Veldspaten zijn veruit de belangrijkste mineralen in aardkorstgesteenten. Graniet bestaat er voor een zeer belangrijk deel uit en ook in basalt komt veel veldspaat voor. Veldspaten vormen mengkristallen, men onderscheidt een aantal soorten veldspaat met allerlei tussenvormen. Zwerfsteenliefhebbers hebben aan deze wetenschap niet zo veel, want het is onmogelijk om met de loep of een binoculair de afzonderlijke leden of tussenvormen van veldspaten te herkennen. Zij moeten het doen met aanduidingen als plagioklaas en kaliveldspaat. 

 

 

Bohuslangraniet_porfirisch_detail_-_Werpeloh_Dldjpg Uthammergraniet_alkaliveldspaatgraniet__-_Damsdorf_Dldjpg

Porfierische Bohuslangraniet - Zwerfsteen van Werpeloh (Dld.).

Kaliveldspaat is in de meeste gevallen het hoofdbestanddeel in graniet. Het hoge percentage bepaalt de kleur van dit gesteente. In bovenstaande graniet is een deel van de kaliveldspaatkristallen idiomorf, d.w.z. de kristallen bezitten een eigen vorm, te herkennen aan de rechthoeken. De splijtvlakken van kaliveldspaat spiegelen sterk.

Uthammergraniet - Zwerfsteen van Damsdorf (Dld.).

De hoofdmassa bestaat uit dieprode kaliveldspaat. De grote kristallen zijn voor een deel idiomorf, zij het met afgeronde hoeken. Het opvallend witte mineraal is kwarts. Plagioklaas, de andere veldspaatsoort in graniet is hier vrijwel afwezig. Granieten zonder of met slechts heel weinig plagioklaas noemt men alkaliveldspaatgraniet.

 


 

 

Namen als orthoklaas, microklien, albiet e.d., die in gesteentebeschrijvingen in zwerfsteenboeken worden genoemd, zijn van academische waarde en in feite nietszeggend en dus overbodig. Bij zwerfstenen en de hulpmiddelen die je daar voor het bekeijken bij gebruikt, heb je maar met twee veldspaatnamen te maken: kaliveldspaat en plagioklaas. Meer niet. Is het verschil tussen beide niet duidelijk, dan spreek je alleen van veldspaat.

 

 

Siljangraniet_-_Lieveren_DrJPG Alandrapakivi_-_Gieten__Drjpg

Siljangraniet - Zwerfsteen van Lieveren (Dr.).

De meeste granieten bestaan uit een ongericht mengsel van twee soorten veldspaat: kleurige kaliveldspaat en (geel)witte of meer groenige plagioklaas. Indien beide veldspaatsoorten voorkomen, is plagioklaas vrijwel altijd lichter van kleur dan de kaliveldspaat.

Alandrapakivi - zwerfsteen van Gieten (Dr.).  

De ronde vlekken zijn zgn. ovoïden, eivormige tot ronde kristallen van roodachtige kaliveldspaat, die omgeven zijn door een dunne rand van witverweerde plagioklaas. Plagioklaas vormt elders in het gesteente ook kleinere zelfstandige witte kristallen.

 

 


Kaliveldspaat en plagioklaas zijn verzamelnamen, ongeacht in welk gesteente ze voorkomen. Het leren van beide is zeer belangrijk. Zonder de kennis ervan is het determineren en het benoemen van kristallijne zwerfstenen vrijwel onmogelijk.

 

 

Kkarapakivigraniet_met_kaliveldspaatmegakristen_-_Klazinaveen_Dr._ Megakrist_kaliveldspaat_in_Finse_porfiergraniet_2_-_Groningen

Porfierische biotietrapakivigraniet - Klazienaveen (Dr.).

De oranje vlekken in de steen zijn van kaliveldspaat. Ze zijn meest rechthoekig of afgerond rechthoekig van vorm en tevens bijzonder groot. Kaliveldspaten in graniet kunnen in sommige gevallen meer dan 10cm groot zijn. Dergelijk grote kristallen noemt men wel megakristen.

Finse porfiergraniet met een megakrist van kaliveldspaat - Zwerfsteen van Groningen.

