Rhombenporfieren en meer in het algemeen zwerfstenen uit het
Oslogebied zijn zeer ongelijk verdeeld over de glaciale afzettingen
in ons land en het aangrenzende deel van Duitsland. Om dit in
kaart te brengen volgt hieronder een overzicht van vroegere en
huidige vondstmogelijkheden.
Rhombenporfieren in Noord-Nederland
In het algemeen zijn rhombenporfieren zeldzame zwerfstenen, maar er zijn
gebieden en vindplaatsen waar deze zwerfstenen verhoudingsgewijs vaker
voorkomen. In streken met Oostbaltische zwerfsteengezelschappen,
zoals in de oostelijke helft van Drenthe kom je weliswaar een wereld aan
zwerfsteenrapakivi’s tegen, maar kun je het vinden van een
rhombenporfier wel vergeten. Ten westen van de lijn Norg,
Assen en Smilde komt in Drenthe een Westbaltisch getypeerd
zwerfsteengezelschap voor. In dit zwerfsteengezelschap komen
Oslogesteenten en dus ook rhombenporfieren voor.
Maar zwerfsteenvondsten uit Zuid-Noorwegen blijven zeldzaam.
Merkwaardig is dat deze Oslogesteenten lokaal soms meer voorkomen
dan elders. Zo kwamen jaren geleden bij het graven van de haven in Drachten relatief
veel Oslosyenieten en rhombenporfieren te voorschijn (pers. meded.
A.P. Schuddebeurs). Het relatief frequent voorkomen van deze gesteenten is ook het geval
op het Hoge veld bij Norg. Onlangs konden van deze locatie opnieuw twee fraaie rhombenporfieren aan de verzameling worden toegevoegd. Bij zwerfsteeninventarisaties, volgens de Hesemann methode, komen deze vondsten door hun geringe aantal
vrijwel nooit tot uitdrukking.
In de oude zandzuigerij van Vos en Zeldenrust in Ellertshaar (Dr.)
konden op de steenstorten regelmatig bijzonder fraaie Oslosyenieten
gevonden worden, waaronder talrijke rhombenporfieren. De stenen
werden samen met zand en grind opgezogen uit dieper gelegen afzettingen en waren weinig
tot niet verweerd. Hooguit enigszins gebleekt. Vermoedelijk dateren de stenen in Ellertshaar
uit vroege Midden-Pleistocene afzettingen (Cromerien, glaciaal C, ca. 500.000 jaar geleden).
Deze zwerfkeien moeten destijds door ijssmeltwater en/of ingevroren in drijvend
grondijs in Midden-Drenthe zijn afgezet. Uit het het karakter en uiterlijk van de zwerfstenen blijkt duidelijk
dat het landijsfront destijds niet veraf gelegen moet hebben. De zwerfstenen hebben in alle opzichten
de kenmerken van keileemstenen. Ze zijn niet of nauwelijks door
smeltwatertransport afgerond en sommige tonen duidelijke gletsjerkrassen. Een herkomst uit Saaleafzettingen is in Ellertshaar is voor sommige rapakivi's misschien niet uit te sluiten, maar de meeste opgezogen zwerfkeien waaronder relatief veel Noorse syenieten en rhombenporfieren zijn afkomstig uit oudere Cromerien? afzettingen.
![]() |
Zandzuigerij van de Fa. Vos en Zeldenrust te Ellertshaar (Dr.). In eerdere jaren werden op de keienstorten regelmatig fraaie vondsten gedaan van gidsgesteenten uit het Oslogebied. De keien kwamen van een relatief grote diepte. Ze zijn hoogstwaarschijnlijk afkomstig uit een smeltwaterafzetting uit het Cromerien, glaciaal C, waarschijnlijk de eerste glaciatie die gepaard ging met een landijsuitbreiding die tot Noord-Nederland reikte of er heel dicht in de buurt kwam. Tijdens het Menapien, ca. 1 miljoen jaar geleden, reikt het Scandinavische landijs ook ver zuidwaarts. Glaciaal materiaal in de vorm van meest sterk verweerde zwerfstenen zijn op verschillende plaatsen als rolsteen in de bodem gevonden. Oslogesteenten zijn in afzettingen (Hattemlagen) uit de tijd echter niet aangetroffen. |
Ook in andere Drents/Groninger zandzuigerijbedrijven zijn/waren
Oslozwerfstenen, met name rhombenporfieren niet zeldzaam. In de zandzuigerij bij de steenfabriek
in Hoogersmilde zijn door verschillende verzamelaars in de loop van de
tijd talrijke rhombenporfieren gevonden. Bij Zuidlaren waren in twee
voormalige zuigerijen Noordse syenieten waaronder rhombenporfieren evenmin zeldzaam. Ze kwamen
net als in Ellertshaar uit dieper gelegen Pleistocene
zandafzettingen. In Noordbroek (Gr.) tenslotte kwamen regelmatig
rhombenporfieren te voorschijn, meest in de vorm van kleine, sterk
verweerde en gebleekte exemplaren. Ook die waren afkomstig uit
dieper gelegen, grofkorrelige (smeltwater)zanden uit het Pleistoceen.
