Verschillen en overeenkomsten?
Saale-ijstijd en Hondsrugcomplex zijn voor velen bekende begrippen. Op het laatst van deze ijstijd werd de Hondsrug gevormd tegelijk met nog een aantal parallel verlopende keileemruggen. De zwerfstenen die op de keileemruggen achterbleven, hebben een Oostbaltische samenstelling. Deze samenstelling kenmerkt ook de zwerfstenen uit de keileem van het Warthe-stadium in Duitsland. Steker nog, de samenstelling van de zwerfsteengezelschappen uit beide keilemen is nagenoeg identiek.
Saalien of Saale-ijstijd?
Meestal hebben we het over de Saale-ijstijd inplaats van het Saalien. Beide uitdrukkingen betekenen hetzelfde, hoewel het begrip Saalien meer omvat dan alleen de ijsbedekking in Nederland. De Saale-ijstijd wordt meestal voorgesteld als een aaneengesloten koudeperiode. waarbij de noordelijke helft van ons land lange tijd door een dik pakket landijs bedekt was. In werkelijkheid was de Saale-ijstijd een veel complexere periode. Er is namelijk sprake van minimaal twee warmere en drie koudere epesodes. Geologen spreken daarom liever van het Saalien-complex, omdat niet duidelijk is of de koude en de warme stadia alle tot het Saalien behoren of dat er misschien sprake is van verschillende ijstijden of glacialen.
Als we de literatuur volgen dan is de uitleg daarover verwarrend. Enerzijds bedoelt men met de Saale-ijstijd het gehele Saalien-complex, anderzijds wordt er alleen de vergletsjeringsfase mee aangegeven die het Scandinavisch landijs in Nederland bracht. De verwarrende duiding van het Saalien wordt mede in de hand gewerkt door geografische grenzen. Onderzoek aan glaciale afzettingen beperkt zich bij ons doorgaans tot het Nederlands grondgebied, alsof er aan de andere kant van de grens geen ijstijd bestaan heeft. In Nederlandstalige literatuur wordt nauwelijks of geen aandacht besteed aan het Warthe-stadium in Duitsland. Deze grote vergletsjeringsfase heeft aan het einde van het Saalien in Noord-Duitsland zijn sporen nagelaten in de vorm van een indrukwekkende eindmorenegordel. Tussen Bremen en Hamburg krijg je van deze eindmorengordel langs de A1 bij Hollenstedt een prachtig beeld. Omdat het Scandinavisch landijs tijdens het Warthe-stadium niet verder reikte dan zo'n 20 km westelijk van Hamburg, lijkt hert alsof na het verdwijnen van het landijs in ons land de Saale-ijstijd was afgelopen, waarna het warmere Eemien begon. Maar is dit wel zo?
Opmerking:
Sommige passages in dit verhaal leest U in vergelijkbare bewoordingen in andere artikelen
op deze site. Aangezien de meeste verhalen over ijstijdafzettingen op zichzelf staan en er
doelbewust geen links of andere verwijzingen worden gebruikt, is het voor de chronologie en
voor een beter begrip van de reeks gebeurtenissen van belang om een aantal passages
hieronder opnieuw te vermelden.
Hoe verliep het Saalien?
Het Saalien duurde ongeveer van 370.000 tot 126.000 jaar geleden. Voor een ijstijd is dit een lange periode. De eerste koudefase was tijdens het Vroeg-Saalien. In Duitsland wordt dit het Fuhne-stadium of Fuhne-Kaltzeit genoemd. In deze episode bereikte het Scandinavische landijs ons land niet. Het is niet precies bekend tot waar de Scandinavische ijskap - in opbouw - zich toen uitstrekte. Bij ons heerste een toendraklimaat met grassen, zeggen, berken en wellicht ook wat grove dennen hier en daar. In de bodem ontstonden als gevolg van de koude o.m. vorstwiggen. Als gevolg van wind en sneeuwval zijn in deze tijd waarschijnlijk ook dekzanden gevormd (Formatie van Drachten = oude Formatie van Eindhoven).
Deze eerste langdurige koudeperiode werd gevolgd door een warme tijd, het Hoogeveen-interstadiaal. Het klimaat was vergelijkbaar met dat van tegenwoordig, misschien dat het zelfs nog iets warmer was. Onduidelijk is of deze warme periode opgevat moet worden als een interglaciaal, zoals we nu meemaken (Holoceen) of dat het slechts een warme interval (interstadiaal) was tussen twee koudeperioden in.
Na een betrekkelijk kortdurend wegzakken van de temperatuur in de fase na het Hoogeveen-interstadiaal, warin bij ons vooral eolische zanden zijn afgezet (Formatie van Drachten), werd het klimaat afwisselend warmer en weer kouder tot het tijdens het bantega-interstadiaal langere tijd opnieuw veel warmer werd. In ons gebied groeiden toen bossen met berken en dennen, met daartussen eiken en hazelaars en op vochtige plaatsen vooral elzen.
Na de klimaatsverbetering tijdens het Bantega-interstadiaal werd het opnieuw kouder. Deze neergang van de temperatuur vormde de inleiding tot een langdurig en koude tot extreem koude periode, waarin het Scandinavisch landijs een grote uitbreiding te zien gaf. Nederland kreeg te maken met echte arctische omstandigheden, waarbij het landijs tot halverwege ons land doordrong. De episode van het Saalien-complex na het Bantega-interstadiaal is dus 'onze' ijstijd, ruim 180.000 jaar na het begin van het Saalien! Aangezien glacialen in de laatste miljoen jaar van het Pleistoceen gemiddeld zo'n 100.000 jaar duren, wringt hier mogelijk iets.