De oranje vlek is onregelmatig van vorm. De basisvorm is eivormig, een ovoïde dus. De omtrek van de oorspronkelijke ovoïde is te herkennen aan de concentrische rangschikking van de donkere insluitseltjes. Vervolgens is het veldspaatkristal in het magma door verdere kristallisatie groter geworden, waarbij de eigen kristalvorm zoveel mogelijk nagestreefd is. Dat is hier maar ten dele gelukt, omdat de ovoïde niet uit één, maar uit twee afzonderlijke kristallen bestond.

 

 

Verdieping
 


Microklien
In hobbyliteratuur over gesteenten en zwerfstenen wordt vaak gesproken van orthoklaas,

microklien en sanidien. Geen van deze drie soorten is echter met het blote oog of met

de loep te onderscheiden. Het noemen van deze veldspaatsoorten suggereert een

volledigheid en zekerheid die niet te controleren valt met de middelen die amateurgeologen

doorgaans gebruiken. Het is daarom beter om van kaliveldspaat te spreken.

 

 

Toch is het zinvol hier enige bijzonderheden te noemen, met name waar het gaat om

microklien. Microklien is de lage temperatuurvorm van kaliveldspaat. Door zijn bijzondere

eigenschappen is microklien alleen met zekerheid in slijpplaatjes te herkennen. Dat

microklien zo vaak genoemd wordt in beschrijvingen van pegmatieten en schriftgranieten

komt omdat het in die gesteenten de bepalende veldspaatsoort is.

 

 

Perthitische_kaliveldspaa Perthitische_kaliveldspaat_detail_-_Gieten_Drjpg

Perthietische kaliveldspaat in pegmatiet - Zwerfsteen van Gieten (Dr.).

In pegmatiet bereiken veldspaten grote tot soms wel reusachtige afmetingen. De grootste kristallen zijn enige tientallen meters groot! Kaliveldspaat daarin is meestal microklien, een lage temperatuurvorm. Hierin tekenen zich meestal zichtbare lijntjes, stengeltjes of naalden af van witte albiet.

Perthietische kaliveldspaat in een pegmatiet - Zwerfsteen van Gieten (Dr.).

Ook in deze pegmatiet zien we op het splijtvlak van de kaliveldspaat een fijn patroon van witte adertjes. Ze zijn ook hier van witte albiet, een natriumrijke 'zure' plagioklaassoort die meestal fraai wit van kleur is.


 

Microklien vertoont in pegmatiet vaak fraaie ontmengingspatronen van witte albiet. Men

noemt dit perthiet. Perthiet herkennen we makkelijk aan de dunne, witachtige, ietwat

slingerende lijntjes, die evenwijdig in de veldspaat gerangschikt zijn.
 

 

 

Kaliveldspaat__-_Emmerschans_DrJPG Perthitische_kaliveldspaat_-_Ellertshaar_Dr Kaliveldspaat_oranje_-_Groningen

Drie voorbeelden van perthietische kaliveldspaat uit zwerfsteenpegmatieten.

Zwerfsteen van Emmerschans (Dr.).

 

Perthietische kaliveldspaat - Zwerfsteen van Groningen

Perthietische kaliveldspaat - Zwerfsteen van Groningen.


 

Op het breukvlak zijn veldspaten makkelijk te herkennen aan hun meer of minder

rechthoekige vormen en hun spiegelende, vaak stoeptrede-achtige splijtvlakjes. Op het

breukvlak vallen de glanzende splijtvlakken direct in het oog. Bij het draaien in de hand

zien we in de steen steeds weer andere vlakjes spiegelen. In tegenstelling tot kwarts

splijten veldspaten in twee loodrecht op elkaar staande richtingen. Deze splijting veroorzaakt

de rechte vlakken en de stoeptreetjes op het breukvlak. De naam orthoklaas

(= ‘breekt rechthoekig’) duidt op deze splijting.
 

 

 

Kaliveldspaat_breukvlak__-_Haren_Grjpg Viborgitische_pyterliet_detail_-_Neuenkirchen_Dldjpg

Kaliveldspaatkristal in pegmatiet - Zwerfsteen van Haren (Gr.).

Kristallen van kaliveldspaat splijten op een regelmatige wijze langs kristalvlakken. Op het breukvlak spiegelen die sterk. Het breukvlak van kaliveldspaat in zwerfstenen is meestal dusdanig, dat kleine stoeptreetjes ontstaan.

