstelling tot Fuerteventura zijn op Lanzarote geen oude kussenbasalten en dieptegesteenten ontsloten. Dit wijst erop dat Fuerteventura in de loop van de tijd een sterkere opheffing heeft ondergaan dan Lanzarote. Dit zou kunnen wijzen op de aanwezigheid van een breukzone tussen beide eilanden. De oudste gesteenten op Fuerteventura dateren uit het Vroeg-Jura. Het zijn oude oceaankorstbasalten, die ontstonden tijdens de opening van de Atlantische Oceaan. Op deze oeroude oceanische korst werden tot in het Vroeg-Krijt zowel kalkige als klastische sedimenten afgezet. Het kwartszand, silt en klei van deze afzettingen vormen verweringsmateriaal dat afkomstig is van het Afrikaanse vasteland. Uit de opeenvolging van de afzettingen is de conclusie getrokken dat deze destijds door troebelingsstromen (= turbidieten) op de bodem van de zee zijn afgezet.
 

Bij Ajuy aan de westkust van Fuerteventura zijn de oudste gesteenten van het eiland, waaronder kussenbasalten, ontsloten. Deze gesteenten zijn ongeveer 20 miljoen jaren oud. Naast zeer oude basalten en gabbro's komen ook bodemsedimenten uit de Jura-periode voor. Deze sedimenten dateren van voor het vulkanisme waaruit Fuerteventura en Lanzarote zijn ontstaan.

Bij Vega Rio de Palmas, aan de kust van Betancuria in het westen van Fuerteventura zijn zelfs dieptegesteenten als gabbro ontsloten. De gabbro wordt doorsneden door mafische en felsische ganggesteenten.


 

Terug

 

 


 

 
© 2010-heden Kijkeensomlaag.nl
Flag Counter