De rhombenporfierdekken in Krokskogen en Vestfold
Rhombenporfieren komen we overal in het Oslogebied tegen, van
Brunlanes in het zuiden tot in het Brummunddal, 220 km noordelijker.
Ze vormen een aantal kleinere lavaplateaus en, belangrijk, een
tweetal grotere. Daarnaast kennen we rhombenporfier als ganggesteente.
Het Krokskogen lavaplateau en het zuidelijk daarvan gelegen plateau
van Vestfold zijn bepalend voor de rhombenporfieren in het huidige
Oslogebied. Het lavaplateau van Krokskogen is ca. 400 km2groot. Het
ligt ten westen van de stad Oslo. Het is de typelocaliteit waarop de
stratigrafie van de opeenvolgende rhombenporfierdekken is gebaseerd.
Het is ook de enige plaats in het Oslogebied waar een groot aantal
afzonderlijke rhombenporfierdekken boven elkaar voorkomen en die over
een afstand van ca. 10 km te vervolgen zijn. Het plateau van Krokskogen
telt zo’n 22 afzonderlijke lavauitvloeiingen met een totale dikte van
ca. 900 m. De rhombenporfierafzettingen zijn verspreid over het pakket
een aantal malen onderbroken door basaltuitvloeiingen. De erupties
van rhombenporfier in Krokskogen werden afgesloten met het uitvloeien
van basalt van type B3. Deze dekt de onderliggende rhombenporfier RP12
af.
Het andere grote rhombenporfiergebied is dat van Vestfold. Het ligt
zuidelijk van Krokskogen, ruwweg ten westen van de Oslofjord en is
bij benadering een kleine 1000 km2groot. Hier zijn maar liefst 50
afzonderlijke rhombenporfieruitvloeiingen aangetoond. Een aantal
porfierdekken komt overeen met die van Krokskogen, daarnaast zijn
er talrijke die alleen in Vestfold voorkomen.
Ook hier zien we dat het uitvloeien van rhombenporfierlava’s een
aantal malen onderbroken werd door het uitvloeien van basalt. Met
name in de eindfase van het rhombenporfiervulkanisme zijn de
afzonderlijke porfierdekken in Vestfold van elkaar gescheiden door
afzettingen van conglomeraat, silicarijke, trachietische lava’s en
ignimbriet.
Een van de meest omvangrijke uitvloeiingen van rhombenporfier heeft het bekende type RP1 opgeleverd. Over een lengte van ca. 170 km komt deze typische rhombenporfier met zijn smalle evenwijdig gerangschikte eerstelingen op verschillende plaatsen in het Oslogebied voor. Het type is vooral bekend als RP1 Kölsas. Deze rhombenporfier vormt de top van de heuvel Kölsas, net ten noorden van de stad Oslo. |
Rhombenporfierklif bij Krokskogen in Zuid-Noorwegen.
|
Hoewel de getallen in de publicaties van elkaar afwijken
ontstonden de rhombenporfieren van het Krokskogenplateau in
een periode van ruwweg 14 miljoen jaar, die van Vestfold in
ca. 10 miljoen jaar. Afgezet tegen het aantal rhombenporfier-
dekken betekent dit voor Krokskogen dat tussen de opeenvolgende
lavauitvloeiingen gemiddeld 600.000 jaar zat. Op het plateau van
Vestfjold zijn vijftig afzonderlijke rhombenporfierafzettingen
vastgesteld. De periode tussen de opeenvolgende erupties bedraagt
daar gemiddeld 250.000 jaar. In dit licht gezien is het vulkanisme
in het Oslogebied dus niet zo uitzonderlijk, hoe indrukwekkend en
langdurig sommige erupties ook waren.
Rhombenporfierconglomeraat - Zwerfsteen van Voera, zuidelijk van Sandefjord op Västeroya, Zuid-Noorwegen. |
Rhombenporfier, type RP4 - Krokskogen, Oslo, Noorwegen.
Rhombenporfieren van dit type lijken enigszins op die van het type Kölsas (RP1). |