Pyterliet (= rapakivigraniet), detail - Zwerfsteen van Neuenkirchen (Dld.).

Aan de buitenzijde van grootkorrelige granieten valt de natuurlijke splijting van kaliveldspaat vaak goed in het oog. Ook hier zien we een stoeptrede-achtig breukvlak.

 

 


Het is niet moeilijk om kaliveldspaat van plagioklaas te onderscheiden. Zwerfsteenverzamelaars zijn hierbij in het voordeel. Plagioklaas verweert namelijk veel sneller en ook anders dan kaliveldspaat. Aan de buitenkant van de zwerfstenen kleurt plagioklaas krijtwit. Kaliveldspaat doet dat niet. Hooguit verbleekt de kleur enigszins. Uiteindelijk lost plagioklaas volkomen op. Het laat putten na in het oppervlak.

 

 

Op een vers breukvlak of bij onverweerde zwerfstenen is het verschil tussen plagioklaas en kaliveldspaat moeilijker vast te stellen. Er bestaat echter een ezelsbrugje om beide uit elkaar te houden. Zijn beide veldspaten in een zwerfsteen aanwezig, dan is plagioklaas vrijwel altijd lichter van tint dan kaliveldspaat. Het kleurverschil tussen beide is in granieten en gneizen duidelijk zichtbaar. Is er sprake van een rode gneis of van een oranje-rode graniet, dan heeft dit vooral betrekking op kaliveldspaat. De overige minerale bestanddelen, inclusief plagioklaas, veranderen het kleurbeeld niet wezenlijk.



 

up Terug.

 


 

Terzijde:
 


Uitzondering op de regel
In sommige rapakivigranieten is het kleurverschil net andersom. Daar is plagioklaas dikwijls

iets donkerder roodachtig getint dan kaliveldspaat. Rapakivi’s bezitten een overmaat aan

ijzer (hematiet). Vandaar de vaak rode kleuren van deze gesteenten. Ook plagioklaas ontkomt

niet aan roodkleuring door hematiet. In sommige rapakivi’s is plagioklaas violetrood,

bruinrood en soms scharlakenrood, met splijtvlakken die soms een zijdeglans vertonen.

 

 

 

Plagioklaas_in_porfirische_rapakivigraniet_-_Groningen Plagioklaas_rood_in_Finsegranietporfier_-_Haren_Grjpg

Roodachtige plagioklazen in rapakivigraniet - Zwerfsteen van Groningen.

De plagioklaaskristallen zijn op doorsnede zonair. Dat duidt op een groei met onderbrekingen, gekoppeld aan samenstellingsveranderingen in het magma.  De rode kleur van de plagioklazen in veel rapakivigranieten is te danken aan een overmaat aan ijzer (= hematiet) in deze gesteenten. Het kleurt deze granieten vaak rood.

Rode plagioklaas in finse porfiergraniet - Zwerfsteen van Haren (Gr.).

In sommige gevallen is plagioklaas zelfs scharlakenrood gekleurd. In geen enkel ander gesteente komen dergelijk intensief rood gekleurde plagioklazen voor als juist in rapakivi's.

 


 

 

Heel anders is de situatie in donkere, ijzer- en magnesiumrijke (=mafische) gesteenten zoals dioriet, gabbro, basalt en hun porfierische varianten. In deze gesteenten komt gewoonlijk alleen plagioklaas als veldspaat voor. Verweerde zwerfstenen zijn daarom aan de buitenzijde zwart-wit van kleur, zoals bij dioriet of groen-zwart met grijswitte of grijspaarse vlekjes of spikkels van plagioklaas, zoals bij gabbro.

 

 

Dioriet_-_Werpeloh_Dldjpg Porfirische_diabaas_overzicht_met_plagioklaas_-_Grollo_DrJPG

Dioriet - Zwerfsteen van Werpeloh (Dld.).

Zwerfstenen van dioriet zijn verweerd meestal wit/zwart van kleur. Het witte bestanddeel is plagioklaas, De donkere mineralen worden in hoofdzaak door hoornblende gevormd, vergezeld van enige  biotiet.

Plagioklaasporfierische diabaas - Zwerfsteen van Grollo (Dr.).