Rhombenporfieren in Noordwest-Duitsland
Een andere situatie treffen we aan in het grensgebied met Duitsland.
In het Emsland, maar eerder ook in Ostfriesland waren en zijn
zwerfstenen uit het Oslogebied vrij algemeen te vinden. Er zijn zelfs
locaties waar ze tot de meest gevonden gidsgesteenten gerekend
kunnen/konden worden. Dat laatste was o.m. het geval bij Etzel,
Bohlenbargerfeld en in mindere mate bij Zetel, Astederfeld en
Logabirum in Ostfriesland. Door schaalvergroting zijn
veel van de oorspronkelijke kleine zandzuigbedrijven verdwenen
en daarmee ook de interessante keienstorten.
![]() |
![]() |
Rhombenporfier, type RP3a met grote eerstelingen - Zwerfsteen van Bohlenbargerfeld, Ostfriesland (Dld.). | Rhombenporfier, grijs type - Zwerfsteen van Etzel, Ostfriesland (Dld.). |
Het bekendst zijn/waren de vondstmogelijkheden in het Duitse Emsland, oostelijk van de provincie Groningen. In
zandzuigerijen en dito graverijen bij Walchum, Fresenburg, Wippingen,
Börger, Breddenberg en Werpeloh kwamen en komen nog steeds
relatief veel Oslogesteenten te voorschijn. Van deze locaties zijn
alleen Werpeloh en in mindere mate Walchum nog interessant. De
vondstmogelijkheden in de andere ontsluitingen zijn sterk verslechterd
of verdwenen.
In Werpeloh komen rhombenporfieren voor in grofzandige
smeltwaterafzettingen (sandr). In het zand komen grind/steensnoeren
voor, vergezeld van opgevulde smeltwaterbeddingen met
dicht opeengepakte grote en kleine rolkeien. De afzettingen dateren
uit het Elsterien. De stenen zijn dus een ijstijd ouder dan die uit het
Saalien, onze hoofdijstijd. Het zwerfsteengezelschap en de verweringsgraad van de stenen duidt
daar ook op. In Werpeloh wordt de bedekkende keileemlaag uit het
Saalien weggegraven. Daarin komen wel veel zwerfkeien voor, maar
Oslosyenieten waaronder rhombenporfier zijn er tot dusver niet in aangetroffen.
![]() |
![]() |
Overzicht van de grote zandgroeve bij Werpeloh (Dld.). Te zien zijn grove smeltwaterzanden (sandr) uit het Elsterien. De afzettingen bevatten alleen bovenin, op het tweede niveau zwerfstenen. | Voor de zeef komen in Werpeloh zwerfstenen en grind op een hoop te liggen. Jammer is dat de opbrengst aan stenen doorgaans zeer pover is, vergeleken met eerdere jaren. Gidsgesteenten uit het Oslo-gebied komen in Werpeloh relatief veel voor. |
In tegenstelling tot in Nederland is in Noordwest-Duitsland naast
Saale-keileem op verschillende plaatsen ook keileem uit de Elster-ijstijd
aangetroffen. Zwerfstenen uit het Oslogebied nemen met name in de
eerste Elsterkeilemen een belangrijke plaats in. Hoewel ze vrij talrijk
zijn, vormen ze echter nooit meer dan 10% van de aanwezige kristallijne
gidsgesteenten; een beeld overigens dat overeen komt met Werpeloh
en eerder ook in Etzel en Bohlenbargerfeld in Ostfriesland.
Het vermoeden is dat in het Elsterien aanvankelijk sprake was van een
Noors/Zuidwestzweedse ijsstroom die over het Skagerrak en
Denemarken in zuidelijke richting is voortgeschoven tot in Noord-Duitsland.
Ons land bleef net buiten de invloed van het Noorse ijs. Later in de
Elster-ijstijd is deze ijstroom vervangen door een landijstype dat een
meer Oostbaltische oorsprong had. Hierin zijn vooral zwerfsteensoorten
uit Noord-Zweden en Zuidwest-Finland aanwezig, waaronder veel
rapakivi’s.
Verder noordoostwaarts in Duitsland komen we geleidelijk in het
Walhalla voor zwerfsteenverzamelaars. De Oostzeekusten van
Sleeswijk-Holstein liggen vol zwerfkeien, om over de grote hopen
zwerfstenen in de talrijke zandgroeven maar te zwijgen. Zwerfstenen
uit het Oslogebied treffen we vooral aan langs de steenstranden van
Weissenhaus (Oldenburg) en die ten westen daarvan tot aan de
Deense grens.
![]() |
Keileemklif en steenstrand aan de Oostzee bij Hubertsberg, oostelijk van Lutjenburg in Sleeswijk-Holstein. Hoewel veel minder talrijk dan noordelijker in Denemarken, zijn hier 'Noorse syenieten' te vinden, waaronder rhombenporfier. |
Hoe noordelijker we komen des te talrijker zwerfstenen uit het
Oslogebied gevonden worden. Wel moet het zoekersoog zich instellen op een
ander uiterlijk. De stenen dateren uit de laatste ijstijd, het Weichselien.
Ze zijn daarom minder sterk verweerd. Hier komt nog bij dat zwerfstenen
langs de Oostzeestranden anders van vorm en uiterlijk zijn. Ze zijn
door golfwerking prachtig rond geslepen waardoor een verweringskant, die
vaak zo nuttig is voor de herkenning, meestal niet (meer) aanwezig is.
Denemarken
Vooral in Denemarken geldt: hoe noordelijker men komt des te meer
rhombenporfieren en aanverwante Oslogesteenten er gevonden
worden. Het ‘Mekka’ op dit gebied bevindt zich rond de Limfjord in het
noorden van Jutland. Rhombenporfieren en andere zeldzame oslogesteenten zijn daar bij honderden te
vinden met daaronder wonderschone exemplaren, ieder jaar opnieuw.
![]() |
![]() |
Keileemklif en steenstrand bij Ertebölle aan de Limfjord in Noord-Denemarken. De vindplaatsen in dit waterrijke gebied staan bekend om de grote verscheidenheid aan Oslogesteenten die er te vinden zijn. | Keileemklif en keienstrand bij Hirtshals in Noord-Denemarken. Veel van de keien zijn te groot om mee te nemen, maar er liggen toch museumstukken bij van rhombenporfier, foyaiet, larvikiet enz. Met andere woorden: het wemelt er van gidsgesteenten uit het Oslogebied. |
De vondstmogelijkheden vinden hun climax op het Noordzeestrand
langs de Vigsö- en Jammerbocht, globaal tussen de plaatsen Hanstholm
en Hirtshals. Daar kun je op sommige plaatsen werkelijk duizenden rhombenporfieren en
andere Oslogesteenten oprapen. Allemaal prachtig afgeslepen en
allemaal in hun oorspronkelijke kleuren. Opvallend is dat door de
branding een selectie in soorten optreedt. Relatief zachte en korrelige
gesteenten verdwijnen uit het gezelschapsbeeld, de harde blijven over.
Dat betekent een aanrijking van rhombenporfieren en allerlei andere
porfiertypen, ignimbrieten en fijnkorrelige ganggesteenten. Gneizen, granieten en vooral sedimentaire zwerfstenen
delven in dat milieu langzamerhand het onderspit.
![]() |
![]() |
Steenstrand van Torup aan de Noordzeekust van Noord-Denemarken. De zwerfstenen zijn door de brandingsgolven in de loop van de tijd zeer sterk afgerond. Ze ogen daardoor volkomen vers. Oslogesteenten zijn hier de belangrijkste gidsgesteenten, met rhombenporfieren als belangrijkste groep. | Zwerfstenen van rhombenporfier van het Noordzeestrand bij Torup langs de Jammerbocht in Noord-Denemarken. Het kost op de stranden daar geen enkele moeite om in korte tijd een prachtige verzameling rhombenporfieren bij elkaar te zoeken. |
Mocht iemand na het lezen van dit hoofdstuk het plan opvatten om
een vergelijkingscollectie van rhombenporfieren aan te leggen, dan
is meestal een enkele vakantiedag in Noord-Denemarken al voldoende.
Kijkt men achterom dan
is op het strand niet te zien dat er ook maar een steen is meegenomen.
Er blijft dus genoeg over voor een volgende verzamelaar. Een
bijkomend voordeel is dat men in Denemarken met de auto het
strand op mag. Dat maakt het meenemen nog makkelijker.
Aan de hand van onderstaande foto-albums, waarin een groot
aantal rhombenporfiertypen met hun RP–nummer of met hun eigennaam
worden afgebeeld, is het wellicht een aanrader om juist naar dit
type zwerfsteen te zoeken.