Plagioklazen vormen net als kaliveldspaten een reeks afzonderlijke leden die in samenstelling iets van elkaar verschillen. In zware ijzerrijke gesteenten als gabbro, diabaas en basalt zijn de plagioklazen kalkrijker dan die in dioriet. Ze 'ogen' grijzer, vaak grauwer ook. Dikwijls tonen ze op het verweringsvlak een grijs-wolkige structuur.


 

 

Plagioklaas vormt net als kaliveldspaat mengkristallen met aan de

uiteinden van de reeks een natriumrijke (= meer wit van kleur) en een

kalkrijke (= meer grauwgrijs van kleur) vorm. Het plagioklaastype in

diorieten kleurt daarom veel witter dan de kalkrijkere plagioklazen in

gabbro’s. Bij deze kleurt de plagioklaas (wolkig) grauw, grijs tot

grijs(violet)blauw.

Plagioklaas vormt net als kaliveldspaat mengkristallen met aan de uiteinden van de reeks een natriumrijke (=meer wit van kleur) en een kalkrijke (=meer grauwgrijs van kleur) vorm. Het plagioklaastype in het intermediaire gesteente dioriet kleurt daarom witter dan de calciumrijkere plagioklazen in gabbro's. Bij deze laatste kleurt plagioklaas (wolkig) grijs, tot grijs(paars)blauw.

 

 

Coronitische_oeralietgabbro_-_Emmerschans_Drjpg Coronitische_anorthosietgabbro_2_-_Heiligenhafen_Dldjpg

Oeralitische gabbro met een coronitische structuur - Zwerfsteen van Emmerschans (Dr.).

De donker groen-grijze bestanddelen waren oorspronkelijk pyroxenen (augieten). In de loop van de tijd zijn ze omgezet in oeralitische hoornblende (amfibool). Het mineraal vormt  relatief dikke zomen om de donkere aggregaten. De tussenmassa is grauw-grijs gekleurde, calciumrijke plagioklaas

Coronitische anorthosietgabbro - Zwerfsteen van Heiligenhafen (Dld.).

Ook in deze gabbro zijn de oorspronkelijke pyroxenen omgezet in amfibool. De donkere randjes zijn duidelijk zichtbaar. De plagioklaas is hier blauw-grijs van kleur met een paarse kleurzweem. Dergelijk gekleurde gabbro's zijn vaak anorthosietgabbro's.

 

 


Plagioklaas is minder stabiel dan kaliveldspaat. In de loop van de tijd vindt in het gesteente omzetting plaats, waarbij o.m. epidoot ontstaat. Dit mineraal veroorzaakt groenkleuring van de plagioklaas. In veel Scandinavische zwerfstenen hebben we hier mee te maken. De plagioklazen daarin zijn veelal troebel, geel of geelachtig groen van kleur. In oude basische gesteenten is door omzetting vaak chloriet gevormd. Dit zwartgroene mineraal kleurt plagioklazen ook groenachtig, maar donkerder dan bij epidoot.
 

 

 

Finsegranietporfier_3_-_Emmerschans

Plagioklaas_in_Siljangraniet_-_Lieveren_Dr

Groenachtig gekleurd, troebel plagioklaaskristal - Zwerfsteen van Emmerschans (Dr.).

Plagioklazen zijn in 'verse' toestand meestal glashelder. Naar mate de gesteenten ouder zijn, treden in plagioklaas omzettingen op. Ze veroorzaken een vertroebeling. De groene kleur wordt veroorzaakt door fijn verdeelde epidoot.

Plagioklaaseersteling in Siljangraniet - Zwerfsteen van Lieveren (Dr.).

De oorspronkelijke glasheldere plagioklaas is door veroudering troebel geworden. Onder het plagioklaaskristal is donkerpaarse fluoriet zichtbaar.

 

 


Kaliveldspaat en plagioklaas zijn met de loep nog op een andere manier van elkaar te onderscheiden. Op het verse breukvlak zien we op splijtvlakjes van plagioklaas vaak een karakteristieke, zeer fijne parallelstreping. Dit wordt veroorzaakt doordat plagioklazen samengesteld zijn uit meerdere individuren die op een bepaalde wijze, om en om, met elkaar zijn vergroeid. Ze vormen zgn. tweelingen. Deze vergroeiingen volgen bepaalde kristalwetten. Bij kaliveldspaat kennen we ook tweelingkristallen, maar die zien er totaal anders uit. Zie hiervoor de foto's hieronder.
 

 


 

Verdieping

Tweelingveldspaten
Veldspaten vertonen heel vaak vergroeiingen van twee of meer kristallen. De wijze van vergroeiing

is specifiek, zowel voor kaliveldspaat als voor plagioklaas. Kaliveldspaat vormt vergroeiingen

die uit twee kristallen bestaan. Op het breukvlak zien we twee helften die beurtelings het licht

weerkaatsen. Draait men de steen dan valt op dat er altijd maar één helft van het kristal spiegelt.

Draait men de steen verder dan spiegelt de andere helft. Deze vergroeiingsvorm noemt men

‘Karlsbader tweeling’. In zwerfstenen zijn deze vergroeiingen makkelijk te ontdekken.

 

 

Karlsbader_tweeling_van_kaliveldspaat_-_Groningen Finsegranietporfier_Karlsbader_tweeling_-_Emmerschans_Drjpg

Karlsbader tweeling van kaliveldspaat in een porfirische biotietrapakivi - Zwerfsteen van Groningen.

Bij het draaien van de steen zal het spiegelende gedeelte uitdoven en zal vervolgens de andere helft gaan spiegelen.

Karlsbader tweeling van kaliveldspaat in finse granietporfier - Zwerfsteen van Emmerschans (Dr.)..

 

 

Ook plagioklaas vormt tweelingkristallen, al zien die er doorgaans anders uit dan bij kaliveldspaat.

Bij plagioklaas zijn meerdere kristallen om en om met elkaar vergroeid. Deze zogenoemde

polysynthetische tweelingkristallen vertonen op splijtvlakken een karakteristieke dunne,

kaarsrechte streping van heel dunne lijntjes. Tweelingvorming bij plagioklaas kan vergeleken

worden met gestapelde spaanplaten die ieder t.o.v. elkaar iets zijn verschoven. Op dwarsdoorsnede

kunnen we de scheiding tussen de spaanplaten als streping vertalen. 
 

 

 

Labradoriet_in_anorthosietgabbro_-_Ylmaa_Viborg_Finland Plagioklaas_met_tweelingstreping_-_Zwitserland

Plagioklaas met tweelingstreping in anorthosietgabbro ('spectroliet') van Ylämaa in Zuid-Finland. de regenboogkleuren worden veroorzaakt door lichtreflecties in het kristal.

Tweelingstreping op een splijtvlak van plagioklaas - Zwitserland.

De afzonderlijke plagioklaaskristallen liggen om en om als bladzijden van een boek tegen elkaar aan, waardoor ze om beurten spiegelen. De zeer geringe dikte van de kristallen veroorzaakt daardoor een kaarsrecht verlopende streping, die heel anders is dan het lijntjespatroon van witte albiet in kaliveldspaat.

Plagioklaas_met_tweelingstreping_-_Sogndal_Noorwegen Plagioklaas_met_tweelingstreping_in_leucogabbro_-_Tensfeld_Dldjpg

Tweelingstreping in enigszins verweerde plagioklaas - Sogndal, Zuid-Noorwegen.

Tweelingstreping in een plagioklaaskristal in gabbro - Zwerfsteen van Tensfeld (Dld.).

In veldspaatrijke gabbro's, plagioklaasporfierische diabazen en dito basalten is op splijtvlakken van sommige plagioklaaskristallen een duidelijke tweelingstreping waar te nemen.


 

 

 

Terwijl Karlsbader tweelingen makkelijk te ontdekken zijn, moeten we die van plagioklaas met

de loep zoeken door de steen met een vers breukvlak in de hand te draaien. De fijne

streping is pas goed  te zien op spiegelende splijtvlakken. Men leert beide tweelingvormen het

beste kennen door ze te zoeken in grootkorrelige of porfierische zwerfstenen. Tweelingen van

kaliveldspaat vind je vooral in granieten en gneizen, die van plagioklaas kom je het duidelijkst

tegen in donkerkleurige basische gesteenten als gabbro en diabaasporfiriet (plagioklaasporfier).


 

 

up Terug.
 

 

Veldspaatvaria
 

Op onderstaande foto's zijn een aantal verschijningsvormen van kaliveldspaat en plagioklaas in zwerfstenen afgebeeld.

 

 

Kaliveldspaat_uit_Kristalzuilensyenietporfier_-_Wippingen Porfirische_rapakivigraniet__met_kaliveldspateersteling_perthitisch-_Ellertshaar

Kaliveldspaatkristallen met kristallografisch begrensde vlakken uit kristalzuilen-syenietporfier - Zwerfsteen van Wippingen (Dld.).

Van dit type gidsgesteente uit Zuid-Zweden is bekend dat de veldspaateerstelingen vrij los in het gesteente zitten. De binding met de fijnkorrelige grondmassa is niet sterk. Bij verwering zijn de kristallen soms uit het gesteente te peuteren.

Kaliveldspaatmegakrist in finse porfiergraniet - Zwerfsteen van Ellertshaar (Dr.).

Het sterk porfirische rapakivigesteente bevat talrijke oranje eerstelingen van perthietische kaliveldspaat. De kristallen zijn idiomorf. Daarnaast zijn olijfgroen gekleurde plagioklazen aanwezig. Het is een gidsgesteente uit het rapakivigebied van Laitila (Nystadtmassief) op het vasteland van Finland.

Kindagraniet_met_kaliveldspaateersteling_-_Borger_Drjpg Paskallavikporfier_detail_zonaire_kaliveldspaat_-_Een_West_Norg

Gezoneerd kaliveldspaatkristal in kindagraniet - Zwerfsteen van Borger (Dr.).

Deze porfierische graniet uit Östergötland in het noordoosten van de provincie Smaland, bevat grijs-bruine tot bruin-violette kaliveldspaateerstelingen, die dikwijls een ringenstructuur tonen. Dit duidt op onderbrekingen in de groei tijdens de kristallisatie in het magma.

Gezoneerde kaliveldspaateersteling in paskallavikporfier - Zwerfsteen van Een-West (Norg), Dr.

Gedurende het kristallisatieproces verandert de samenstelling van de kaliveldspaat. Vaak gaat dit gepaard  met onderbrekingen in de groei. Op gepolijste oppervlakken is dit duidelijk te zien aan de schalige, concentrische structuur, alsof het kristal uit een aantal ringen bestaat. Het is veroorzaakt door geringe chemische veranderingen in het magma ten tijde van de kristallisatie, die zich ook optisch laten herkennen.

Gezoneerde_kaliveldspaateersteling__in_Finsegranietporfier_-_Groningen Plagioklaas_in_rapakivigraniet_-_Gieten_Drjpg

Zonaire bouw van een kaliveldspaateersteling in een Finse granietporfier - Zwerfsteen van Groningen

De schalige bouw van het veldspaatkristal laat duidelijk zien dat de ringen de omtrekken van het veldspaatkristal vormen. De eersteling op de foto is dus idiomorf.

Zonaire plagioklaaseersteling in Finse granietporfier - Zwerfsteen van Gieten (Dr.).

Ook in plagioklaaskristallen, zeker als ze aan de buitenzijde van de steen enigszins verweerd zijn, tonen soms een zonaire bouw. Hier worden de groeistadia gemarkeerd door dunne zwarte lijntjes. Deze bestaan uit zeer kleine insluitsels van donkere mineralen als hoornblende en magnetiet.

Grijze_Revsundgraniet_met_kaliveldspaatovode_-_Borger Kaliveldspaateersteling_met_plagioklaaskern_in_Jungfrungraniet_-_Nijbeets_Fr

Megakrist van kaliveldspaat in Grijze Revsundgraniet - Zwerfsteen van Borger (Dr.).

Grote eerstelingen van kaliveldspaat zijn zelden zuiver. Vaak bevatten ze allerlei insluitsels van andere mineralen. Hier bevat de kaliveldspaat witachtige vlekjes van ingesloten plagioklaas.

Kaliveldspaateersteling met plagioklaaskern in Jungfrungraniet - Zwerfsteen van Nijbeets (Fr.).

Een aantal Smalandgranieten rekent men tegenwoordig tot  de bekende rapakivifamilie. Virbograniet, götemargraniet en ook jungfrungraniet zijn hiervan mooie voorbeelden. Meestal is in rapakivigranieten sprake van kaliveldspaten die omgeven zijn door een mantel van (witverweerde) plagioklaas. Het kan echter ook andersom: plagioklaas, omgeven door kaliveldspaat, waarbij de laatste is uitgegroeid tot een idiomorf rechthoekig kristal.

Viborgiet_Baltic_brown-_Ylmaa_Viborg_Finland Ovoden_in_Viborgiet_-_Lahti_Finland

Viborgiet met een geringde ovoïde - Ylämaa, Viborg, Zuid-Finland. Gepolijst oppervlak.

Viborgieten zijn grootkorrelige rapakivigranieten met grote, rondachtige kaliveldspaten waarvan een flink aantal ommanteld is door plagioklaas. Op de foto is de blauwgrijze plagioklaasmantel relatief dik.

Viborgiet - Zwerfsteen van Lahti, Zuid-Finland.

Plagioklaas verweert wit. Dat is bij rapakivi's vaak goed te zien. Hier zijn de ronde roodachtige kaliveldspaten (ovoïden) omgeven door een dunne mantel van witte plagioklaas.

Pyterliet_ovode_-_Stocksee_Dldjpg Viborgiet_met_ovode_en_concentrische_insluitsels_-_Ylmaa_Viborg_Finland

Kaliveldspaatovoïde in pyterliet - Zwerfsteen van Stocksee (Dld.).

De grote ronde veldspaten in rapakivi's wekken de indruk uit één kristal te bestaan. Dit is ook vaak het geval, maar ovoiden die uit twee of meer afzonderlijke kristallen bestaan komen ook veel voor. Vooral op verse splijtvlakken zijn de afzonderlijke individuen door verschil in spiegeling goed te herkennen. Bovenstaande ovoïde is een aggregaat van vier afzonderlijke kaliveldspaatkristallen.

Kaliveldspaatovoïde in viborgiet met insluitselringen -  Ylämaa, Viborg, Zuid-Finland.

De afgebeelde kaliveldspaatovoïde toont een prachtige zonaire bouw waarvan de opeenvolgende stadia gemarkeerd zijn door ringvormig gerangschikte kleine insluitsels van kwarts, hoornblende en biotiet. De ontwikkeling van kaliveldspaatovoïden in rapakivi's is nog steeds niet helemaal opgehelderd. Wel maken de eerstelingen duidelijk dat de groei niet ononderbroken is geweest. Groeifasen werden gevolgd door stilstand en zelfs met resorptie gevolgd door hernieuwde groei. Een en ander kan te maken hebben gehad met bewegingen van de groeiende kristallen in het magma, maar kunnen ook wijzen op samenstellingsveranderingen in het magma gedurende de kristallisatie.

Kaliveldspaatovode_in_plagioklaas_-_Zuidlaren_Drjpg Anorthoklaas_eersteling_in_rhombenporfier_-__Werpeloh_Dldjpg

Kaliveldspaatovoïde in een idiomorf rechthoekig plagioklaaskristal in een porfieraplietische rapakivigraniet - Zwerfsteen van Zuidlaren.

Nadat de gevormde kaliveldspaatovoide tijdens het kristallisatieproces omgeven werd door een mantel van plagioklaas, is deze laatste uitgegroeid tot een zelfstandig rechthoekig idiomorf kristal. Deze en andere heel bijzondere kristalvormingen van veldspaten in rapakivi's zijn tot op heden niet goed verklaarbaar.

Rhombisch veldspaatkristal in rhombenporfier - Zwerfsteen van Werpeloh (Dld.).

De ruitvormige veldspaten in rhombenporfieren hebben een bijzondere samenstelling. De ontstaanstemperatuur was bij de kristallisatie nog zo hoog (ca. 1200 graden C.) dat plagioklaas en kaliveldspaat zich volkomen met elkaar konden mengen tot kristallen. Dit noemt men ternaire veldspaat ofwel anorthoklaas. Naderhand hebben beide bestanddelen zich in vaste toestand in het kristal ontmengd. Dit is zichtbaar aan de vlekkerige structuur. Oranje is kaliveldspaat, de bleker getinte delen zijn plagioklaas. Door omzetting van deze laatste heeft zich bovendien groene epidoot gevormd.

 

 

 

up Terug.

 

 
© 2010-heden Kijkeensomlaag.nl
Flag Counter